Colombo, Roberto

Botte Da Orbi

Info
Uitgekomen in: 1978
Label: Sublime Records
Website: -
Tracklist
Ascolta Si Fa Sera (5:12)
Botte Da Orbi (1:51)
Fiato Alle Trombe (5:43)
Dai Non Fare Il Romantico (4:36)
Alegher Alegher (5:38)
Danza Disumana (4:50)
Il Ritorno Di Likembe (6:04)
Fine Del Trentatré (1:20)
Roberto Colombo: toetsen, percussie, zang, composities, arrangementen, dirigent
Met medewerking van:
Walter Calloni: drums
Stefano Cerri: bas, zang
Lucio Fabri: viool
Ricky Gianco: zang
Hugo Heredia: saxofoon
Ronnie Jackson: gitaar
Mario Pagani: viool
Patty Pravo: zang
Tulio de Piscopo: drums
Nanni Ricordi: zang
Botte Da Orbi (1977)

Roberto Colombo is een spil van de Italiaanse symfo. Hij stond samen met Alberto Camerini aan de wieg van Smog, speelde met alle belangrijke muzikanten en droeg met zijn soloplaten en productiewerk bij aan het bekend maken van Italiaanse rock en jazz. Terecht brengt Sublime zijn tweede solowerk uit 1977 opnieuw uit.”Botte Da Orbi” (Blows All Round) is een bijzondere plaat, in feite een typische componist-arrangeur prestatie.

De plaat opent heel sterk met Ascolta Si Fa Sera, een gelikt stukje Zappa-jazz. Een mooi intro, sterk drumwerk van Tulio de Piscopo, flardje echte jazz, beetje chaos, vervreemdende elementen als een operettezanger en vooral veel blazers. Nummer twee, Botte Di Orbi, klinkt in tegenstelling tot de meeste stukken van deze plaat, hopeloos gedateerd. Het is een duetje tussen drummer De Piscopo en Colombo. Deze scat een beetje voor zich uit, terwijl zijn stem zo vervormd is dat-ie klinkt als Peter Weekers die door zijn fluit heen zingt (Flairck- en Zengaliefhebbers weten wel wat ik bedoel.) Gelukkig is het kort.

Fiato Alle Trombe is onvervalste jazzrock met een funky Micromoog bas en een lekkere solo van Stefano Cerri. Helaas dringen ook hier de vervreemdende vocale interrupties naar de voorgrond. Als compositie is het stuk een beetje richtingloos. Een ritme, wat solo’s en af en toe een toefje getoeter. Dai Non Fare Il Romantico (vrij vertaald: ‘doe eens niet zo romantisch’) is het mooiste stuk van de plaat, een gedragen nummer dat doet vermoeden dat Joe Jackson het op had staan toen hij zijn symfonische muziek componeerde. Prachtige cellopartijen ondersteunen de lyrische melodie.In AlegherAlegher is Zappa weer terug. Dit is geen lopende melodie maar een aaneenschakeling van breaks, met dezelfde hectische blazerpartijen als in Gershwin’s “Rhapsody In Blue”. Na anderhalve minuut zit de luisteraar ineens vol in de jazzrock, met een vioolsolo van Lucio Fabri (P.F.M.) en een scheurende saxofoon van Hugo Heredia. Fraai. In Danza Disumana krijgt de gekte weer de overhand. Een stuwend ritme met veel vocale kapriolen (komt daar Donald Duck voorbij?) en toeter-injecties. Het wil maar geen liedje worden, veeleer is het de achtergrond voor een paar mooie solo’s.

Il Ritorno Di Likembe is meer van hetzelfde, maar het sterke ritmewerk van PFM-ers Walter Calloni en Stefano Cerri maken het magere thema weer een beetje goed. Fine del Trentatré (het einde van de drie en dertig) is een te kort slotdingetje. Te kort, omdat Colombo hier, door een mooie zangpartij en het ontbreken van de big band, nog het dichtst aansluit bij de Italiaanse symfo van zijn tijd. Dit had wel een poosje mogen doorgaan, als afsluiter.

“Botte da Orbi” is een leuke studieproject voor conservatoriumstudenten. Een interessante plaat, knap gearrangeerd, maar met uitzondering van Ascolta Si Fa Sera en Dai Non Fare Il Romantico is de muziek een beetje stuurloos. De composities “gaan nergens heen”. Prettig om te beluisteren, maar je onthoudt er geen noot van.

Erik Groeneweg

Send this to a friend