Rockfour is een Israëlische band die is neergestreken in de VS om daar een redelijk succesvolle carrière op te bouwen. Na een stilte van drie jaar is de band terug met een plaat vol prettige powerpop.
De belangrijkste mannen in de band zijn Baruch en Marc. Samen schrijven ze alle liedjes en spelen ze bijna alle instrumenten. Dat instrumentarium wordt verrijkt door wat gastspelers, zoals percussionist en vibrafonist Chris Berens. De band grossiert in een lichte vorm van psychedelia, geïnspireerd op The Beatles, The Who, The Zombies, The Byrds en vroege Pink Floyd, maar af en toe hoor je ook wat recentere invloeden zoals The Cure, XTC, Motorpsycho en – onvermijdelijk – Porcupine Tree. De wat rauwere gitaarrock van eerdere platen is – samen met gitarist Eli Lulai – verdwenen.
Over het algemeen is dit luchtige, hapklare muziek, geholpen door de prettige zangstemmen en het talent sterke liedjes te schrijven. Symfoliefhebbers zullen zich vooral aangetrokken voelen door het gebruik van oude keyboards (Mellotron!) en de knappe koortjes. Afgezien van een walsje hier en daar is dit redelijk rechte popmuziek die alleen wat psychedelisch is in een incidentele gitaarsolo en de sloten galm waarin de muziek behaaglijk rondzwemt.
De cd is met zorg gemaakt. Het boekje vind ik erg mooi en de productie sluit naadloos aan bij het genre. Het had wel wat droger gekund, maar het geluid is mooi breed en rijk dankzij al die verschillende instrumenten. Het is af en toe zo vol dat het wel verloren opnamen van ELO lijken! Belangrijker is dat Rockfour knappe nummers schrijft, van die liedjes die in je kop blijven hangen. Dankzij het veelvuldige gebruik van een 12-snarige Rickenbacker gitaar is niet alleen de vergelijking met The Byrds snel gemaakt, maar krijgt de muziek ook zo iets vrolijks dat je bijna de zomer hoort. En dat terwijl het pijpenstelen regent terwijl ik dit stukje zit te typen. Een hele prestatie!
“Memories Of The Never Happened” is een sterk album vol heerlijke popmuziek. Lichte kost dus, maar dat is ook wel eens prettig. Rockfour verdient een veel groter publiek.
Erik Groeneweg