Eind juni deed Roger Hodgson ons land weer eens aan voor shows in respectievelijk Rotterdam en Amsterdam. Het optreden in het Nieuwe Luxor theater in Rotterdam is onderdeel van een wereldwijde tournee van de man en zijn band die hen langs ruim dertig steden in Europa voert, van juni tot en met september. In juli maakt de band de oversteek naar de VS voor een kleine dertig optredens om uiteindelijk in Europa te eindigen. Niet slecht, zestig shows, voor de voormalig frontman van Supertramp die tussen ‘69 en ‘83 onderdeel was van de beroemde band en al in 1984 zijn eerste soloalbum, “Eye Of The Storm”, het levenslicht liet zien.
De introductie wordt verzorgd door ex-Veronica dj Erik de Zwart, die zijn gehoor, grotendeels leeftijdgenoten, welkom heet en de band op enthousiaste wijze presenteert. Grappig feitje: Supertramp’s Fool’s Overture was jarenlang bij Veronica de jingle bij de concertagenda. Ook voor de Zwart is de cirkel rond.
De band trapt direct af met Take the Long Way Home. Gezeten achter zijn witte toetsenbord de hoofdrolspeler van deze avond, de inmiddels 68-jarige Roger Hodgson. Als immer gekleed in een wit kostuum en dito schoenen, het haar nog altijd lang, wat grijzer misschien maar nog steeds onmiskenbaar als het gezicht en de stem van de band die in de jaren zeventig met zijn muziek zoveel invloed had op de generatie van die periode. Het openingsnummer wordt gevolgd door een lang en enigszins zalvend praatje waarna gelukkig de herkenbare tonen van School aanzwellen, Roger neemt de gitaar ter hand voor een prima versie van dit legendarische nummer. Jeopardy is het eerste niet-Supertramp nummer, de pianosolo is uitstekend, evenals de driestemmige zang. Succesnummer Breakfast In America, al op 19-jarige leeftijd geschreven door Hodgson, kent een hoofdrol voor de sopraansax van nieuwkomer Ghegan. Hij zal verderop in de show nog meer van zich doen spreken. Sister Moonshine van “Crisis? What Crisis?” uit 1975, wordt voorzien van een smaakvolle toetsensolo en niet in de laatste plaats, een uiterst jazzy bijdrage op saxofoon.
Tijdens de introductie voor Hide In Your Shell vertelt Hodgson over de recente aanvallen op internet die hij heeft moeten verduren. Hij nodigt het publiek uit tot participatie en vooral ‘happy feeling’. De aanwezigen reageren door keurig in de maat mee te klappen. Hodgson heeft overigens hoorbaar moeite met de hoge noten in dit nummer. Dat geldt niet voor Along Came Mary, zichzelf begeleidend op akoestisch gitaar deze keer. De melodieuze bas, midi blazer en licht Ierse folksong invloeden kenmerken dit nummer. De band speelt in een ruk door, het iconische The Logical Song is het laatste nummer voor de pauze. De prima-de-luxe uitvoering is een uitstekende showcase voor top talent Ghegan op zijn altsax, het publiek heeft er een groot applaus voor over.
Hodgson’s vaste bandleden, multi-instrumentalist Aaron MacDonald, en toetsenist/zanger Kevin Adamson hebben vrijaf gekregen voor deze toer. Hun plaatsen worden ingenomen door toetsenist Ray Coburn en de ster van de show, Michael Ghegan. Wat een talent deze man, makkelijk switchend tussen toetsen en sax, zowel elektronisch als koper. En een goede zanger bovendien, de harmonievocalen samen met bassist David Carpenter zijn van hoge klasse. Voor mij was deze jonge Amerikaan de ster van de show, who needs John Helliwell (nou ja, voor de aankondigingen misschien..). Ondanks het feit dat de helft van de musici nog niet veel vlieguren heeft gemaakt bij Hodgson, was ik toch onder de indruk van de uitstekende band die een hecht, solide geluid produceerde.
