Het ogenschijnlijk eeuwig durende conflict tussen het gevoel en het verstand, tussen emotie en ratio is grotendeels het thema van “Hemispheres”. Dit zesde studioalbum van Rush wordt in oktober 1978 uitgebracht en is voor een belangrijk deel geïnspireerd op een boek van schrijver Adam Smith, getiteld “Powers Of Mind” uit 1975. Deze schrijver wijdt een heel hoofdstuk aan de denkbeeldige tweedeling binnen de hersenpan. Van deze twee helften vertegenwoordigt Dionysus de linkerkant (gevoel) en Apollo de rechterkant (verstand).
Wederom weet ontwerper Hugh Syme dit lumineuze concept om te zetten in een albumhoes met fraaie symboliek. De hoes laat twee mannen zien die op een nogal merkwaardige materie staan. Bij nadere bestudering wordt echter al snel duidelijk dat deze materie een stel hersenen voorstelt. Het tweetal verschilt behoorlijk van elkaar. Eén persoon is naakt en neemt een soort ballethouding aan, terwijl de ander een goed geklede zakenman is. De naakte man belichaamt het gevoel, terwijl de zakenman het verstand vertegenwoordigt. Het is wel een beetje vreemd dat de naakte man rechts staat, terwijl de linkerkant van de hersenen het gevoel herbergt. Artistieke vrijheid zullen we maar zeggen…
“Hemispheres” vormt samen met voorganger “A Farewell To Kings” een welhaast perfecte tweeluik, waarbij het geheel sterker is dan de som der delen. Eigenlijk besluit “A Farewell To Kings” met een heuse cliffhanger. Het eerste boek van Cygnus X-1, getiteld “The Voyage” eindigt namelijk op het moment dat het ruimteschip ‘The Rocinante’ in het zwarte gat wordt gezogen. Wat is er gebeurd? Is het vaartuig nu vernield? Zijn de astronauten nog in leven? Zijn ze nu aan de andere kant van het Melkwegstelsel? Allemaal vragen waarop het nieuwe album een passend antwoord kan geven.
Het tweede boek van Cygnus X-1, “Hemispheres”, zet de reis van het ruimteschip en haar moedige bemanning voort. In het stuk wordt de tweestrijd tussen gevoel en verstand in een historische context geplaatst. Het lijkt dat Apollo (Bringer Of Wisdom) en Dionysus (Bringer Of Love) tegenstrijdige ideeën hebben ten aanzien van het lot van de astronauten. De eerste is van mening dat het stel alleen via logica en wijsheid kan overleven, terwijl de tweede denkt dat het gezelschap alleen liefde en emotie nodig heeft.
Al snel wordt duidelijk dat de astronauten moeten kiezen en ontstaat er een worsteling tussen het hart en het verstand (Armageddon). Dan verschijnt Cygnus ten tonele met een heus compromis. Hij (Bringer Of Balance) wijst hen op de chaos en wanorde die de strijd tussen Apollo en Dionysus met zich meebrengt en vertelt het stel dat ze een evenwicht moet zoeken tussen deze twee, schijnbaar onverenigbare, tegenpolen. Uiteindelijk vinden de astronauten een balans, waarna de twee halve cirkels (Hemispheres) zich transformeren in één cirkel (The Sphere).
Het moge duidelijk zijn dat ‘The Rocinante’ en haar bemanning symbool staan voor het lot van de mensheid in het algemeen. Analoog aan het boek van Adam Smith heeft Neil Peart de hersenpan in tweeën gedeeld, waarbij Apollo het rechterdeel en Dionysus het linkerdeel vertegenwoordigen. De twee delen leveren continu een gevecht met elkaar (Armageddon – The Battle Of Heart And Mind) om zo een perfecte balans te zoeken (Cygnus). Het is min of meer een ontdekkingsreis naar de binnenste regionen van de psyche van de mens.
