Russell Allen, zanger van de progressieve metalband Symphony X, is het derde lid na gitarist Michael Romeo en toetsenist Michael Pinella die zijn eigen muziekbeleving middels een soloalbum aan het publiek voorstelt. De muziek op dit album heeft weinig tot niets te maken met het progressieve geweld dat Symphony X aan cd toevertrouwt. Russell Allen’s Atomic Soul laat horen door welke bands de zanger is beïnvloed.
Dat begint gelijk met opener Blackout waar de zuidelijke rock klanken van bijvoorbeeld ZZ Top of Badlands doorklinken. Russell Allen klinkt lekker ruig en vertolkt de nummers met veel gevoel, zoals in Unjustified te horen. Voodoo Hand laat een lichtere versie van Black Sabbath horen voorzien van een aangenaam en afwisselend instrumentaal gedeelte.
Langzaam en slepend is Angel. Jammer dat uit de bijgeleverde bio niet is op te maken welke partijen nu daadwerkelijk door Russell Allen worden gespeeld. Ook de website van Symphony X biedt daarover geen uitkomst (die geeft zelfs aan dat alleen Michael Romeo een soloalbum heeft gemaakt). Door wie wordt bijvoorbeeld de gitaarsolo in Angel gespeeld? Het gitaarwerk op het album heeft geen mooi ‘schoon’ geluid, maar een ‘krakend’. In The Distance wordt dat geluid afgewisseld met akoestische gitaar, ondersteunende spacey toetsengeluiden en een gevoelige gitaarsolo.
Seasons Of Insanity ligt door het ritmewerk uitermate lekker in het gehoor en zal live absoluut een kraker worden. Het mysterieuze begin van Gaia wordt omgezet in Oosterse klanken. De toetsen nemen hier het korte orkestrale gedeelte voor hun rekening. Ook de blues komt zo nu en dan om de hoek kijken en dat is in Loosin’ You en Saucey Jack duidelijk hoorbaar.
Met bijna acht minuten is We Will Fly veruit het langste nummer van de cd. Het rustige begin wordt langzaam uitgebouwd. Pas na een dikke twee minuten valt Russell Allen in. We Will Fly is een gevarieerd nummer waarbij stevige en ingetogen momenten elkaar afwisselen. Verder is er een hoofdrol weggelegd voor de toetsen die het nummer van het nodige cachet voorzien en waarop we de zelfklever ‘progressief’ kunnen plakken. Het laatste en kortste nummer Atomic Soul is lekker opzwepend, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor het toetsenwerk van Jens Johansson (Stratovarius).
Zoals in de inleiding al aangegeven heeft “Atomic Soul” nauwelijks iets van doen met symfonische of progressieve rock, maar omdat dit het soloalbum is van een van de beste hedendaagse progressieve metalzangers, rechtvaardigt deze recensie. Diegene die echter muziek in het straatje van Symphony X verwacht komt bedrogen uit. Eerst maar eens luisteren.
Rob van Oosten