![]() |
Het podium is voor de verandering gedecoreerd met een aantal palmbomen en de overheersende kleuren van de lichtshow, geel, paars en groen, doen onwillekeurig denken aan de hoes van de legendarische live-elpee uit 1978, “Paris”. Zoals al opgemerkt, het zat wel goed met de lichtshow, hetzelfde geldt voor het geluid.
Na de pauze volgt een geïnspireerde vertolking van Child Of Vision met mooie harmoniezang en een lange solo spot voor toetsenist Ray Coburn. Lord Is It Mine wordt begeleid door een stichtelijke tekst van dominee Hodgson die en passant de grote zwarte vleugel in het midden van het podium bespeelt. Hoe anders is het volgende nummer, Death And A Zoo is een intrigerende authentieke ballade, heel verschillend van de rest van het soms wat gezapige materiaal. Het prachtige Even In the Quietest Moments is de solo act van onze hoofdrolspeler, ditmaal zichzelf begeleidend op akoestische gitaar, het kenmerkende sax deuntje wordt niet eens gemist. Tijdens het van het eerste soloalbum afkomstige Had A Dream (Sleeping With The Enemy) neemt Roger de elektrische gitaar ter hand. Driftig solerend brengt hij dit prima rockende nummer tot een goed einde, eindelijk wat meer pit, het brengt de zaal op de benen. Oude bekende Dreamer wordt gevolgd door het laatste nummer van de set, het epische Fool’s Overture. Ditmaal in een werkelijk sublieme versie het absolute hoogtepunt van de show met een excellerende Michael Ghegan op altsax. Het terechte applaus van het enthousiaste publiek is oorverdovend.
De band keert snel weer terug op het podium en zet meteen kaskraker Give A Little Bit in, zelfs degene die volledig onbekend is met het werk van Supertramp veert nu op. Daarna is het de beurt aan It’s Raining Again, de echte uitsmijter deze avond, zeer tot genoegen van het publiek in de havenstad. De zaal is uitgelaten, er wordt volop meegezongen en geklapt en links en recht wordt zelfs een voorzichtig dansje uitgevoerd tijdens het afsluitende nummer. Een minutenlange staande ovatie is de beloning voor band en frontman, het wordt in dank aanvaard.
Toch moet me iets van het hart: hoe goed de muziek van Hodgson ook is, af en toe miste ik toch de bijdragen van voormalig kompaan Rick Davis. Natuurlijk, Hodgson’s songs zijn melodieus en poppy van karakter, uitstekende meezingers ook. Maar af en toe zou je tussen al dat zoets ook wel weer eens iets hartigs willen, een beetje Rudy, From Now On of Crime Of The Century misschien. Zoiets als karamelchocolade zonder zeezout of cola zonder tic, u begrijpt me wel. Prima op zichzelf, maar het is de combi die het hem doet/deed. Een vrijwel uitverkocht Nieuwe Luxor had daar echter totaal geen boodschap aan. Veel vijftigers en zestigers, het is precies zoals de Zwart al zei tijdens zijn introductie, de muziek van Supertramp vertegenwoordigt voor velen de soundtrack van hun jeugd.
Uiteindelijk worden we getrakteerd op een dertiental Supertramp covers en vier nummers uit zijn solo-oeuvre, eerlijk verdeeld over “Eye Of The Storm” (1984) en “Open The Door” (2000). Het publiek komt voornamelijk voor het eerste, logisch, en wordt daarin niet teleurgesteld. Het is het Grote Feest der Herkenning, waarbij je soms op moet passen om niet als een veredelde tribute band een pastiche van jezelf te worden. Dat gaat nog net goed in het onderhavige geval maar de scheidslijn is dun. Desondanks is er sprake van een uitstekend optreden van Hodgson en kompanen.
Het publiek verlaat op even rustige wijze als het was gekomen het enorme theatergebouw. Je kunt hier makkelijk verdwalen en, heel opmerkelijk, het lijkt helemaal niet druk ondanks de bijna volledig uitverkochte zaal met een capaciteit van ca. 1.500 plaatsen. De garderobe heeft weinig te doen deze zwoele zomeravond, in groepjes en in uitgelaten stemming verdwijnen ze in het nachtleven van Rotterdam om nog even na te genieten. Take the long way home, bloody well right!!
Verslag en foto’s: Alex Driessen