Aan de toch al zo goed gevulde Italiaanse progboom is wederom een nieuwe loot ontsproten. En wederom is een nadere beschouwing van het door deze band – Secret Tales – uitgebrachte werkje de moeite waard. Met “L’Antico Regno” brengen ze een alleszins verdienstelijk debuut uit. De combinatie van bandnaam (geheime verhalen) en cd-titel (de oude koning) doet vermoeden in welke hoek we de muziek, in elk geval het thema, moeten zoeken. Inderdaad zien we koningen en ander edel volk, heksen, mysterieuze wezens als een eenhoorn langskomen in een even sprookjesachtig en onwezenlijk decor.
Bij dit soort tafereeltjes past geen onversneden progmetal of gecompliceerde epische muziek met jazz-achtige trekjes. Nee, veel meer passend is folkrock met Keltische elementen, sferische en soms onheilspellende muziek met zo nu en dan een stevige noot om de heftige avonturen uit het verhaal te onderstrepen. En dat krijgen we dan ook van dit Italiaanse trio, dat kort tevoren nog een duo was.
Nadrukkelijk op de voorgrond treedt zangeres Tiziana ‘Princess’ (!) Radis. Ze heeft een heldere sopraan, die zij een opera timbre kan meegeven. Samen met de soms ijle koortjes die zij in haar eentje inzingt, kan dat de betovering soms ineens doen toeslaan.
De toetsen die Roby Tav beroert, doen ons bijna rechtstreeks in de wondere wereld van de oude koning belanden. Met gelaagd toetsenspel, geluidseffecten en sferische akkoorden brengt hij de melodieën voor een belangrijk deel tot leven en weet hij soms duistere, onheilspellende, maar ook juist vriendelijke en pastorale sferen te creëren.
De zware accenten in het werk van Secret Tales komen uit de gitaar van Giancarlo Gabbanella. De stevige riffs die hij regelmatig laat klinken, vormen slechts een kant van de medaille. De andere is gevuld met messcherpe solo’s die hij als met een toverstaf over dit wondere landschap rondstrooit.
Heel gek, maar deze medaille kent zelfs een derde zijde. Want zeer nadrukkelijk aanwezig is ook de akoestische gitaar. Te pas en te onpas duikt dit instrument tokkelend op. Het kan nog zulk zwaar weer zijn of de wendingen in het verhaal kunnen nog zo’n dramatische wending nemen, er is sprake van verlichting en tegenwicht als deze snaren beroerd worden.
De gitaarsolo’s kan ik zeker waarderen, de stevige touch zorgt voor een mooie balans, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar de ingetogen stukken. Mooi, ijl, breekbaar klinken de toetsen, akoestische gitaar, percussie en hoge koortjes in Il Canto Delle Sirene. Momentje van kippenvel. Orkestratie met fluit in Rex Introduxit Puellam is ook zo’n voorbeeld.
“L’Antico Regno” is soms zwaar van toonzetting, gehuld in een donkere atmosfeer, vol van mysterie, mystiek, chaos, en theatrale elementen. Toch hou ik er per saldo een ‘licht’ gevoel aan over. En dat is positief bedoeld. Secret Tales weet de stijlen die zij gebruiken zo te combineren en mooie, luchtige passages zo naar de voorgrond te schuiven dat het geheel ‘licht’ verteerbaar is. Daar dragen zeker ook het gebruik van de luit, de aartsluit (wie kent hem niet?) en de fluit aan bij, om de heerlijke orkestraties niet te vergeten. Twee korte nummers zouden zo een paar eeuwen geleden opgenomen kunnen zijn en daar is geen woord ‘heavy’ bij.
Ja, ik kan dit gezelschap wel velen op een pasta-party aan de vooravond van een marathon: rustgevend, maar zeker niet in slaap sussend, prettig proghydraten stapelen! De Oude Koning is nog springlevend, leve De Oude Koning!
Fred Nieuwesteeg