Hoewel de band al geruime tijd bestaat – twintig jaar om precies te zijn – zal de naam Secret Sphere misschien niet bij iedere liefhebber van prog metal direct een belletje doen rinkelen. De hier besproken boreling is al het achtste studioalbum van de band, maar pas het eerste dat op deze site besproken wordt. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dan ook niet bekend ben met het eerdere werk, maar als dat vergelijkbaar is met hetgeen op “The Nature Of Time” te horen is, is een duik in de geschiedenis misschien best de moeite waard.
De band is opgericht door gitarist Aldo Lonobile in 1997 en kende in die twintig jaar de nodige bezettingswisselingen. In 2012 werd de oorspronkelijke zanger vervangen door de huidige, Michele Luppi. Sinds 2015 is deze laatste ook de toetsenist van Whitesnake en verzorgt hij daar de achtergrondvocalen. De man heeft een aardige staat van dienst in diverse bands, maar de toevoeging aan Secret Sphere blijkt voor deze band een gouden greep. Met zijn geweldige stem en veelvuldige ingezette achtergrondkoortjes weet hij de aandacht op te eisen en hij is absoluut de publiekstrekker op dit album. Wat een geweldige stem heeft deze man! Zonder de overige vier heren uit te willen vlakken overigens, want die staan ook hun mannetje. Een buitengewoon strakke ritmesectie en een gitarist die – zonder in nodeloos gefreak te verzanden – zijn noten moeiteloos weet te raken. Speciale vermelding verdient toetsenist Gabriele Ciaccia die zijn klavieren op een prachtige orkestrale manier inzet, waardoor dit pittige plaatje een allerbeste symfonische tint meekrijgt.
We hebben hier overigens te maken met een conceptalbum. Puur tekstueel dan, want de muziek kent weinig tot geen terugkerende thema’s. Het album verhaalt over een zevenjarig meisje dat na een lange coma haar leven gaat wijden aan de zeven deugden. Na haar ontwaken start ze met het verspreiden van boodschappen zonder het gebruik van woorden of getallen. De vier fases in het verhaal kennen allemaal hun eigen hoofdstuk op het album.
Secret Sphere is van oorsprong een echte power metal band en op dit album zijn die wortels nog goed hoorbaar. De band slaagt er echter in dit te combineren met een flinke dosis melodie en de al genoemde symfonische aanpak. Natuurlijk krijg je hier de nodige snelheid en power – met natuurlijk een flinke dosis dubbele bass drums, maar tegelijkertijd verliest de band de aandacht voor ‘het liedje’ niet uit het oog. Dit zorgt voor pakkende songs en flink wat meezingmomenten.
De band bivakkeert dus al een jaartje of twintig onder de radar, maar heeft hier wel een erg fraai album afgeleverd. Voeg hierbij een bovengemiddelde zanger – met een beetje naamsbekendheid – dus wellicht dat men nu wat meer aandacht zal genereren. Van harte aanbevolen voor liefhebbers van Kamelot, DGM of Rhapsody Of Fire.