De heren van Saens zijn aanhangers van het “Meer is beter” credo dat in de symfo nogal vaak opgeld doet. Liever drie solerende instrumenten door elkaar dan twee, liever elke minuut een ander ritme dan om de zoveel tijd, liever dik zeventig minuten plus nog eens ruim vijftig bonusminuten dan drie kwartier, liever zoveel mogelijk moeilijke woorden, dik drama, zoveel mogelijk klassieke invloeden en stijlen door elkaar heen, enzovoorts. Dat kan heel fijn uitpakken.
Het probleem met Saens is dat de band zich schromelijk vertilt aan de eigen goede bedoelingen. Zo moeten de nummers, waarvan een groot deel lekker lang is, zo ingewikkeld mogelijk zijn, met veel wisselingen in toonsoort, maatsoort, stijl en tempo. Dat maakt de nummers extreem druk en de beluistering een moeizaam werkje. Sommige van die stukjes zijn erg mooi, maar het geheel wordt er niet beter op. In een paar nummers is iets van een refrein te bespeuren waaraan de luisteraar wat houvast heeft, maar vaker mag je het lekker zelf uitzoeken.
De plaat is wat vlak gemixt. Drums en bas zijn zacht en zitten in elkaars frequentie. Drummer Stephane Geille kan erg goed drummen en krijgt vaak de gelegenheid om over het ritme heen te fietsen. Leuk en aardig, maar als je met die twee factoren ook nog eens van de ene ingewikkelde maatsoort naar de andere springt, is het resultaat absoluut teveel van het goede. Het is vaak lastig te horen of er iets heel knaps of iets heel slordigs gespeeld wordt en dat lijkt me niet de bedoeling. En als er op dat moment dan ook nog eens twee instrumenten door elkaar soleren, ontstaat er een soort akelige kakofonie.
Die voortdurende dwang om het ingewikkelder te maken dan nodig is, speelt de band nog op andere terreinen parten. Zo eindigt de plaat met een – in potentie – schitterend stukje meerstemmige zang, waarvoor de band ook nog eens drie zangeressen heeft uitgenodigd. Even klinkt Freedom erg fraai, maar al snel loopt het uit de hand omdat er wel zes partijen over elkaar heen moeten, met wat scheve akkoorden erbij en een fijne canon, zodat het eindresultaat een potsierlijk potje wordt.
“Prophet In A Statistical World” bestaat uit twee delen. In het eerste deel geeft de band muzikale interpretaties van een aantal beroemde boeken dat een somber toekomstperspectief schetst, zoals George Orwell’s “1984” en Aldous Huxley’s “Brave New World”. In het tweede gedeelte lijkt de band daar een eigen verhaal aan toe te willen voegen. Pittige kost, met een hoop moeilijke woorden die zanger Pascal Bouquillard’s greep op de Engelse taal soms te boven gaan. Het aantal spel- en uitspraakfouten loopt in de tientallen. Nou moe, schoolfrik, het zijn Fransen, wat verwacht je dan? Eerlijk gezegd verwacht ik dat ze Frans spreken. Op de eerste bonustrack, Les Souffrances Du Jeune Pierre, die weer niet te harden is, omdat de band hier bij wijze van experiment de muzikale atonale theorieën van Arnold Schönberg toepast, wordt er Frans gezongen en dat klinkt meteen een stuk minder krampachtig. Maar ja, in het Engels is het natuurlijk échter en dat Pascal “statistical” uitspreekt als “sta-testikel” moet de luisteraar kennelijk voor lief nemen.
De muziek van Saens schurkt aan tegen de complexe progmetal van Pain Of Salvation en vooral in de zang wordt geprobeerd Salvation-zanger Daniel Gildenlöw te benaderen. Ook hier vertilt de band zich: Gildenlöw kan hard en hoog de moeilijkste zanglijnen de baas, Bouquillard kan dan niet. Zijn gegil gaat hier en daar door de pijngrens. Waar Gildenlöw echte emotie kan laten horen, overschrijdt het melodramatische geloei van Bouquillard herhaaldelijk de irritatiegrens. Wat een drama, het lijkt wel een musical!
Het is jammer dat Saens de lat niet een stukje lager legt. De muzikanten hebben veel in hun mars, er wordt knap gespeeld met de lastige thema’s en hier en daar, vooral waar men wat gas terug neemt, weet de band te overtuigen met heel fraaie, lyrische muziek. Ik maak me sterk dat ze wat simpelere muziek als die van Ricocher of Jadis met één hand op hun rug kunnen overtreffen. Voor wat de band op “Prophets In A Statistical World” van plan was, komen ze klasse tekort. En een dappere poging is nog geen goeie plaat.
Erik Groeneweg