Oud-collega Ewout Boonen velde een vrij zuinig oordeel over Silhouettes debuut. Een van de redenen daarvoor was de magere productie. Het goede nieuws is: in de bezielende handen van Gerben Klazinga (Knight Area) is deze op “Moods” duidelijk verbeterd. Andere redenen hadden betrekking op saaie zang, niet al te overtuigende composities en weinig virtuoze instrumentatie. Helaas constateer ik niet op al deze punten evenveel verbetering.
Net als op het debuut verdelen gitarist Brian de Graeve, toetsenist Erik Laan en drummer Jos Uffing de leadvocalen. Vooral laatstgenoemde komt op dit punt weinig overtuigend over. De Graeve ligt iets makkelijker in het gehoor, maar hier en daar wordt het wel akelig zoet (Second Time Down).
Concert Hangover verhaalt over een concert van Pendragon en als we het verhaal over de autobiografie mogen geloven, hebben we hier ook meteen een van de belangrijkste invloeden van de band te pakken. Nou, dat zal best want met “weer een neoprog-cd” hebben we de essentie eigenlijk wel te pakken. Silhouette brengt ons aardig gitaarwerk en dominant toetsenspel (met meer dan eens helaas een wat goedkoop geluid) in de van het genre bekende slepende vorm.
Het prijsnummer van “Moods” is het Asia-achtige Cinema Backseat. De kracht van een uptempo nummer met een sterke melodie en een meerstemmig refrein, is nu eenmaal een gegeven dat na meer dan 25 jaar neoprog en meer dan 30 jaar AOR nog immer overeind staat. Zelfs de bij vlagen potsierlijke zang van Uffing slaagt er niet in het nummer om zeep te helpen. Ook Don’t Threaten My Peace of Mind, Unreal Meeting en het instrumentale titelnummer zijn aardig.
Voor het overige ligt de nadruk hier toch wel erg op de kwantiteit. De cd was met een nummer of vier, vijf minder beslist rijker geweest en ook binnen de nummers had men hier en daar best wat kritischer mogen zijn op het schrappen van zinloze (vooral instrumentale) passages. De versnelling in Concert Hangover bijvoorbeeld is pure knutselsymfo die herinneringen aan Arena’s zwakste momenten oproept.
Net als “A-Maze” wekt “Moods” hier en daar de suggestie van een band die iets groots in zich heeft. Jammer genoeg is net als bij de voorganger het eindproduct toch gewogen en te licht bevonden.
Casper Middelkamp