Je kunt dit concept echter ook in een nog bredere context plaatsen. Cygnus X-1 is een persoonlijk, politiek standpunt uit het einde van de jaren zeventig waarin liberaal Peart het evenwicht tussen rechts en links, kapitalisme en communisme of tussen goed en kwaad absoluut noodzakelijk vindt. We moeten leren met elkaar samen te leven, omdat de wereld anders voortijdig aan zijn einde kan komen (Armageddon). Het einde is een boodschap van Cygnus waarin hij vertelt dat mensen recht hebben op het maken van hun eigen keuzes, waarbij ze zowel hun hart als hun verstand mogen raadplegen.
[De zeer beknopte analyses heb ik bewust weggelaten bij mijn bespreking van het eerste boek van Cygnus X-1 op het album “A Farewell To Kings” om te voorkomen dat ik hiermee het einde van het avontuur bekend zou maken…]
Kant twee van de plaat opent met Circumstances. Het kortste nummer van “Hemispheres” handelt over desillusies en teleurstellingen. De teksten verhalen over langgekoesterde wensen en dromen, die – vaak door allerlei invloeden van buitenaf – helaas nimmer waargemaakt kunnen worden.
The Trees is op het eerste gezicht een onschuldig fabeltje van Neil Peart over esdoorns en eiken in een woud. Het nummer wordt al snel minder onschuldig, wanneer blijkt dat de twee boomsoorten grote onenigheid met elkaar hebben. De esdoorns beschuldigen de eiken immers van het feit dat deze in hun licht staan en hen daarmee van een behoorlijk bestaan beroven.
De twee trachten vervolgens dit conflict op een erg menselijke manier op te lossen, met het vormen van vakbonden en het opstellen van diverse wetten. Daarmee krijgt het nummer spontaan een heel andere, politieke betekenis. Verpakt in een mystieke symboliek, wordt de venijnige scherpzinnige gedachte nu ineens helemaal duidelijk. Onderdrukking, tirannie, overheersing, racisme, geweld en agressie zijn de termen die nu naar boven komen.
“Hemispheres” eindigt in een spetterende, muzikale zwelgpartij inclusief knallend vuurwerk. La Villa Strangiato is een bijna tien minuten durende oefening in extravagantie met de humoristische subtitel ‘An Exercise In Self Indulgence’. Het is buitenaards, wereldvreemd, inventief en boeiend, waarbij de band zijn meesterschap ten toon spreidt. Het verhaal gaat zelfs dat Rush dit nummer in één keer zonder enige overdubs (!) heeft opgenomen. Voorwaar geen sinecure. Volgens hardnekkige geruchten is La Villa Strangiato grotendeels gebaseerd op een tamelijk merkwaardige droom van gitarist Alex Lifeson.
Wie het boekje erop naslaat ziet dat “Hemispheres” het eerste Rush-album is waarop Geddy Lee op een Oberheim speelt. Het grote verschil met de Mini-Moog op “A Farewell To Kings” is dat dit een polyfonische synthesizer is. Hierdoor kan Lee ook akkoorden ten gehore te brengen, waardoor de arrangementen beduidend voller klinken. Door de integratie van deze twee synthesizers neemt het aandeel van het toetsengeluid op “Hemispheres” sterk toe in vergelijking met de voorgaande platen van de band.
Het buitengewoon avontuurlijke samenspel van basgitaar, gitaar en drums dat Rush karakteriseert, is gelukkig ook op deze plaat duidelijk aanwezig. De boeiende combinatie van opmerkelijk basspel, gierend gitaarwerk en dynamisch drumwerk stelt het drietal in staat een temperamentvolle, maar vooral creatieve mengeling van hardrock en progressieve rock voor te schotelen. Powersymfo is wellicht wel de term die deze unieke lading het beste dekt.
