Parmenter, Ryan

The Noble Knave

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Eigen beheer
Website: http://www.ryanparmenter.com/
MySpace: Ryan Parmenter
Tracklist
Züccer (3:32)
Keep Crying (4:29)
Dating My Frankenstein: (3:11)
Starving (4:11)
Diamond Eggshell (4:08)
I Dig Your Head (5:36)
All Ways (4:47)
Sterilized (4:31)
Dream (4:12)
No Matter How You Spend Your Day (5:11)
I'm Just A Guy (5:19)
The Noble Knave (5:36)
Come Along (4:28)
Ryan Parmenter: toetsen, zang
The Noble Knave (2006)
Helvetica (1995)

Telkens als Ryan Parmenter iets uitbrengt wordt zijn oom, Matthew Parmenter (Discipline.), er aan de haren bijgesleurd. Dit is niet alleen te danken/wijten aan het feit dat de beide Parmenters zeer nadrukkelijk uit hetzelfde invloedenvat vissen, maar ook aan het feit dat beide heren qua stem en presentatie duidelijk op elkaar lijken. Het vermoeden bestaat dan ook dat alles wat de beide heren overeen komen er in de familie Parmenter van generatie op generatie met de paplepel ingegoten is: in plaats van porridge kregen alle kinderen en kinderen-van-kinderen proggidge bij het ontbijt.

Daar waar ome Parmenter in de jaren negentig furore maakte met zijn band Discipline., is neef Ryan in de huidige eeuw driftig aan de weg aan het timmeren met zijn eigen groep, Eyestrings, die niet alleen muzikale maar ook bezettingsovereenkomsten vertoont met Discipline.: bassist Mathew Kennedy is present op de platen van beide groepen. Een verdere overeenkomst tussen beide heren Parmenter is te vinden in de aard van beider soloalbums: zowel Matthew als Ryan maken amper tot geen gebruik van gastmuzikanten voor het maken van soloalbums. Echter, daar waar Matthew op zijn soloalbum “Astray” nog bijgestaan werd door bassist Mathew, is Ryan bij het vervaardigen van zijn nieuwste soloalbum, “The Noble Knave”, geheel alleen ter werk getogen; in plaats van allerhande instrumenten zelf in te spelen, tovert de Amerikaan ieder geluid dat hij nodig denkt te hebben voor zijn liedjes uit zijn keyboards.

Ondanks het feit dat het instrumentarium van Parmenter alleen bestaat uit zijn stem en zijn toetsen, is “The Noble Knave” geenszins een toetsenplaat. Integendeel, de keyboards worden gebruikt om een breed arsenaal aan andere instrumenten te synthetiseren. Zo zijn er niet alleen allerhande normale toetsengeluiden te horen, maar ook een breed scala aan snareninstrumenten (met waarachtig zelfs een banjo), blaasinstrumenten, of zelfs complete orkesten. Vaak doen met name de “blaaspartijen” sterk denken aan de capriolen die ene Keith Emerson in zijn tijd bij ELP uithaalde met zijn Moog (I’m Just A Man, The Noble Knave), hoewel Keith’s apparaten toch spannender klonken dan Parmenter’s digitale machientjes. Desalniettemin is het lovenswaardig dat één man zonder assistentie een dergelijk veellagig en spannend geluid weet te produceren.

Wat wellicht verder afwijkend is van Eyestrings is het feit dat de nummers op “The Noble Knave” niet direct progrock te noemen zijn. In plaats daarvan zou het predikaat “intelligente pop” de muziek niet misstaan: het is niet met recht prog te noemen, maar wel spannende en diepgaande pop, en er zijn nog voldoende aanknopingspunten met het bekende progressieve idioom om een recensie op Progwereld te rechtvaardigen. Naast het reeds genoemde Emerson, Lake & Palmer is ook Discipline. te ontwaren, waarbij met name gedacht moet worden aan de eerste plaat van het gezelschap, “Push & Profit”. Ook namen als Peter Gabriel en Peter Hammill / Van der Graaf Generator zijn te noemen als referenties.

Op “The Noble Knave” passeert een dertiental popnummers de revue, waarbij de muzikale meander fluctueert van melancholische pop tot draaimolen-/kermisnonsens. Ondanks het soms wat flauwe gehalte van de nummers zijn de composities stuk voor stuk van behoorlijk hoge kwaliteit, en deze plaat dient dan ook niet afgeschreven worden als een zomaar-eigen-productie-creatie, ondanks het afschuwelijke artwork. Nummers als het titelnummer, Starving en Keep Crying rechtvaardigen namelijk volkomen de zottigheid van nummers als Dating My Frankenstein (hoewel de country-persiflage-namaakbanjo in laatstnoemde wel tamelijk overtuigend klinkt). Vaak culmineren melancholische piano-stukken in fraaie synthetische gitaar- of trompetsoli, terwijl de meerstemmigheid van de zang de muziek ook extra lading geeft. Zelfs in de suffere nummers is de kwaliteit dusdanig dat de meligheid niet gaat irriteren.

Ondanks het feit dat alles zeer goed klinkt, is de muziek wel dusdanig synthetisch dat het album soms niet volledig de aandacht weet vast te houden: bij tijd en wijle klinkt een en ander zoals de hoes eruit ziet: tè felle kleuren, een geliktheid die in het echt onmogelijk is. Deze “nepheid” schemert soms door in de muziek, wat maakt dat het album soms op de zenuwen kan gaan werken. Dit is voornamelijk te wijten aan de kunstdrums; de uit een blikje getrokken percussie is nimmer bijzonder treffend, maar hoogstens doeltreffend. Dit zorgt er echter niet voor dat het album zijn merites verliest, maar het is wel een kritische kanttekening die geplaatst moet worden. Zelfstandigheid doet in dit geval enigszins afbreuk aan de kracht van het gebodene, wat jammer is.

Al met al brengt Ryan Parmenter met “The Noble Knave” een zeer interessant album uit dat weliswaar niet echt tot de prog gerekend kan worden maar evenwel een behoorlijk scala aan progkunstjes aanwendt. Echter, hoewel het initiatief van Parmenter noemenswaardig is, is het jammer dat werkelijk alle instrumenten uit een doosje komen. Een wat “natuurlijker” geluid had namelijk de composities nog kunnen verrijken, maar desondanks is het album een aanrader voor liefhebbers van de familie Parmenter en de verscheidene projecten van verscheidene leden van het geslacht.

Christopher Cusack

Send this to a friend