Stel je voor, je bent enorm muzikaal en je schrijft muziek met kinderlijk gemak. Je speelt in een band waar je veel van je creativiteit in kwijt kan, maar je merkt dat je nog veel meer in je mars hebt, wat je niet in die ene band kwijt kan. Wat doe je dan ? Dan begin je een tweede band. En als dat niet genoeg is stort je je op nog een band enz enz.
Eén van die mensen die van creativiteit overloopt is Clive Nolan. Nolan kwam al op zijn vierde met de piano in aanraking en is nooit meer gestopt met spelen. Op zijn negende kwamen daar de viool en de cello bij. Hij studeerde af aan het conservatorium en doorliep de International Film School in Londen, waar hij zich specialiseerde in filmmuziek. Vanaf 1985 werd zijn naam bekend in de progwereld, toen hij toetsenist van Pendragon werd. Zijn prioriteit ligt bij zijn belangrijkste band: Arena, welke hij begin jaren negentig samen met drummer Mick Pointer (ex-Marillion) oprichtte. Maar Nolan had voor die tijd al heel wat meer gedaan. Hij maakte twee albums met Strangers On A Train (met daarop onder anderen Tracy Hitchings), met Oliver Wakeman maakte hij “Jabberwocky” en (een paar jaar later) “The Hounds Of The Baskerville’s” en onder de naam “Casino” maakte hij een album met de inmiddels overleden Geoff Mann. Naast het schrijven van muziek is hij ook een begenadigd tekstschrijver. Verdiep je maar een in de enorme lappen tekst die hij tot nu toe uit zijn pen liet glijden en je kan niet anders dan toegeven dat hij geniaal is.
Voor Arena was zijn grootste band Shadowland. In de jaren negentig brachten ze drie albums uit, waaronder het hier besproken “Ring Of Roses”. De band richtte hij op met gitarist Garl Groom (Threshold) met wie hij ook de Thin Ice Studio’s bezit. De band werd gecompleteerd met bassist Ian Salmon (Arena) en drummer Nick Harradence. Shadowland maakt ongecompliceerde (neo)prog-rock. De muziek is lekker stevig met een redelijk bombastisch karakter. De tempowisselingen zijn functioneel en de gitaar- en toetsensolo’s lekker melodisch.
De opbouw van de nummers verlopen over het geheel genomen hetzelfde; een rustig intro waarna het nummer zich ontpopt als een bombastisch progrock nummer met stevige instrumentale passages. Openingsnummer The Whistleblower verloopt bijvoorbeeld zo. De zware (licht galmende) drums en het staccato verlopende gitaarspel geven het nummer enorm veel power. Nolan laat zich helemaal gaan in een snelle zwevende toetsensolo, waarna met zacht toetsenspel de rust weer wordt teruggebracht. Bij Shadowland neemt Nolan zelf de vocalen voor zijn rekening. Zijn warme stem en typische Engelse accent passen prima bij de muziek. Tegen het einde doet Karl Groom flink van zich horen met een gierende gitaarsolo terwijl Nick Harradence zijn kit laat schudden op zijn grondvesten met snel drumspel. Lekker nummer.
Dat de muziek van Shadowland behoorlijk commercieel aandoet zal ik niet ontkennen. Dat wordt goed duidelijk in bijvoorbeeld Painted By Numbers. De melodie is super toegankelijk waardoor je na twee luisterbeurten het nummer al kan dromen. Ook het refrein is lekker pakkend en nestelt zich razend snel in je hoofd. De toetsen van Nolan zijn dominant aanwezig zonder dat het ook maar een moment stoort. Garl Groom steelt weer de show met een pittige gitaarsolo, eerst kort, maar tegen het einde mag hij heerlijk accelereren. Meest commercieel klinkt het titelnummer Ring Of Roses, het refrein is net iets te gelikt naar mijn mening.
Jigsaw en Hall Of Mirrors zijn de twee langste nummers van het album. Het eerste heeft een rustige opbouw verloopt in het begin vrij eentonig. Dat komt mede door de enorme hoeveelheid tekst die er in het nummer gestopt is (maar liefst drie pagina’s vol in het boekje!) Tegen het einde wordt alles helemaal goed gemaakt met een lange krachtige gitaarsolo van Groom waarin hij lekker over the top gaat. Hall Of Mirrors verloopt een stuk spannender met prima tempowisselingen en pittige solo’s.
Op The Kruhulick Syndrome demonstreert Nolan zijn toetsenkwaliteiten. Vijf minuten lang laat hij horen hoe goed hij zijn instrument verstaat, even lijkt het of je in een album van Strangers On A Train bent terecht gekomen, maar Karl Groom helpt je aan het einde uit die gedachten met een heerlijke gierende gitaarsolo.
Persoonlijk vind ik dit een heel erg lekker album. Ok, de muziek is zo toegankelijk als een openbaar toilet, maar dat maakt het album nog niet slecht. De nummers zijn lekker stevig met veel solo’s op gitaar en toetsen. Na het luisteren van deze plaat zit je direct weer bomvol energie! Een aanrader voor diegene die nog maar net met prog kennis hebben gemaakt en voor de mensen die de muziek van Nolan altijd wel goed hebben gevonden.
Maarten Goossensen
De versie die in “Cautionary Tales” is opgenomen is vrijwel identiek aan de heruitgave via Verglas in 1997. Aan deze versie is een demo toegevoegd van Jigsaw. Met het beluisteren van deze demo krijg je een indruk in hoeverre het nummer verschilt van de uiteindelijke versie op “Ring Of Roses”.
Hans Ravensbergen