Evenals op “A Farewell To Kings” slaagt Rush ook op dit album meer dan eens een zeer gevarieerd evenwicht tussen rustige en stevige passages te ontwikkelen. Met technisch vernuft en inventiviteit creëert het trio een erg geslaagd spanningveld tussen twee belangrijke muziekstromingen uit de jaren zeventig. Om dit te kunnen verwezenlijken maken de drie heren echter wel gebruik van een niet misselijke hoeveelheid aan instrumenten.
Net als zijn twee voorgangers maakt ook “Hemispheres” onderdeel uit van de roemruchte ‘gouden periode’ van Rush van halverwege de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig. Het is bovendien een erg belangrijk album in de lange historie van Rush. Het drietal neemt immers definitief afscheid van de kantlange epische composities als de titelnummers van “2112” en “Hemispheres”. Vanaf nu kiest de band voor een andere benadering, waarbij er meer ruimte is voor de wat compactere nummers. Doordat het trio op “Hemispheres” evenwel nog duidelijk op twee gedachten hinkt, is het album naar mijn mening over het geheel helaas niet zo sterk als wereldplaat “A Farewell To Kings”.
Frans Schmidt
Het is smullen voor de Rush-fans. Werden we vorig jaar ontzettend verwend met een 40-jarige jubileum editie van “A Farewell To Kings”; nu is het de beurt aan het een jaar later verschenen “Hemispheres”. De gedachte dat er na deze twee huzarenstukjes nog een aantal meesterlijke albums hun 40-jarige jubileum moeten vieren, zorgt in elk geval bij ondergetekende voor een aantal zeer euforische gedachten. Wie weet wat ons nog te wachten staat!
Over het originele album is al genoeg te lezen in de uitstekende recensie van oud-collega Frans Schmidt, zodat we ons hier kunnen beperken tot de extra’s. Die variëren, afhankelijk van de versie. De super deluxe versie bevat drie elpees, twee cd’s en een blu-ray met de opgepoetste versie van het originele album. Hiernaast is er nog een variant met twee cd’s. Beide gaan opnieuw vergezeld van uitgebreide liner notes van Rob Bowman. En hoewel het niet overal even accuraat is (zo was ”2112” niet het eerste album met een nummer dat een hele plaatkant besloeg, maar het daarvoor verschenen “Caress Of Steel”) geeft het toch een mooi tijdsbeeld over het ontstaan van dit toch wel lastige album.
De krent in de pap van deze editie is een nagenoeg complete registratie van het optreden dat de band in 1979 gaf op het Pinkpop festival. Dit optreden was jarenlang een veel gezochte bootleg, maar is nu dan uiteindelijk officieel uitgebracht. Het laat een band in topvorm horen die hier het laatste optreden geeft van de ‘Hemispheres’ tournee. Met name een furieuze uitvoering van La Villa Strangiato rechtvaardigt de aanschaf van deze editie alleen al. De opnames werden destijds gemaakt voor een radio-uitzending en dat heeft ervoor gezorgd dat de geluidskwaliteit meer dan behoorlijk is. Kleine smet is wel dat de technicus van toen er niet in slaagde voor een snelle ‘bandenwisseling’ te zorgen waardoor een groot deel van het toen uitgevoerde 2112 niet op de tape is beland. Als compensatie hiervoor is de cd uitgebreid met een opname van dezelfde tour in Arizona. De geluidskwaliteit hiervan is beduidend minder. Het haalt het niet bij die van het Pinkpop festival.
Ook bij dit verjaardagsfeestje heeft Hugh Syme opnieuw gezorgd voor het nodige fraaie artwork. Het totaalplaatje zorgt ervoor dat dit weer verplichte kost is, hoewel je voor de super deluxe versie weer flink in de buidel moet tasten. Misschien dat de Rush fans de kerstman maar eens een lieve brief moeten schrijven. Opvolger “Permanent Waves” verscheen op 1 januari 1980. Over een goed jaar is dat ook weer 40 jaar geleden. Mijn hart klopt in elk geval vol verwachting.
Ralph Uffing
40th Anniversary:
Super Deluxe versie: