Een stadionconcert is me wat! Alleen er komen is al een ramp. Files, volle parkeerplaatsen, lange wachtrijen, drukte bij de toiletten. En als ik dan het Gelredome binnenloopt bekruipt mij altijd het gevoel dat zoiets onnatuurlijk is. Zoveel mensen bijeen voor één concert. En dan te bedenken dat het Gelredome maar een klein stadionnetje is.
We waren allemaal bijeen gekomen om te kijken naar een live-uitvoering van Pink Floyd’s “The Wall”, maar dan uitgevoerd door Roger Waters en zijn begeleidingsband. En dat betekent een theatershow pur sang. Het recept mag bekend zijn bij de gemiddelde progfan: gedurende de uitvoering wordt voor de liveband een heuse muur van piepschuimen blokken gebouwd. Op die muur worden weliswaar allerlei prachtige diaprojecties vertoond, feit blijft dat de band op een gegeven moment compleet achter de muur is verdwenen. Het beste wordt dat rare gevoel dat je in een stadion tegen een muur staat te kijken, nog vertolkt in Hey You, waar letterlijk niks gebeurt: je staat tegen de inmiddels opgebouwde muur te kijken en je kunt zowaar nog net vanuit de bovenrand een lichtshow ontwaren.
Voor de rest is de uitvoering van “The Wall” een waar spektakel. Vuurwerk, een op het podium ontploffend vliegtuig, maar liefst vier opblaaspoppen van ongelooflijke proporties, en niet te vergeten de oogstrelende diaprojecties op de muur, die vaak nog steentje voor steentje lijkt te kloppen. Er moet zowaar een draaiboek voor de stenen zijn. Tel daarbij op het quadrofonische, loepzuivere geluid, en een voortreffelijke groep muzikanten en je hebt het recept voor een fijn avondje uit.
Hoewel je zou zeggen dat een show van deze proporties en zo strak geregisseerd als deze is verstoken van enige emotie, maar dat is niet waar. Uiteraard is van enige improvisatieruimte geen sprake, elk detail van de show is zichtbaar met veel liefde en toewijding geproduceerd en het resultaat mag er naar zijn. Het belangrijkste is echter Roger Waters zelf. Hij steelt de show met zijn show. Niet alleen is hij uitstekend bij stem, veel beter dan in voorgaande jaren, zo lijkt, maar hij geniet met volle teugen. Als een klein kind heft hij regelmatig zijn beide gebalde vuisten naar de muur. Hij lacht, in plaats van dat hij spuugt. Het moge bekend zijn dat “The Wall” feitelijk één lange therapeutische sessie van Waters zelf is, en het is tekenend dat hij aan het einde van het concert het publiek bedankte met de woorden: ‘thank you for letting me tear down my walls’. De man is met de jaren zachter en sympathieker geworden, zowaar.
En dat is eigenlijk precies waar ik nog het meeste van genoot. Ondanks het ongelooflijke spektakel leek Waters met zijn uitvoering van “The Wall” te vieren dat zijn eigen muren nu voorgoed waren gevallen.
Zo, en nu een heruitgave van “The Wall” graag, in een luxe verpakking met een 5.1 surround mix. Slapen ze bij EMI Records, ofzo?
Markwin Meeuws