Na de remakes van zijn eerste conceptalbums “The Six Wives Of Henry VIII” (2009) en “Journey To The Centre Of The Earth” (2012) had Wakeman al aangekondigd dat het pompeuze spektakelstuk over King Arthur dezelfde behandeling zou krijgen. Hij startte een crowd funding campagne via Pledge Music en op 19 juni 2016 werd de nieuwe versie live uitgevoerd, compleet met orkest en koor, in de O2-arena in Londen als onderdeel van het Stone Free Festival. Amper een week later lag de studioversie in zijn eigen online shop, want dat is vooralsnog de enige plek waar het album verkrijgbaar is.
De originele “Myths And Legends Of King Arthur And The Knights Of The Round Table” uit 1975 kent een beladen en turbulente geschiedenis. Wakeman had Yes verlaten en zich huizenhoog in de schulden gestoken om “Journey To The Centre Of the Earth” live met orkest en koor uit te kunnen voeren. Hij schreef King Arthur tijdens zijn herstel na een hartaanval op 25-jarige leeftijd. Om zichzelf een redelijke kans op herstel te geven hadden de artsen hem dringend aangeraden zich terug te trekken uit de muziekbusiness. Hij sloeg het advies in de wind, schreef diezelfde avond The Last Battle, het slotstuk van Arthur, en ging op zijn, inmiddels bekende en onnavolgbare, eigen wijze verder.
Het album werd een groot succes en werd in mei 1975 drie keer live uitgevoerd in een uitverkochte Wembley Arena. Omdat de vloer van de Wembley Arena in verband met een andere attractie was omgetoverd in een ijspiste, besloot Wakeman het geheel op ijs, compleet met schaatsers, uit te voeren. Het podium met band, koor en orkest werd als een kasteel opgebouwd en in het midden geplaatst. Ondanks het grote aantal bezoekers brachten de torenhoge kosten die deze buitenissige productie met zich meebracht Wakeman aan de rand van een faillissement.
King Arthur is de meest ‘klassieke’ van de drie eerste soloprojecten van Wakeman. Het zit vol met verwijzingen naar de muziek uit de klassieke en romantische stijlperiodes van de 18e en 19e eeuw.
Klassiek is ook de openingszin: “Whoso pulleth out this sword…”, gevolgd door de pompeuze inzet van het orkest, waardoor je je meteen tussen de massieve muren van kasteel Camelot waant. Erg sprekend zijn ook het lieflijke Guinevere, het heldhaftige Sir Lancelot And The Black Knight, het wispelturige Merlin The Magician en het melancholieke en tevens monumentale The Last Battle. Ondanks de evidente rol van het orkest, herbergt dit album een aantal schitterende, en inmiddels beruchte moog-solo’s en pianocapriolen, zoals we die van de maestro gewend zijn. Al met al is Wakeman er op dit album verbluffend goed in geslaagd om een fraaie muzikale context te scheppen die optimaal aansluit bij zijn onderwerp, de riddersagen uit de vroegchristelijke tijd.
Als zodanig heeft dit album dan ook totaal geen raakvlakken met progrock, maar is het een schoolvoorbeeld van symfonische of classic rock.
De 2016-versie van King Arthur is uitgebreid met een vijftal nieuwe stukken die naadloos aansluiten bij de muziek van het originele album. Ze dragen alle vijf dezelfde monumentale, pompeuze, maar soms ook speelse kenmerken van de versie uit 1975. De tracklist is echter aanzienlijk langer geworden. Dit komt omdat een aantal tracks uit het origineel zijn opgeknipt en de afzonderlijke delen weer een nieuwe titel hebben gekregen.
De bezetting van The English Rock Ensemble, de ‘vaste’ begeleidingsband van Wakeman is bijna identiek aan de bezetting van “Journey” uit 2012. Alleen Lee Pomeroy is vanwege andere verplichtingen vervangen door Matt Pegg. In de nieuwe composities worden de vocale honneurs waargenomen door Hayley Sanderson. Hiermee bevestigt Wakeman andermaal zijn reputatie dat het vinden van geschikte vocalisten niet zijn sterkste kant is. Sanderson heeft een wat rauwe, typische Britse soulstem. De originele nummers worden veertig jaar na dato opnieuw gezongen door Ashley Holt. Hij doet dat anno 2016 verassend goed, al moet het soms uit zijn tenen komen. Het is jammer dat Wakeman het nodig heeft gevonden om hem in Merlin The Magician een tekst te laten zingen op een thema dat Wakeman in het origineel zelf op piano vertolkte.
De orkestarrangementen van 1975 zijn door orkestleider Guy Protheroe en zijn vrouw Ann herbewerkt. Zij hebben tevens de orkestraties voor het nieuwe materiaal verzorgd. De moderne opnametechnieken hebben in combinatie met deze nieuwe arrangementen gezorgd voor een fris en helder totaalgeluid. Ook Dave Colquhoun krijgt met zijn gitaar, zowel solerend als begeleidend, meer ruimte in deze productie, waardoor het geheel nog eigentijdser klinkt.
Aan zijn eigen solo’s heeft Wakeman niet veel veranderd en in de nieuwe composities laat hij horen ‘het’ nog niet te zijn verleerd. Luister maar eens naar Percival The Knight.
De beperkte rol van verteller is deze keer in handen van Ian Lavender, een van de weinig nog levende acteurs uit de serie Dad’s Army (Daar komen de schutters). Zijn openingszin is van ware Britse klasse.
Mede door de kwaliteit van de toegevoegde composities heeft Rick Wakeman met King Arthur, in tegenstelling tot zijn remakes van “Henry VIII” en “Journey”, een zeer coherent geheel afgeleverd. Opnieuw blijkt dat hij in deze historische thematiek in combinatie met bijna klassieke orkestratie van eenzame klasse is.
Math Lemmen