Vernoemd naar Roger Waters’ eerste tournee in twaalf jaar, is “In The Flesh – Live” een registratie van het concert dat hij op 27 juni 2000 geeft in de Rose Garden Arena van Portland, Oregon (USA). Tijdens dit concert speelt hij een ruime selectie van zijn carrière met Pink Floyd. In chronologische volgorde passeren Set The Controls For The Heart Of The Sun van “A Saucerful Of Secrets”, Breathe (In The Air), Time, Money, Brain Damage en Eclipse van “Dark Side Of The Moon”, Shine On You Crazy Diamond (Parts 1-8), Welcome To The Machine en Wish You Were Here van “Wish You Were Here”, Pigs On The Wing (Part 1) en Dogs van “Animals”, In The Flesh, The Happiest Days Of Our Lives, Another Brick In The Wall (Part 2), Mother en Comfortably Numb van “The Wall” en Get Your Filthy Hands Off My Desert en Southampton Dock van “The Final Cut” de revue.
Naast deze wel erg omvangrijke schifting uit zijn verleden met Pink Floyd, brengt Roger Waters ook een beknopte bloemlezing uit zijn solocarrière ten gehore. Deze, wat mij betreft, erg korte selectie omvat alleen 5:06 A.M. (Every Stranger’s Eyes) van “The Pros And Cons Of Hitch Hiking” en Perfect Sense (Part 1), Perfect Sense (Part 2), The Bravery Of Being Out Of Range, It’s A Miracle en Amused To Death van “Amused To Death”, aangevuld met nieuweling Each Small Candle.
Met een oeuvre dat maar liefst vijftien albums beslaat, waarvan slechts drie soloplaten, is het niet onbegrijpelijk dat het voormalige hart en ziel van Pink Floyd simpelweg niet al zijn klassiekers kan spelen. Ik vind het alleen jammer dat hij niet wat meer onbekende(re) nummers op de setlist heeft geplaatst. Dat hij bovendien slechts één nummer speelt van “The Pros And Cons Of Hitch Hiking”, niets van “Radio K.A.O.S.” en een magere keuze maakt uit “Amused To Death” vind ik eigenlijk niet door de beugel kunnen. Deze scheve verhouding tussen Pink Floyd- en solomateriaal stemt mij niet gelukkig.
Dat Roger Waters zoveel nadruk legt op het oude Pink Floyd-materiaal heeft echter een duidelijke reden. “Ik heb het gevoel”, vertelt hij, “dat sinds een paar jaar het publiek eindelijk in gaten krijgt wie ik ben en wat ik voor Pink Floyd heb gedaan. Bovendien wil ik dat de mensen mijn nummers zouden horen zoals ik ze speel. Ik was lange tijd zeer kwaad wanneer ze door Dave en Nick gespeeld werden. Ik ben ik daar nu overheen, maar ik zou graag willen dat het niet gebeurde. Het gaat mij niet om het geld, maar om persoonlijke genoegdoening en om eigenwaarde. Ik wil gewoon dat het publiek weet wie die nummers geschreven heeft”.
Omdat het merendeel van deze setlist welhaast onophoudelijk vertolkt is door die ‘andere band’, lijdt een deel van de nummers aan overexposure. Desalniettemin weet Roger Waters, met de hulp van zijn door de wol geverfde begeleidingsband, deze nummers van nieuwe levenskracht en vitaliteit te voorzien. Mede door de inbreng van P.P. Arnold, Doyle Bramhall II, Graham Broad, Jon Carin, Andy Fairweather Low, Katie Kissoon, Susannah Melvoin, Norbert Stachel, Andy Wallace en Snowy White wordt de nummers nieuw leven ingeblazen door middel van alternatieve arrangementen en fonkelnieuwe instrumentaties. Mede hierdoor klinkt het geheel ook nu bijzonder fris en levendig.
