Eind jaren 70 beginnen vijf jonge kerels de band Sfaratthons. Het idee is om een rockopera te maken, maar de plannen lopen stuk en begin jaren 80 gaat de band uit elkaar. Maar het progbloed kruipt waar het niet gaan kan en in een gewijzigde bezetting komt de band in 2011 weer tot leven. Er worden twee albums uitgebracht waarvan vooral “Appunti di Viaggio” lovende kritieken krijgt.
Nu is daar het derde album “Odi Et Amo” (haat & liefde). Het gezelschap maakt typische Italiaanse symfonische rock in de stijl van grootheden als Le Orme, PFM en Banco. Met dien verstande dat het vocale theatrale achterwege wordt gelaten. Het theatrale zit hem meer in de overdonderende orgelpartijen en grootse overgangen.
Dat pakt niet altijd goed uit. In het titelnummer zit een overgang, waarin de ruimte wordt gegeven aan grootse drumfills, maar die komen zo houterig over dat je spontaan in de lach schiet. In bijna elk nummer zitten wel een paar wat moeizame of aparte overgangen. Gelukkig overheersen de goed geplaatste. Het maakt dat sommige passages je helemaal in weten te pakken, maar dat je even later een koude douche krijgt.
Het gros van de muziek is instrumentaal. Zanger Giovanni Di Nunzio weet niet overal te overtuigen, maar zijn stemgeluid past wel perfect bij de muziek. In Maddalena zit een monoloog van een Italiaanse dame. Geen idee wat ze zegt, maar ik hang aan haar lippen. Die taal is zo poëtisch, ik houd er van. Sterkste troef is het fluitspel van Geoff Warren. Het geeft de muziek extra diepgang. Een nummer als La Donna Amata leeft er helemaal door op. De link met Quidam is hier snel gelegd.
Over het geheel genomen doet de stijl van Sfaratthons denken aan het oude Camel. Je hoort dat vooral in het langste nummer Zarina. Het heeft een mooie opbouw en het geheel is prettig uptempo. Je denkt steeds dat je nu de stem van Andy Latimer gaat horen. Ook hier krijgt het sterke fluitspel weer een hoofdrol.
Ondanks dat de muziek aan Camel doet denken, heeft het album opvallend weinig gitaarsolo’s. Je hoort ze wel, zoals in La Donna Amata, maar het aandeel zou veel groter mogen zijn. Het zou de muziek meer verrijken.
Gemengde gevoelens dus. Over het geheel genomen is dit een mooi werkje waarin de hoogtijdagen van de Italiaanse progressieve rock bij vlagen terugkeren. De kritische noten maken echter dat het album als geheel niet altijd weet te overtuigen.