Hoewel “Fly By Night” zeker niet Rush’ beste album is (verre van), is het in historisch opzicht wel een van hun belangrijkste platen. Nou staat de Rush-discografie sowieso bol van de overgangsdocumenten en radicale koerswijzigingen, maar zonder de personele wisseling die aan dit album voorafging was de band in elk geval nooit geworden wat ze nu (nog steeds) zijn.
Zo, het is ook wel eens aardig om met de conclusie te beginnen, in plaats van ermee te eindigen. Maar omdat een recensie zonder tekstkern ook zo kaal is… “Fly By Night” is dus het album waar Neil Peart aan boord kwam, de man die in rap tempo uit zou groeien tot legende vanwege de songteksten (die vanaf hier vrijwel unaniem van zijn hand zouden komen), maar bovenal vanwege zijn drumkwaliteiten.
Desondanks ligt het grootste deel van de plaat redelijk in het verlengde van zijn naamloze voorganger: ondanks dat de drums door een wezenlijk andere persoonlijkheid beroerd worden, zijn de meeste composities niet van wezenlijk andere aard. In het bijzonder de hele b-kant is inwisselbaar voor het debuut. Het predikaat ‘meest geslaagde Led Zeppelinkloon’ gaat hier naar slotnummer In The End, terwijl Making Memories en het titelnummer ook duidelijk uit hetzelfde hardrockhout gesneden zijn als de meeste songs van de eersteling (én de meeste kortere nummers op “Caress Of Steel” en “2112”).
De meest memorabele momenten staan op de a-kant. En waar de meest memorabele momenten op het debuut gewoon tot de harde kern van het toenmalige Rush-geluid behoorden, zijn het hier duidelijk de twee meest vernieuwende nummers: de waanzinnige opener Anthem (mogen we hier het etiket ‘protoprogmetal’ op plakken?) en het vierdelige By-Tor And The Snow Dog.
Anthem dus. Vanaf de eerste tonen is Peart luid en duidelijk aanwezig als welhaast maniakale trommelaar. Geddy Lee schreeuwt de longen uit zijn lijf, maar hier mág het. Alex Lifesons gitaarslagen zinderen de luidsprekers uit; dit is misschien wel hét ultieme nummer uit Rush’ vroege jaren. Of is dat tóch By-Tor…? Het langste nummer van de plaat mist natuurlijk nog de verfijning van een Cygnus X-1 Book II: Hemispheres of een Jacob’s Ladder. Anderzijds maakt de combinatie van de onbesuisde hardrock en de hier al herkenbare perfectionistische instrumentale breaks By-Tor And The Snow Dog wel weer tot een uniek (en zeer genietbaar) document in de geschiedenis van een band waarvan, als we vanuit de 21e eeuw terugkijken, de kracht toch echt meer bij de korte nummers lag dan bij de epics.
Best I Can en Beneath, Between And Behind zijn weer betrekkelijk gemiddelde hardrocknummers, al moet met name bij die laatste wel weer aangetekend worden dat het nummer erg pakkend is en dat het een sterke showcase voor met name Alex Lifeson vormt. Waar deze zich in latere jaren moest voegen naar subtiele precisie of relatief gepolijste solo’s, waren deze jaren waarin het bandgeluid nog bezig was tot wasdom te komen, eigenlijk zijn hoogtijperiode.
Rush’ tweede Album is een interessant, welhaast archeologisch document voor de liefhebbers. Met nog zulke schitterende platen als “A Farewell To Kings”, “Hemispheres”, “Moving Pictures”, “Signals” en “Power Windows” in het verschiet, is er geen sprake van om dit album aan de beginnende Rushfan of anderszins gemiddelde luisteraar aan te bevelen, maar op de langere duur is er in elke collectie een plekje voor “Fly By Night”!
Casper Middelkamp
Bestel deze cd rechtstreeks bij Discorder