Als je jezelf afvraagt of er ruim 40 jaar na “Tommy” van The Who nog steeds rockopera’s worden afgeleverd, dan is deze recensie je antwoord. En dan is de cd ook nog eens gevuld met neo klassieke rockelementen. Initiatiefnemers achter dit project, Vlado Kormos en Cara Lynn Robinson, geloven nog heilig in het concept en bewijzen met Sabinas Rex dat er nog steeds mooie projecten worden afgeleverd.
Het hele verhaal van Sabinas Rex werd geschreven en gecomponeerd door de Slowaak Vlado Kormos. Naast het feit dat hij het grootste muzikale aandeel heeft op het album, is hij ook de narrator van het verhaal, voorafgaand en afsluitend op de cd. Dat de vervormde narrator stem wat knullig overkomt, is een kleine smet op het album, persoonlijk denk ik dat het beter was geweest als hij iemand had ingehuurd met een authentieke stem. Sabinas Rex is het verhaal van een jonge vrouw die een jager redt van achtervolgende barbaren, en vervolgens wordt Sabina meegesleept in een avontuur vol goed en kwaad. Het is wat omslachtig om het hele verhaal in deze recensie uit te leggen, vooral ook omdat de muziek en de teksten het verhaal uit zichzelf vertellen. Kormos en Robinson (de dame is afkomstig uit het theater) maken gebruik van een grote groep muzikanten, waar vooral de vocale input het meest omvangrijk is.
Muzikaal gezien is het 85 minuten durende album niet ongelooflijk spannend en fascinerend, maar vooral de zang is op de beide cd’s bijna zonder uitzondering van hoog niveau. De muziek is globaal te vergelijken met die van Ayreon, Pictorial Wand en vooral met Nikolo Kotzev‘s “Nostradamus”. Over de hele linie blijft het album redelijk kalm, hoewel we de muziek toch echt onder de noemer rock moeten scharen. Brothers Just And Right is bijvoorbeeld een stevig nummer dat zo nu en dan doet denken aan de jaren tachtig en negentig AOR. Desondanks zijn de solo’s spaarzaam op de schijf en zijn er geen noemenswaardige gitaar-riffs of overdreven toetsenriedels te vinden. Veel tracks op het album worden orkestraal gebracht, maar het geluid is duidelijk waarneembaar uit samples gehaald. Hoewel de line-up geen bekende namen oplevert, is het wel opmerkelijk dat juist het vocale gedeelte deze cd op een hoger niveau brengt. Kormos en Robinson zijn in staat om de duozang in sommige nummers uitstekende bij elkaar te kiezen, zoals in The Charge, waarin Vanessa Tzavellas en Jeff Nimeh een geweldige combinatie vormen. De toonhoogte waarop zij zingen zorgt voor een neerslachtig maar uniek geluid. Tzavellas zorgt ook voor het hoogtepunt op de tweede cd van het dubbelalbum, want The March Of Misery klinkt zoals de titel doet vermoeden wat depressief, maar is desondanks wonderschoon. Maar zoals gezegd zijn er bijna geen zwakke momenten in de zang te vinden, het is gevarieerd, spannend en zuiver wat de circa vijftien verschillende zangers al dan niet in koorvorm brengen.
De productie van het album is niet van een heel hoog niveau, hier en daar klinkt het geluid zelfs wat pover. Ook is duidelijk waarneembaar dat veel muziek gearrangeerd is met de computer, waardoor het geheel niet sprankelend en dynamisch overkomt. Toch is dit geen cd die hopeloos achterin mijn cd kast verdwijnt. Ondanks dat er opmerkingen te maken zijn op de productie, is dit een fijn album waarin vooral het vocale gedeelte de moeite waard is te beluisteren.
Ruard Veltmaat