In ben Saga een jaar of dertig uit het oog verloren. Na “Worlds Apart” ging het snel bergafwaarts, de melodieuze powerrock maakte plaats voor zielloos geros. Twee jaar geleden zag ik de Canadezen weer eens, tijdens Night Of The Prog (Loreley), en ik was blij verrast door het strakke, uitstekende spel. Daarom keek ik uit naar weer een optreden, nu in De Boerderij in Zoetermeer.
Vooraf maakte ik me zorgen over het geluid. Zou ‘de zaal’ het houden? Ze kunnen namelijk vreselijk(hard) tekeer gaan, de Sagamannen. Gelukkig hebben alle zalen tegenwoordig met geluidsbegrenzers te maken, zodat ons de ultieme gehoorgangaanslagen bespaard zouden moeten blijven. Nee, het was niet knetterhard, maar mijn voorgevoel was helaas toch juist. Het geluid stond in De Boerderij weer eens erbarmelijk afgesteld, zeker niet voor de eerste keer. Gitarist Ian Crichton deed vreselijk zijn best, een beetje op het aanstellerige af soms, maar was nauwelijks te horen. Zijn gitaarspel is toch een van de pijlers van de sound van Saga, maar kwam nauwelijks door. Ook de keyboards moesten het ontgelden. Naast toetsenman Jim Gilmour stonden zanger Michael Sadler en bassist Jim Crichton ook regelmatig achter de klavieren, maar niet zelden werden ook zij onbedoeld overstemd door het slagwerk van Mike Thorne. Nu eens niet de elektrische gitaar, maar het slagwerk stond veel te zwaar afgesteld in verhouding tot de rest. Onbegrijpelijk dat een band met zo’n reputatie zich dit in welke zaal dan ook laat aanleunen. Wil de verantwoordelijke hiervoor zich direct even melden bij de portier?
Intussen hebben we ons in een volle, maar niet afgeladen zaal al door het voorprogramma geworsteld. Het Duitse Eyevory verzorgde drie kwartier een mix van stevig rock, met symfonische- en folktrekjes, die wat weg hadden van Jethro Tull. Een van de twee zangeressen was hier zeker debet aan, zij greep regelmatig naar de dwarsfluit en deed af en toe ook nog iets op toetsen. De andere zangeres beroerde ook de basgitaar. Best stoer, zoveel vrouwen zien we niet op het podium. De drummer en de gitarist leken qua outfit wat in de jaren ’60 te zijn blijven steken. De laatste leek overigens niet meer dan een soort knorrend geluid uit zijn snaren te kunnen voortbrengen. Hoezo, een voorbode!? Ik heb beduidend slechtere voorprogramma’s gezien en gehoord.
Michael Sadler is een charismatische frontman, die de band en het publiek op natuurlijke wijze naar zijn hand zet. Hij compenseert ruim voldoende de veel statischer houding van zijn kompanen.
Gelukkig voor oude mannen als ik, verzorgde Saga bijna een soort van ‘best of’ optreden, waarbij veel klassiekers de revue passeerden. De cd “Silent Knight” (mijn persoonlijke favoriet) uit 1980 (!) was hofleverancier van de avond. Nummers als Someone Should, On The Loose en Careful Where You Step hebben wat mij betreft nog niets van hun zeggingskracht verloren. En Don’t Be Late natuurlijk, waar het publiek om schreeuwde en dat dit meeschreeuwde. Melodie, power en ritme gaan hand in hand. De opbouw is vrij eenvoudig, maar herbergt de nodige verborgen schoonheid. Het leek of Sadler de nummers op afroep speelde, zo intensief was de interactie met het publiek.
Nummers van “Heads Or Tales” als Scratching The Surface missen die oerkracht van de band, zeker als dan ook de gitaar nog grotendeels wegvalt. Het is officieel de Sagacity tour, dus van de laatste schijf moest ook iets gespeeld worden. Dat werden On My Way en I’ll Be. Niet slecht, maar voor mij haalt dit het niet bij het oude werk. Jim Gilmour kreeg weer ‘zijn’ moment met Not This Way, waarbij hij soleert op piano en zang, al had ik liever No Regrets gehoord, maar dan wel met die kornetsolo.
Het mooiste stukje van het concert vond ik nog het begin van Ice Nice: drie mannen achter keyboards en de (inderdaad) ijzige zang van Sadler er bij. Even geen dominantie van Thorne.
Wind Him Up (van “Worlds Apart”) was een mooie toegift, maar de band blameerde zich door als uitsmijter The Flyer van stal te halen, waarmee dertig jaar geleden het publiek werd opgezweept. Deze band heeft het toch niet meer nodig, om, wat ik wil bestempelen als het-slechtste-nummer-aller-tijden, over onze hoofden uit te strooien? Binnen anderhalf uur konden de oordopjes al weer uit, een beetje kort als je hier helemaal de oceaan voor over komt. Je kunt niet alles hebben in het leven, maar een beetje meer (en beter) zou je soms wel wensen.
Met gemengde gevoelens neem ik na afloop op het terras een trek van mijn sigaartje, terwijl mijn vrienden, beiden in het bezit van een Bob, een mooie La Chouffe poldermeester maken. Een feest der herkenning, een warm bad in nostalgie, heerlijke stevige melodieuze klanken, maar ook niet tot de verbeelding sprekende nummers, een tot een figurant gedegradeerde gitarist, maar vooral het overheersende drumwerk dreunen nog lang na in mijn hoofd.
Verslag + Fotografie: Fred Nieuwesteeg