Overigens zijn Doyle Bramhall II, Jon Carin en Susannah Melvoin verhinderd wanneer Roger Waters in 2002 aan zijn wereldtournee begint, die hem ook in Europa brengt. Hun plaatsen zijn ingenomen door respectievelijk Chester Kamen, Harry Waters (de zoon van) en Linda Lewis, die op haar beurt later in de tournee vervangen wordt door Carol Kenyan. Tot mijn grote spijt moet ik mededelen dat ik – hoofdzakelijk door het wegvallen van de twee heren – zonder enige aarzeling de bezetting van de oorspronkelijke begeleidingsband prefereer.
In plaats van de toeschouwer te willen overdonderen met een adembenemend schouwspel zoals we vooral van de meest recente concerten van Pink Floyd gewoon zijn, trakteert Roger Waters ons op een buitengewoon sfeervol en intiem concert, dat rust en ontspanning uitstraalt. Met deze opzet kiest hij duidelijk voor een optreden waarbij de muziek meer in het middelpunt staat. Getuige de interactie met het publiek blijkt dat hij met deze opzet wel eens de enige juiste keuze heeft gemaakt.
Geheel in overeenstemming met de ambiance van het concert heeft regisseur Ernie Fritz de beelden op een mooie, ingetogen manier vastgelegd. Daarbij wisselt hij tijdens deze registratie op bijzonder smaakvolle wijze van perspectief. Zo zien we fraaie overzichtsbeelden en close-ups van het podium, het gigantische beeldscherm, de bandleden en het publiek aan ons voorbij trekken.
Video:
De concertbeelden zijn vastgelegd op High Definition Video en worden hier weergegeven in anamorfisch breedbeeld met een beeldverhouding van 1.78:1. De beeldkwaliteit is, zeker voor een concertfilm, gewoonweg ongeëvenaard. Met zuivere en natuurlijke kleuren is ook de kleurweergave meer dan voortreffelijk te noemen. Zelfs de bij live-dvd’s doorgaans ‘moeilijke’ kleuren als blauw en rood komen dit keer uitstekend uit de verf.
Vanwege een uitstekende resolutie en schaduwdetaillering is het beeld in de regel als zeer scherp en helder te bestempelen. Ook is er niets mis met het contrast en zwartniveau, waardoor zelfs ook de detaillering tijdens de donkere momenten van het concert goed te noemen is. Bovendien is edge-enhancement nagenoeg volledig afwezig.
Vanwege de specifieke kenmerken aangaande de registratie van een live-concert, vormt aliasing dikwijls een groot en onoverkomelijk probleem. Gelukkig wordt dit hinderlijke verschijnsel op “In The Flesh – Live” meer dan uitstekend onder controle gehouden en kent de dvd ook op dit gebied nauwelijks enige noemenswaardige problemen.
Kortom… dit beeld is van referentiekwaliteit.
Audio
“In The Flesh – Live” levert twee geluidssporen: een Dolby Digital 5.1 surroundspoor en een LPCM 2.0 stereospoor. Het eerste spoor heeft een bitrate van 448 kb/s, terwijl het tweede spoor een ongecomprimeerd stereospoor is met een bitrate van maar liefst 1920 kb/s. Beide geluidssporen bieden een uitstekende geluidskwaliteit met een stevig en strak laag en een helder en zuiver hoog, zonder enige hinderlijke vervorming.
Het 5.1 geluidsspoor is een buitengewoon smaakvolle surroundmix met een prachtig ruimtelijk en homogeen geluidsbeeld. Omdat de muziek geen gebruik maakt van het centerkanaal, ontstaat er vóór een zeer natuurlijk en uiterst realistisch stereobeeld. De sfeervolle surroundmix legt de nadruk op beide hoofdluidsprekers, terwijl de achterkanalen gebruikt worden voor het mooie ruimtelijke klankbeeld. De talrijke quadrafonische geluidseffecten komen werkelijk uit alle kanalen, waaronder ook het centerkanaal.
