Onder de naam Root heeft de uit Leicester afkomstige multi-instrumentalist David Kendall al diverse albums in eigen beheer uitgebracht. “Bird’s Eye & Tiger Striped” is zijn zevende creatie en je kan je afvragen of de vogel en de tijger uit de titel misschien metaforen zijn voor het lieve en het wrede in de mens. Je kan je ook afvragen of deze dieren (mits ze niet gekooid zijn) symbool staan voor de artistieke vrijheid die Kendall heeft. Je kan je natuurlijk ook helemaal niets afvragen en gewoon lekker naar de muziek gaan luisteren. Mijn advies is om dat dan maar te doen. Het album is er in elk geval pretentieloos genoeg voor.
De enthousiaste woorden van collega Markwin Meeuws in zijn recensies over “Illumination” en “Wooden Hill” kan ik helemaal onderschrijven. Het is dan ook prettig om te constateren dat “Bird’s Eye & Tiger Striped” in het verlengde ligt van deze voorgangers, met andere woorden: de neo-prog tiert weer welig. Ditmaal heeft Kendall gekozen voor een wat toegankelijker totaal zonder dat de vork anders in de steel steekt. Daar zijn ze weer, die pakkende melodieën. Nog steeds hoor je die aangename stem van Kendall die richting Steve Hoghart gaat en nog steeds hoor je die briljante koortjes van hem. Als altijd neemt zijn gitaarspel een prominente plaats in. Het is pure winst dat Kendall steeds meer gaat klinken als een volle neef van David Gilmour. Luister en geniet van zijn vele solo’s. Tussen de hegemonie van al deze gitaarheerlijkheden zorgen smakelijke toetsenpartijen weer voor de juiste ondersteuning. Een enkele keer neemt een synthlijntje het voortouw maar voor het merendeel is het erg akkoordmatig wat de man op de toetsen doet. De kracht van het album zit absoluut in de warme gloed die ervan afstraalt en dat is knap. Zelden heb ik een drumcomputer zo deel horen uitmaken van een intens geheel. Minpuntje is wel dat de bekkens klinken als pannendeksels.
Kendall heeft een vorm te pakken die hem in staat stelt uiting te geven aan al z’n kwaliteiten. Alles draagt bij om de nummers te dienen onder het motto: één voor allen, allen voor één. Er zit een prettige lijn in het album, maar ondanks de redelijke variatie van het materiaal klinken de nummers best wel inwisselbaar. Maar ja, echt erg is het niet om een goed nummer in te ruilen voor een ander goed nummer. Met liefde wissel je het indrukwekkende Lay Down met z’n spacey tussenstuk in voor We Believe waar de gitaarsolo aan het eind weergaloos is. Even makkelijk verruil je het melodieuze Need So Much voor Someone Like You en ga zo maar door. “Bird’s Eye & Tiger Striped” is een album waar nagenoeg elk nummer raak is. Met de slepende opener Our Town, de subtiele akkoordwendingen van Lay Down en de ontwapenende charme van Need So Much maakt het album een vliegende start. Wel moet gezegd worden dat deze drie nummers dusdanig sterk zijn dat de volgende daar enigszins van profiteren. Als je het sec bekijkt zijn nummers als The Wrong Kind Of Living en Calm Of The Ages behoorlijk goed, maar ze geven dat onderbuikgevoel niet. Vette pech voor deze songs is dat ze buurtgenoot zijn van There’s No Change Today en Slow Down, nummers die hooguit redelijk te noemen zijn. Een uitstekend moment in deze fase is het Peter Gabriel- achtige tussenstuk van Calm Of The Ages.
Geheel volgens het sandwichprincipe eindigt het album zoals het begint: met drie ijzersterke nummers. In het broeierige The Perfect Day toont Kendall wederom zijn klasse als componist en arrangeur. Hij weet de juiste nootjes, de juiste sfeertjes op de juiste plaats te zetten. Zijn muziek heeft iets eigens, ondanks dat je vergelijkingen kunt maken met duizend andere bands. Je hoort Pendragon, Cyan, Like Wendy, Faf, Final Conflict en nog veel meer maar je hoort vooral Root, Root en nog eens Root. Het is zo ontzettend persoonlijk wat Kendall brouwt. In We Believe zit een pingel die doet denken aan Stairway To Heaven maar ik zal de laatste zijn die hem beschuldigd van plagiaat. Hij zal er vast iets mee bedoelen. Als je de pakkende zanglijn van afsluiter Someone Like You hoort, weet je toch wel heel zeker dat Kendall neo-prog maakt die recht uit het hart komt. Voor het gehele album geldt uiteraard dezelfde conclusie.
“Bird’s Eye & Tiger Striped” is een album dat meer bonst dan kraakt. Eigenlijk is deze recensie volstrekt overbodig. Hou op met dat geanalyseer van der Heijde en ga naar de muziek luisteren zoals die is gemaakt.
Dick van der Heijde