Sommige albums moeten eerst rijpen voordat je ze volledig kan ontraadselen. Dat zijn van die albums waarvan je weet dat ze heel speciaal zijn, maar daarvoor wel eerst diepgaand doorgrond moeten worden voordat het zijn geheimen prijsgeeft. Het hier besproken album is daar een mooi voorbeeld van. Ik heb het album vele malen beluisterd, maar kreeg de vinger er niet op. Soms is het dan verstandig om het album gewoon even weg te leggen en na een paar weken weer te beluisteren. Thema’s en melodieën vallen dan vaak op zijn plaats.
Ook bij het vorige album van Singularity “Between Sunlight And Shadow” moest ik dit proces door voordat ik het album helemaal door had. Het nieuwe album doet regelmatig aan zijn voorganger denken. Neem bijvoorbeeld het nummer Smile, dat qua tegendraads spel en melodie zo op het vorige album had kunnen staan. Toch is Singularity duidelijk gegroeid de afgelopen vijf jaar. Dit nieuwe album is nog meer één geheel als zijn voorganger en de thema’s en melodieën zijn nog sterker.
De muziek van deze Amerikanen is een mix van Salem Hill, Timothy Pure en Iluvatar. In alle nummers is er zeer veel ruimte voor heerlijke instrumentale passages met redelijk complexe stukken die toch toegankelijk overkomen. Er wordt vaak geschakeld tussen prachtige ingetogen stukken en heftige passages en dit maakt de muziek tot een intense belevenis.
In het instrumentale Mongrel krijg je een korte samenvatting van wat er verder gaat komen. Alle hoofdthema’s worden hier kort gepresenteerd. Vind je het eerste nummer helemaal niets, dan kan je de rest dus ook overslaan. Hoe vaker ik deze schijf beluister, hoe meer bewondering ik krijg voor dat eerste nummer. Met name het oersimpele, maar o zo mooie toetsenthema wat je op het einde van het eerste nummer hoort, is het hoofdthema van het album. Op het langste en laatste (en mooiste) nummer Islands, wordt dit helemaal uitgewerkt, maar het duikt dus ook op in de andere nummers.
Het meeste zangwerk komt op het conto van toetsenist John Green, maar ook alle andere leden kunnen uitstekend zingen. Aan het begin van Islands zijn ze allemaal tegelijk te horen en dat klinkt werkelijk prachtig. Verder is het solospel van gitarist Scott Cleland en het toetsenist John Green geweldig te noemen.
Als je bereid bent je in dit album te verdiepen en je geeft jezelf de tijd om alle stukjes van de puzzel in elkaar te passen, dan zullen alle mysteries van dit album vanzelf duidelijk worden. Ik ben er van overtuigd dat je dan net zo onder de indruk bent van dit geheel als ik.
Maarten Goossensen