Heb je dat ook wel eens… dat je ergens komt en dat je onmiddellijk het gevoel krijgt op je plek te zijn? Geloof me, dat is een hele aparte ervaring!
Zo is het ook met het nieuwe plekje dat de Canadese band Saga, die ik al vanaf het prille begin volg, geschapen heeft. Als een kamer die je verwachtingsvol binnenloopt, door een ander ingericht, maar die aanvoelt alsof het helemaal jouw wereld is. Noem het déjà vu of wat je wilt, maar het gevoel zal altijd te omschrijven zijn als WERELDS!
Neem gerust plaats op de bank, beetje een progressieve vormgeving of niet? Maar het voelt wel vertrouwd aan, ik zie het aan je ogen. Saga heeft altijd sterk geleund op een zeer sterke ritmische ondergrond. De groep zakte met de vorige zilveren schijf (gevuld met een aantal alleszins redelijke composities) op één punt wat door het ijs met de inzet van een trommelaar (Christian Simpson), die het specifiek te leveren drumwerk niet kon produceren. Een geval van niet de juiste man op de juiste plek, want het staat buiten kijf dat Saga een unieke band is met een dito geluid. Met “Trust” zijn de slagen weer mooi geïntegreerd in het totaalgeluid dankzij Brian Doerner, die uit de melodieuze rockhoek komt (Helix) en hij blijkt een gouden greep. Niet dat Steve Negus ooit te vervangen is, maar die was uiteraard vergroeid met de band. Daarnaast besliste het vijftal dat het weer helemaal retro mag deze keer en dat betekent dat er weer heel wat progressieve elementen in de muziek verweven zijn.
Mooi, die glazen kast met ornamenten. Zal ik er eens een pronkstukje uit halen? My Friend, de akoestische ballade gezongen door Jim Gilmour met een heerlijke houtblazerssectie. Back To The Shadows, het tweede nummer op de cd, laat in de intro tijden van weleer klinken. Hier ontmoeten we de typisch vragende en verhalende stijl van Michael Sadler’s zang alsof je rechtstreeks toegang hebt tot de overwegingen die de zanger maakt. Wat mag je trouwens verwachten van een band die haar eigen genre heeft geschapen, maar bij gebrek aan omschrijving volgens de geleerden in de Artrock hoek zou vallen? Degelijkheid misschien? Dan word je op je wenken bediend door openingstrack That’s As Far As I’ll Go, dat up-tempo genot biedt doorvlochten met het moderne en vervormde toetsengeluid van Gilmour. Wat is dat toch een inventieve man en hij heeft volgens mij een beste schop in zijn kont gehad, want hij staat de sterren van de hemel te spelen. Maar het is sowieso opvallend met welk een tomeloze energie iedere individuele muzikant zijn ding doet. Wat moet je bijvoorbeeld in vredesnaam nog zeggen over de unieke Ian Crichton? Er zijn collega gitaristen die gaan voor mooie, exact kloppende solo’s, maar deze man gaat voor de ‘Hitchcock-benadering’, wat minstens zoveel suspense oplevert als een doorsnee film van genoemd regisseur. Nee, de sound van de man is op zeker niet te kopiëren. Luister maar eens naar de solo van het weergaloze I’m OK en je weet wat ik bedoel. Het titelnummer is bijna stadionrock te noemen. De passie waaiert over bijna de hele collectie van songs, alleen Time To Play, niets meer dan simpele blues met daarover rapachtige zang, is voor mij een zoutloze gang van dit exclusieve diner, dat vijftig minuten mag duren.
Verder moet ik bij Ice In The Rain, voorzien van wederom een ijzersterke riff, constateren dat de mannen op de drempel van briljant staan, waarop met name Sadler excelleert. Leeftijd schijnt hem niet te deren als ik zo naar hem luister. Een kippenvelopwekkende Marillion-achtige keyboard solo (dit ter vergelijk, want immers Saga stond al eerder op de progkaart) laat me vaak terugkeren naar dit nummer. Footsteps In The Hall stapt de ontvangstkamer binnen van een weer hele andere wereld, maar het blijft vertrouwd, met zijn aanstekelijk refrein en neoprogressieve solo. Saga’s mix van AOR, Pop en Progressieve Rock blijft me aanspreken. Als eerste single is gekozen voor It’s Your Life, niet mijn meest favoriete compositie van de in een fenomenale hoes gehulde cd, maar erg catchy. Let even op, de eerste persing is in digipack met een dvd (die de ‘making of’ bevat).
Pas op! Deze zeventiende Saga (studio)schijf knuffelt je haast bewusteloos. Ja, je kunt dan roepen I’m OK, maar als deze engel je omhelst en in je wegkruipt, dan ontstaan er wilde dromen en eindeloze zuchten. Schoonheid op z’n mooist met een dynamische productie. Ach, natuurlijk ben ik zo melancholisch als de neten. Wilde al een tijdje terug naar “Worlds Apart”, dolgraag afzakken naar wereldplaten als “Silent Knight” of “Images At Twilight” en daar worden vlagen van ten gehore gebracht! Je ontsnapt niet gauw aan mijn enthousiasme in dit epistel… Maar écht, je moet deze keer zeker toeslaan, ook als je de laatste platen van het gezelschap hebt laten liggen. Trust me, dit is weer een ouderwets gezellig samenzijn.
Ton Veldhuis