Trouwe lezers weten inmiddels dat ik een bijzonder groot liefhebber ben van mistroostige muziek. Van die zalig zwaarmoedige muziekstukken waar de melancholiek en naargeestigheid als het ware vanaf druipt. Mogelijk is deze ‘eigenaardigheid’ één van de redenen dat ik dikwijls in vervoering raak van de muziek van bands uit de lidstaten van de Noordse Raad. Sinds de millenniumwissel volg ik vanwege deze verrukkelijke vreugdeloosheid met zeer veel interesse en dito genoegen de muzikale verrichtingen van Sigur Ros uit IJsland. En inderdaad, ook dit land behoort tot de Noordse Raad…
Sigur Ros (overwinningsroos) wordt in augustus 1994 – op de geboortedag van Sigurros Birgisson – in Reykjavik. Een aantal jaar later tekent het drietal bij het plaatselijke label Bad Taste, dat in 1997 het debuut “Von” (“Hoop”) op de markt brengt. Op dit album brengen de drie sferische rockmuziek ten gehore met teksten in het IJslands en in een zelfverzonnen preveltaalje, dat tegenwoordig ‘Vonlenska’ (‘Hooplands’) genoemd wordt. Terwijl IJsland massaal voor de dromerige muziek van het kwartet valt, wordt de plaat daarbuiten echter niet of nauwelijks opgemerkt.
Desalniettemin wordt het ensemble korte tijd later uitgebreid met toetsenist Kjartan Sveinsson en in deze bezetting levert de band zijn tweede album af. “Ágætis byrjunn” (“Goede Start”) ligt in juni 1999 in de platenzaken in IJsland. Aanvankelijk lijkt ook nu buiten IJsland niemand hier wakker van te liggen, maar dat verandert al spoedig wanneer de band het volgende jaar in het voorprogramma van Radiohead mag optreden. Sigur Ros tekent namelijk bij FatCat Records, dat in augustus 2000 de nieuwe plaat nu ook in de rest van Europa uitbrengt.
Het is niet eenvoudig om Sigur Ros in een karakteristiek muziekhokje te positioneren. Teneinde een begrijpelijk kader in het leven te kunnen roepen zal ik evenwel hier toch een poging moeten wagen. Welnu, zonder de muziek van het IJslandse kwartet tekort te willen doen, zijn de composities op “Ágætis byrjun” enigermate schatplichtig aan Brian Eno, Godspeed You! Black Emperor, Low, Mogwai, Pink Floyd, Radiohead en Talk Talk. Naar aanleiding van vooral dit album wordt Sigur Ros in verschillende media buiten IJsland onder de noemer postrock geplaatst en ik kan me hier, gezien bovenstaande referenties, best in vinden.
“Ágætis byrjun” bevat tien onconventionele muziekstukken, variërend in lengte van ruim anderhalve minuut tot ruim tien minuten. Het is echter welhaast onmogelijk om deze vaak epische stukken te beschrijven zonder daarbij in reisgidsenjargon te vervallen. Het album staat immers bol van klanken en geluiden die mij geregeld doen denken aan mistige fjorden, borrelende geisers, weidse landschappen of smeltende gletsjers. Ik schrijf hier bewust klanken en geluiden, want de nummers van Sigur Ros ontberen een dominante melodie(lijn). De vaak meeslepende composities bewegen zich bovendien tergend langzaam voort, waarbij het ensemble geleidelijk heen en weer laveert tussen harde en zachte stukken. Dat de band geen haast heeft om zijn ding aan de man te brengen, blijkt wel uit de lengte van de nummers. Op dit album overschrijden namelijk maar liefst acht stukken de zes minuten.
De kamerbrede klanktapijten van Sigur Ros zijn even dromerig en geheimzinnig als inventief en betoverend. De plaat is dan ook bij uitstek geschikt om even heerlijk bij weg te dromen wanneer het buiten donker en koud is. Het is bijgevolg met recht een plaat die je op een herfstachtige avond beluistert als de regen door de gure wind zachtjes tegen het raam wordt geblazen. De bijzondere breekbaarheid en geweldige geraffineerdheid van “Ágætis byrjun” komen in deze omstandigheden namelijk nog meer tot hun recht. Omdat het even duurt alvorens het album al zijn geheimen prijsgeeft, is dit bovendien een onvervalste groeiplaat te noemen. Heerlijk…
Ofschoon ik “Ágætis byrjun” beslist geen toegankelijk album kan noemen, kan ik de plaat alleszins als een schot in de roos bestempelen. Niet alleen voor mij persoonlijk, maar ook voor de band zelf. De plaat slaat immers als de spreekwoordelijke bom in en Sigur Ros groeit vanaf dat moment al snel uit tot één van de grootste muzikale revelaties van het nieuwe millennium. Op basis van dit tweede album zijn deze loftuitingen mijns inziens zonder meer terecht. Sigur Ros levert immers niet alleen een dijk van een plaat af, maar doet tevens de rest van de muziekwereld beseffen dat IJsland niet langer alleen het land van Björk is.
Frans Schmidt