“Vidunderlige Kaelling”, op vinyl ook uitgebracht onder de naam “Astarte”, was de derde plaat van de Deense prog-jazz formatie Secret Oyster, een groep die vooral in thuisland Denemarken bekendheid kreeg. Op de eerste twee platen liet de band horen beïnvloed te zijn door fusionbands als Mahavishnu Orchestra, Return To Forever, Nucleus en Miles Davis ten tijde van “Bitches Brew”, maar ook niet vies te zijn van licht progressieve invloeden en natuurlijk de eigen volksmuziek.
Deze derde plaat is het resultaat van een samenwerking met choreograaf Flemming Flindt en dichter Jens August Schade. Secret Oyster maakte de muziek bij een ballet van Flindt gebaseerd op de erotische gedichten van Schade. Hoewel Karsten Vogel in de liner notes bij deze heruitgave de indruk geeft dat het ballet erg slecht was, werd de voorstelling een groot succes, vooral omdat de dansers en acteurs naakt over het podium stekkerden. Ach, de jaren ’70!
“Vidunderlige Kaelling” (Wonderful Bitch) klinkt dan ook als een soundtrack. De luisteraar kan zich goed voorstellen hoe deze muziek dans kan ondersteunen. Het is lyrische, prettige muziek, soms funky, soms hypnotiserend, soms zweverig. Hoewel bij vlagen spannend, overheersen de losheid van jazz die de stukken ruimtelijk maakt en de wat gedateerde, maar warme typische klank van prille fusion. Een warm bad voor de liefhebber.
Compositorisch stelt de plaat niet zo gek veel voor. De nummers moeten het hebben van de sfeer of de groove, niet van de thema’s, uitzonderingen daargelaten. Zo is Solitude een zeer fraai stukje pianomuziek en Valse Du Soir een te kort accordeonthemaatje. De wat langere nummers als Astarte en Outro zijn eigenlijk gestructureerde jams, etalages voor de niet geringe capaciteiten van vooral gitarist Claus Bøhling, toetsenist Kenneth Knudsen en saxofonist Karsten Vogel. Die laatste lijkt in een formatie als deze aanzienlijk meer op zijn plaats dan in het knutselensemble van Robin Taylor.
De plaat bevat ook een aantal gevallen van jammer, zoals het wat melige Tango-Bourgoisie, de wat loze saxofoonsolo Circus Sax en de waardeloze kakofonie van Intro To Act II. Van de drie bonustracks is alleen Sleep Music de moeite waard; een mooi dromerig stuk met flarden sax.
De vier platen van Secret Oyster worden stuk voor stuk opnieuw uitgebracht door The Laser’s Edge, allemaal voor het eerst op cd, netjes opgepoetst en voorzien van nuttige informatie. Op basis van de nostalgische geluiden van deze plaat denk ik dat dit wel eens zeer waardevolle heruitgaven kunnen worden, als de onthulling van tot nu toe geheim gebleven pareltjes.
Erik Groeneweg