Mike Oldfield werd wel eens een eenpersoonsorkest genoemd. Hij kon in elk geval op Tubular Bells welhaast in zijn uppie het geluid van een heel ensemble creëren. Roland Bühlman weet net als Oldfield hele landschappen met zijn muziek te scheppen. De vraag is of deze plaat een ware Grand Canyon is of dat deze muziek niets meer is dan een stadsparkje waar je even verveeld doorheen wandelt.
Gelukkig is die vraag snel te beantwoorden. Dit album laat een goede indruk achter. Net als bij “Aieno” heeft deze muziek een welhaast buitenaards karakter. “Bailenas” neemt daarentegen veel meer rust en is bovendien wat meer gefocust. Dit pakt positief uit. Het geeft de nummers een mysterieus gevoel, wat met name te danken is aan het intrigerende gitaarspel. Het is daarbij lastig om precies de stijl van Bühlmann te duiden. Hoewel het spel zich ergens tussen Mike Oldfield en Steve Howe lijkt te bevinden.
Het mooie, mystieke sfeertje resulteert bovendien dikwijls in erg sterke composities. Zo ook op het welhaast folky titelnummer. Bailenas is een compositie die zich langzaam ontvouwt. Hier valt ook goed op dat Bühlmann een zeker soort ruimte in zijn muziek verwerkt, waarbij hij niet bang is om af en toe het tempo wat te verlagen. Het geeft de luisteraar wat meer tijd om rond te waren in zijn stemmige muziek Daarentegen zijn er op dit album ook wat onstuimigere composities te vinden. Zo bevat Rougeoyer enkele prachtige, duwende rock melodieën. Bepaalde klanken op deze compositie doen mij daarnaast zelfs aan Awaken van Yes denken en dat mag als een groot compliment worden opgevat.
Het hoogtepunt van dit album is echter het 18 minuten lange Pange Chorda. De eerste acht minuten van deze compositie doen denken aan de muziek van de post-rock band Hammock. Eenzelfde weidse, rustgevende sfeer wordt hier gecreëerd. Het nummer begint met abstracte noten, waarna rustig wordt opgebouwd naar concrete ritmes. De wende van deze compositie is bovendien ijzersterk. Op het moment dat de gitaren echt hun intrede maken, is het net alsof je wordt meegenomen in een stroomversnelling. Het nummer eindigt dan voor dat je er erg in hebt. Deze artiest snapt dus goed hoe je de luisteraar op het puntje van zijn stoel kan laten zitten.
Het enige kritiekpunt is dat deze muziek net iets chaotischer mag. Hoewel de composities intrigeren, voelt de muziek hier en daar nog iets te afstandelijk aan. Wat meer wanorde zou de luisteraar volkomen kunnen onderdompelen in de muzikale wereld van Roland Bühlmann.
De muziekwereld is in elk geval weer een gave multi-instrumentalist rijker. Het prachtige gitaarwerk en de mooie, weidse composities vallen in positieve zin op. Met Pange Chorda bevat dit album zelfs een erg sterke epic. Hoewel “Bailenas” soms wat afstandelijk overkomt, is het een ruwe diamant die zeker de moeite van het beluisteren waard is.
Luke Peerdeman