Het zijn verwarrende tijden voor de Mike Oldfield aficionados. Komen er opeens twee tribute-albums uit naar aanleiding van het verschijnen, ruim 50 jaar geleden, van zijn meesterwerk/debuutalbum “Tubular Bells” (TB). Ik heb serieus moeten puzzelen om het onderscheid tussen de diverse uitgaves te kunnen bepalen. Dat geldt zelfs voor enkele sites die de verkeerde hoes plaatsen bij een recensie!
In de eerste plaats is daar natuurlijk de versie van de meester zelf, met wat extra nummers en met een gouden beeltenis op de hoes. Dan is er een eerbetoon van het fameuze Royal Philharmonic Orchestra, alleen verkrijgbaar op een dubbel-cd. En er is dus dit liveoptreden op Blu-ray van een groep, samengesteld door voormalig Oldfield-medewerker Robin Smith. Diezelfde Smith is ook verantwoordelijk voor het eerste stuk dat gespeeld wordt tijdens de show. Hij componeerde The Gem in de stijl van de meester.
En om maar direct met de deur in huis te vallen: nee, de meester speelt zelf niet mee op dit album (ook niet op het album van het RPO). Sterker nog: hij heeft er niets mee te maken, hoewel de makers zelf in alle toonaarden aangeven de volledige zegen van de ooit als kluizenaar bekendstaande componist te bezitten. De bezetting tijdens het optreden is grotendeels gelijk aan de muzikanten die verantwoordelijk zijn voor het album “Tubular Bells – Reimagined”.
Het openingsstuk van het optreden is dus die eigen compositie van Smith, genaamd The Gem. Het nummer start als new age/ambient muziek met cello en percussie, maar verandert al gauw in Pink Floyd-achtige filmmuziek. Dat zou wel eens kunnen komen door het sterk aan David Gilmour verwante spel van gitarist Jay Shapley. Het lijkt maar zijdelings op Oldfield, maar dat is ook niet echt noodzakelijk. Circa achttien minuten duurt dit openingsnummer, het wordt gevolgd door Summit Day, wel een Oldfield-compositie, afkomstig van het album “Guitars” uit 1999. Een prachtig ingetogen instrumentaal stuk, geschreven voor gitaar. Een matige versie van Moonlight Shadow wordt gezongen door blootvoets bassiste Lisa Featherston, in een lagere toonsoort dan normaal.
Dan is het tijd voor TB Part 1, de entree ook voor een groep dansers en acrobaten onder de naam Circa Contemporary Circus. Tegen het decor van een grote geprojecteerde brandende bol voeren zij hun ballet en Cirque du Soleil-achtige acrobatische toeren uit. Onder luid applaus van het publiek, tussen de bedrijven door, opmerkelijk. Het wordt uiteindelijk wel een tikkeltje saai, het schijnt het aanwezige publiek in de Royal Festival Hall niet te deren. Part 2 kent muzikale hoofdrollen voor gitaar, piano, cello en percussie. En hoor ik daar weer die rapper die, net als op het album, de Caveman-sectie voor zijn rekening neemt? Het enthousiaste publiek beloont muzikanten en dansers met een staande ovatie, waarna nog een korte versie van Sailor’s Hornpipe met vooral mandoline tot publieksparticipatie leidt.
Mooi gefilmd allemaal, in beeld gebracht door een professionele crew. Het optreden zelf beslaat de volledige eerste schijf met circa negentig minuten, op schijf 2 staat een zogenaamde tour documentaire. Niet onaardig maar erg langdradig en op enig moment ook saai. Iedereen draagt mondkapjes, COVID 19 woedde nog hevig in deze periode.
Uit de documentaire blijkt duidelijk dat het hier vooral gaat om een professionele West End showproductie, met de uitdrukkelijke bedoeling om meerdere voorstellingen te geven, van Dubai tot Helsinki. Het is dan ook zeker geen 100% reproductie van Oldfields origineel, maar ook geen echt vernieuwend stuk. Je zou het kunnen zien als een cinematografische versie ter ondersteuning van het ballet en de projecties, uitermate geschikt voor theaters en podia. Het zal voor sommigen een kennismaking met de muziek van Oldfield betekenen, voor anderen een viering van diens werk.