RSC uit Rzeszów, Polen, gaf na hun debuutalbum “Fly Rock” uit 1983 in dezelfde samenstelling -intensief- veel concerten en ontwikkelde zich verder in de neo-progressieve rock. Het tweede album dat RSC uitbracht en de titel “Zycie to teatr” (het leven is theater) meekreeg, was in 1984 alleen verkrijgbaar op een cassettebandje. Gelukkig is de muziek op dit album nu vereeuwigd via een heruitgave op cd, want er staan een paar onverwachte pareltjes op. Het tweede album bevat naast de opzwepende progrock ook verrassende, pulserende synthesizers. De vioolpartijen zijn ditmaal echter wat beperkter gebleven dan op het debuutalbum, dus is het wat minder Kansas geworden.
Het begint al met Muzyka semaforów (Seinpaalmuziek), dat duidelijk de inspiratie en synth-geluiden haalt van Tangerine Dream uit hun Blue Years, oftewel de jaren 80 periode. Het is hier vooral de elektronica die er een krautrock-sausje overheen gegoten heeft. Toeval of niet, in datzelfde jaar verscheen het live album “Poland” van deze Duitse band, hieruit heeft RSC ongetwijfeld inspiratie mee opgedaan. Van een geheel andere orde is Wolny będziesz szedł (Je loopt vrij), dat net zo goed een klassiek Rock Progressivo Italiano-nummer had kunnen zijn, zoveel lijkt het gepassioneerd gezongen Pools op het vaak gloedvolle Italiaans.
Maraton rockowy (Rockmarathon) lijkt verdacht veel op het nummer Manic van het Camel album “The Single Factor“, dat ook al uit die periode komt. Soms is goed gejat beter dan zelf verzonnen; een prima nummer. Dat geldt ook voor Dopóki jeszcze grasz (Zolang je nog speelt), dat refereert aan Marillion ten tijde van “Script for a Jester Tear”. Melancholia hoeft niet vertaald te worden en is een treffend gekozen titel voor kort akoestisch gitaargetokkel à la Steve Hackett en dat als rustpunt slim in het midden van het album is geplaatst. W oczekiwaniu na nikogo (Wachten op niemand) is een topnummer, een meeslepend Camel-achtig werk, mede dankzij de inbreng van de fretloze bas.
In Nocny kurs (Nachtcursus) komt het gehaaste uptempo werk van hun eerste album “Fly Rock” weer even terug. Het is helaas niet het beste dat RSC componeert. Ze revancheren zich weer snel met Teatr Pozoru (Życie to teatr) (Het theater der verschijningen), dat opnieuw een meeslepend nummer is waar normaliter de Italiaanse prog iconen patent op hebben. Fabryka snów (Droom fabriek) sluit als uptempo nummer af en is een kruising tussen Asia en Kansas, maar haalt nergens dat niveau. Een beetje een domper voor een verder onverwachts prachtig album.
Deze heruitgave werd aangevuld met een radioversie van Muzyka semaforów en drie live nummers; tweemaal Maraton rockowy uit 1984 en 2012 en uit dat laatste jaar ook nog het prachtige Teatr Pozoru.
Met dit tweede album laat RSC zien dat ze gegroeid zijn en de Poolse neo-prog uit de jaren 80 verder naar een hoger niveau hebben getild. Dat komt voornamelijk doordat het aantal zwakke uptempo nummers beperkt is tot twee en de andere zeven gevarieerd, fraai gecomponeerd en met veel gevoel gespeeld zijn. Eigenlijk best wel jammer dat veel Poolse neo-prog uit de jaren 80 niet eerder beschikbaar was. Al met al is het wel een goede zet van GAD Records om dit soort verborgen pareltjes, veertig jaar na dato, opnieuw uit te brengen.