De Italiaanse toetsenist Luca Scherani heeft al de nodige bijdragen geleverd aan albums van anderen. Vooral workaholic Fabio Zuffanti is erg gecharmeerd van ’s mans verrichtingen. Zo maakte Zuffanti met Scherani als toetsenist de Hostsonaten-cd’s “Summereve” en “The Rime of The Ancient Mariner”. Daarnaast is Scherani bedreven in het maken van arrangementen voor viool en fluit. Daar heeft hij al menig cd mee opgesmukt.
In 2007 maakte hij z’n eerste soloalbum, “Everyday’s Life”. Nu mag hij het wederom in z’n eigen liedjes doen. Op “Everybody’s Waiting” laat Scherani horen dat hij een opmerkelijk muzikant is. Hij valt op vanwege zijn soepele spel en zijn magnifieke timing.
De sfeer op dit soloalbum is onmiskenbaar jaren ’80, dit in tegenstelling tot het in dezelfde periode verschenen “The Rime Of The Ancient Mariner” waarop de jaren ’70-retro middels Mellotron en Minimoog regeert. Slechts af en toe graaft Scherani op “Everybody’s Waiting” wat dieper met het geluid van een Hammondorgel of een Fender Rhodes. Vergis je dus niet.
Sprankelend piano- en synthesizerspel kenmerken dit album. De man weet gevoel aan de klavieren te ontlokken. De eerste drie nummers zijn het klapstuk van de cd. Vooral opener Brevi momenti di luciditi is machtig met zijn sierlijke combinatie van piano, viool en fluit. Deze pracht houdt het maar een paar nummers vol, want met de trompet en de jubelende operastem van het monsterlijke titelnummer gaat Scherani flink kopje onder. Daarna is het in de meeste nummers redelijk te noemen wat hij ons voorschotelt. Met de laatste paar nummers gaat de curve weer danig naar beneden. Het is niet anders, ook al trekt Scherani er nog een heel blik gitaristen open voor een solootje.
Over het algemeen is de muziek nogal riedeltjesachtig, maar Scherani kan dat wel heel goed. Het is alleen jammer dat het de wat middelmatige nummers niet beter heeft gemaakt. Soms hoor je een wat jazzy basis, niet expliciet qua stijl maar meer in akkoorden en geluiden. Ook liggen er vaak klassieke invullingen over de nummers heen en dat is buitengewoon smakelijk. Voor de Italiaanstalige zang zal je dan weer van poppy melodielijnen moeten houden. Als je dat niet doet zijn er altijd nog de instrumentale passages zoals die in het lange Livide Sfuocate Distanze. Ook is er een vijftal korte instrumentale nummers waaronder de twee pianowerkjes Alice en Giulia. Als je daarnaar luistert zou je Scherani dringend willen adviseren om de volgende keer alleen de piano naar de studio mee te nemen. Beide werkjes zijn namelijk wonderschoon. Al deze tussennummers geven het album enige coherentie en dat is nodig ook, want het Zappa-achtige titelnummer heeft de boel flink uit het lood getrokken.
Al met al is “Everbody’s Waiting” een album waarop liefhebbers van toetsengerichte prog plezierige momenten zullen vinden. Voor de gemiddelde progger echter is dit niet meer dan een gemiddelde plaat.
Dick van der Heijde