“Test For Echo” verschijnt in september 1996 in de platenwinkels. Het is de zestiende studioplaat van Rush en daarmee is er een einde gekomen aan de zogenaamde vierde fase in de geschiedenis van het Canadese drietal. Elke periode beslaat een viertal doorgaans gelijkgestemde studioalbums, enkel gescheiden door een liveplaat. Zo wordt de eerste fase afgesloten met “All The World’s A Stage” (1976), de tweede met “Exit… Stage Left” (1981), de derde met “A Show Of Hands” (1989), terwijl de vierde periode wordt afgesloten met “Different Stages” (1998). Pas in het vijfde tijdvak wijkt Rush met het uitbrengen van de liveplaat “Rush In Rio”, dat al na één studioalbum verschijnt, eindelijk af van dit unieke patroon.
De twee meest recente studioplaten uit deze vierde periode, “Counterparts” en “Test For Echo”, doen overigens heel wat stof opwaaien onder de talrijke fans van het trio. In mijn bespreking van het eerstgenoemde album uit 1993 spreek ik al van een geschil tussen de verschillende liefhebbers over het nieuwe muzikale traject van de drie heren. Rush kiest op dat album immers voor een wat sobere benadering zonder veelvuldig gebruik van synthesizers. Door deze nieuwe aanpak besluit een groep fans de band de rug toe te keren, omdat de nadruk in hun ogen teveel op het rauwe geluid van het drietal komt te liggen.
Degenen die achter het zoekende trio zijn blijven staan, worden op “Test For Echo” beloond voor hun onvoorwaardelijke steun en loyaliteit. Op dit album weet Rush immers deze niet vroegtijdig afgehaakte groep luisteraars te verblijden met nagenoeg hetzelfde vermakelijke mengsel uit zijn eigen, ruim bedeelde historie als op “Counterparts” te horen is. Dat houdt dus in dat ook nu een doordachte en geniale mengeling van de temperamentvolle benadering van de jaren zeventig, de gestroomlijnde aanpak van de jaren tachtig en de krachtige benadering van de jaren negentig te beluisteren is.
Desalniettemin wordt het moeilijk voor Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart om de melodieuze raadsels en lyrische hoogstandjes van albums als “A Farewell To Kings”, “Hemispheres” of “Moving Pictures” te evenaren, laat staan te overtreffen. Maar kunnen, of beter, mógen we dat van deze drie heren verlangen? Het is immers een enorme dooddoener voor een avontuurlijk ingesteld trio als Rush om zich steeds maar weer te moeten verantwoorden voor het ontbreken van een compositie in de lijn van Xanadu, Cygnus X-1 of 2112. Evenals zijn voorganger is “Test For Echo” een meer dan voortreffelijk voorbeeld van de nieuwe Rush. De soms subtiele citaten uit het eigen, rijke verleden maken dit tot een uiterst genietbaar album, dat louter en alleen al vanwege zijn eigen kwaliteiten en spitsvondigheden een luisterbeurt waardig is.
Toch vind ik de elf muziekstukken op het album iets minder sterk dan op “Counterparts”. Dit komt voor een belangrijk deel omdat het dynamische en temperamentvolle geluid van deze plaat op “Test For Echo” enigszins plaats heeft moeten maken voor een wat meer ingetogen en berekenende benadering. Verder is het verrassings- of verwonderingseffect op het laatste album vanzelfsprekend niet zo groot als op zijn voorganger. Op “Test For Echo” neemt het drietal min of meer een pas op de plaats, waarmee de drie heren hun unieke positie in de rockwereld overigens met speels gemak kunnen consolideren.
Naast de gebruikelijke avontuurlijke arrangementen en complexe composities, die we inmiddels van een Rush-album gewoon zijn geworden, zijn deze platen ook befaamd vanwege de vaak intellectuele en scherpzinnige teksten van Neil Peart. “Test For Echo” is hier gelukkig geen uitzondering op. Het vreemde van de teksten op dit album is dat de drummer, die toch bekend staat als een persoon die voortdurend vooruit kijkt, enkele oude koeien uit de sloot lijkt te halen. Hij behandelt immers een paar vraagstukken dat ook op de oudere platen aan bod is gekomen.
Omdat Neil Peart deze oude kwesties echter in een breder perspectief plaatst, is er een opvallende ontwikkeling in zijn teksten waar te nemen. Daarbij lijkt het of deze oude en verstandige schrijver zich tegenwoordig beduidend minder opgewonden maakt over de goede en slechte kanten van het leven. Het bijtende commentaar en de scherpe kritiek van een jonge, optimistische verteller, zijn op “Test For Echo” min of meer ingeruild voor een wat berustende en meer gelaten uiteenzetting.
Hiermee zijn we overigens aangekomen bij wat volgens mij het centrale thema van deze plaat is. De metamorfose van Neil Peart van kritisch opstandeling in bedaarde tekstschrijver staat in mijn ogen symbool voor de hele wereld. Zelfs in een gejaagde, onrustige maatschappij moet de mens zijn plek kunnen vinden.
Met “Test For Echo” maakt het drietal op glasheldere manier duidelijk dat de gedaantewisseling op “Counterparts” definitief is. Daarmee behoort de lusteloosheid van de eerste twee platen uit deze vierde periode voorgoed tot het verleden. Rush klinkt immers wederom als een stel jonge honden: fanatiek, energiek en hartstochtelijk met een gezonde dosis onvervalste geldingsdrang. Bovendien grijpt het trio meer dan eens, muzikaal en tekstueel, terug naar vervlogen tijden. Dat zal toch veel liefhebbers van de klassieke Rush moeten aanspreken?
Terwijl de plaat toch enigszins te kort komt ten opzichte van deze bekende klassieke werken uit de ‘gouden periode’, kunnen Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart zonder meer tevreden zijn over het superieure samenspel, het ongehoorde vakmanschap en de intrigerende teksten op het album. Ga dat eens beluisteren! Dit is zonder enige twijfel het beste Rush-album sinds… heh… “Counterparts”!
Frans Schmidt