Polka hier polka daar! De symfohelden van nu en weleer worden op handen gedragen in Polen. Hoe vaak zie je niet een live cd of dvd vanuit ons favoriete genre voorbijkomen met de tekst “Live from Poland” of iets soortgelijks. Samengevat zou je kunnen stellen dat de symfo / prog scène in Polen buitengewoon levend is. Behalve de grote buitenlandse symfosterren doen nu ook de oorspronkelijke bewoners van Polen een flinke duit in het zakje. Na het succes van de Poolse nachtegalen van Riverside was het wachten op een Poolse variant daarop. Deze is nu gekomen en de band luistert naar de naam: Sandstone. Muzikaal gezien zitten ze behoorlijk op één lijn. Progmetal pur sang met allerlei verwijzingen naar het rijke verleden van de neoprog en de melodieuze metal.
“Looking For Myself” is de debuutplaat van deze Poolse rakkers. De eerste tekenen van leven rond Sandstone vinden plaats in 2001. Toen was de band nog een gewoon rockbandje aangezien het toenmalig kwartet nog een toetsenist miste. Deze werd in 2002 aan de line-up toegevoegd. Dankzij de komst van Gregorz Marecik is ook het symfonische geluid in de band geslopen. Anno 2006 is Sandstone nog steeds een vijftal en zijn de progressieve geluiden er niet meer uit te rammen. Progrock Records durfde, gezien het succes van Riverside, het wel aan om deze mannen te laten debuteren op het hoogste podium. Progrock Records liet niks aan het toeval over en liet Adam Spizak het schitterende artwork verzorgen. Is de hoes evenzo mooi als het gebodene op plaat? Daar kan ik kort in zijn: niet helemaal, liever gezegd, helemaal niet. Het is een aardige plaat geworden maar zeker niet meer dan dat. Leuk cd-tje voor tussendoor maar als hoofdmaaltijd schiet deze plaat toch behoorlijk tekort. Nu weet ik ook wel dat het nog maar de eerste plaat van deze Poolse rockers is en je hoort her en der echt wel wat talent voorbij komen, maar echt overtuigen doet het zeker niet.
Zanger Marcin Zmorzymski (drie keer letterwaarde) is een redelijke zanger, al valt hij bij de echte harde passages behoorlijk door de mand. Drummer Arkadiusz Magner roffelt plichtmatig op zijn trommel zonder werkelijk iets toe te voegen. Basgitarist Marcin Mathiak doet zijn best maar raakt in de productie hopeloos achteraan in het geheel. Gitarist Jarek Niecikowski gooit er op z’n tijd eens een lekkere solo uit maar het uiteindelijk aantal lekkere licks kan je op de vingers van één hand tellen. Tenslotte de al eerder gememoreerde toetsenist Marecik. Hij probeert aan alle kanten om eens lekker origineel uit de hoek te komen maar u raadt het al, dit lukt zelden. Als je dit zo leest moet het toch een treurige plaat geworden zijn. Dit valt nog wel mee maar een erg goede plaat, laat staan een klassieker, is het niet geworden. Er is één woord dat bij mij steeds komt bovendrijven en dat is het woord éénheidsworsten. Er is niks, maar dan ook niks origineels te vinden op deze release. Op zich helemaal niet erg, want op bijvoorbeeld cd’s van The Watch is ook niks origineels te vinden maar die klinken toch verdraait lekker. Producer, mixer en masteraar Pavel Kutscheraur (ik kan er ook niks aan doen…) laat de band lelijk vallen. De productie is zeer matig, het geheel klinkt erg hol en een bas is er al bijna helemaal niet te horen. Misschien dat de band zelf dit gewoon zo wilde, dat kan, maar dat lijkt mij dan niet echt een slimme zet geweest.
Nogmaals, er zijn mindere platen gemaakt maar ik geloof niet dat deze Polanders net zo beroemd / berucht zullen worden als Riverside.
Sander Kok