Het tweede geluidsspoor is een volwaardig LPCM stereospoor. Omdat dit spoor is afgemixt met het Qsound systeem, doet dit stereospoor qua ruimtelijkheid niet erg veel onder voor de surroundmix. Door de bitrate wint dit ongecomprimeerde geluidsspoor hoorbaar aan helderheid en detaillering, zodat dit spoor de kwaliteit van een gemiddelde CD makkelijk overstijgt.
Hoe het ook zij… beide geluidssporen zijn van referentiekwaliteit, waarbij ik puur geluidstechnisch een duidelijke voorkeur heb voor het LPCM geluidsspoor.
Extra’s
“In The Flesh – Live” bevat een magere selectie aan bonusmateriaal, waaronder een documentaire, een biografie, een fotogalerie, songteksten en een technische handleiding voor een goede afstelling van beeld en geluid.
De bijna achttien minuten durende (niet dertig zoals de hoes abusievelijk vermeld) documentaire “Gearing Up” vormt wat mij betreft de enige interessante bonus. Hier laat Roger Waters ons getuige zijn van de voorbereidingen voor zijn tournee. We zien videobeelden uit het prille begin met de allereerste repetities tot aan de laatste soundchecks in de Rose Garden Arena van Portland (waar deze dvd is opgenomen). Daarbij besteedt de regisseur bijzonder veel aandacht aan de interactie tussen de tien muzikanten, waardoor de documentaire lekker wegkijkt. Deze wordt overigens gepresenteerd in 1.78:1 anamorfisch breedbeeld met tweekanaals stereogeluid, hetgeen ruim voldoende is.
Bij de bandbiografieën vinden we beknopte overzichten van de muzikale loopbanen van P.P. Arnold, Doyle Bramhall II, Graham Broad, Jon Carin (zonder vermelding van Pink Floyd!), Andy Fairweather Low, Katie Kissoon, Susannah Melvoin, Norbert Stachel, Andy Wallace en Snowy White. Vreemd genoeg ontbreekt in dit overzicht de naam van Roger Waters zelf! De fotogalerie beslaat maar liefst 46 foto’s, maar is niet echt interessant. De praktische mogelijkheid om tijdens de nummers de teksten mee te kunnen lezen is werkelijk een natte droom van menig rechtgeaarde Karaoke-fan! Onder “Technical Sound System Set-Up Guide” vinden we tenslotte een technische handleiding. Hier wordt aan de hand van testgeluiden en -beelden een paar handige tips gegeven voor een optimale afstelling van geluid en beeld.
Conclusie
Roger Waters staat inmiddels reeds jaren bekend vanwege zijn perfectionistische werkwijze. Het is dan ook vanzelfsprekend niet verwonderlijk dat de beeld- en geluidskwaliteit van “In The Flesh – Live” beide van referentieniveau zijn. Van de twee aanwezige geluidssporen op deze dvd heb ik een lichte voorkeur voor het ongecomprimeerde LPCM stereospoor, dat mede door het Qsound systeem een werkelijk fenomenale ruimtelijke geluidskwaliteit kent.
Op deze schitterende dvd wandelt de gewezen Pink Floyd-bassist via zesentwintig composities door zijn rijke muzikale verleden, waarbij hij helaas te kort stilstaat bij zijn ietwat ondergewaardeerde solomateriaal. Hij krijgt ondersteuning van een doorgewinterde begeleidingsband, met hoofdrollen voor gitarist Doyle Bramhall II en multi-instrumentalist Jon Carin, die deze bekende nummers vaak van een iets ander jasje voorzien.
Ondanks een zeer magere selectie aan bonusmateriaal is deze fraaie dvd zonder enige twijfel een regelrechte aanrader voor elke liefhebber van Roger Waters en/of Pink Floyd. Heb je deze nog niet? Je zou al in de winkel moeten staan!
Frans Schmidt