Ik heb jaren in de horeca gewerkt, zowel in de bediening als achter de bar. Eén van de leukste dingen die je als barman kan doen, maar tevens ook het moeilijkste, is het maken van een goede cocktail. Het lijkt zo simpel, maar een fatsoenlijke Bloody Mary (1/5 wodka, 1/5 citroensap, 3/5 tomatensap, tabasco, selderie, zout en ijsblokjes) maak je echt niet zo makkelijk. Het leukst is het natuurlijk om zelf cocktails te bedenken. Je moet daarbij goed oppassen dat de ingrediënten elkaar niet gaan overheersen en in de juiste verhouding blijven. Hieraan moest ik denken toen ik het debuutalbum van het Franse Skeem beluisterde. De band maakt namelijk een verrukkelijke neo-prog cocktail met bestaande “ingrediënten” en weten er een prima eigen smaak aan te geven.
De ingrediënten van een “Skeem cocktail”:
3/5 Marillion, 2/5 Jadis, 1/5 Timelock, een paar druppeltjes Ywis en Nexus overgoten met een 80’s stijl. Proost! Eenmaal van deze cocktail geproefd, wil je nooit meer de BOB zijn.
Skeem maakt heerlijke liedjes waar ze flink wat instrumentale passages doorheen weven. Toen ik de cd voor het eerste luisterde en netjes bij het eerste nummer Good To One Another begon, had ik in het begin nog mijn bedenkingen. Het begint namelijk nogal zoetsappig en echt als een popnummer. De basgitaar van Berrand Hulin-Bertaud (Priam) valt direct op met zijn solide spel, net als de tapijten van toetsen die je op de achtergrond hoort. Het achtergrondkoortje maakt het geheel compleet. Zanger Serge Barbaro zingt zoete teksten als Let’s be good to one antother, we just have to live together, mag ik effe spugen ? Maar na vier minuten word ik getrakteerd op een fantastische zwevende toetsen solo (oude Marillion-stijl), die direct wordt afgelost door een gitaarsolo zoals Gary Chandler (Jadis) hem gespeeld zou kunnen hebben. De toetsen en gitaar sololeren om beurten de sterren van de hemel. Even weet ik niet waar ik het moet zoeken. Meer graag!
The Last World heeft lekkere stevige gitaarriffs als basis en weer hoor je die toetsen duidelijk door het geheel heen verweven. Af en toe treden ze naar de voorgrond en dan doen ze weer een stapje terug. Het drumspel van Emma M (Priam) is solide en strak. De melodie is simpel maar zo doeltreffend dat je er helemaal blij van wordt. De stem van Serge Barbaro is een cocktail van Gary Chandler, Ruud Stoker (Timelock) en Tony Hadley (Spandau Ballet); bijzonder prettig om naar te luisteren. Ook in dit nummer wordt er volop met heerlijke gitaar- en toetsensolo’s gestrooid. De solo’s passen perfect in het geheel waardoor het nummer zijn kracht behoudt. Kracht is sowieso wel het steekwoord voor de muziek van Skeem. Het heeft dezelfde kracht over zich als de muziek van Survivor.
Up-tempo gitaar-, toetsen- en drumspel vormen het intro voor Trustworthy Man. Na een korte break ontpopt het nummer zich wederom als een lekkere catchy song, met een dijk van een refrein. Jeetje, ik hoorde dit nummer voor het eerst in de trein, wat kostte het een moeite om niet keihard mee te gaan zingen! Een rustige toetsensolo doet zijn intrede, het nummer vertraagt iets en vervolgens neemt de gitaar het over met een slepende solo. Dan gaat het tempo weer omhoog en gaan wederom de toetsen en gitaar om beurten met elkaar de strijd aan. Na elke toetsensolo denk ik: ‘Zou hij dit beter kunnen?’ en verdomd, hij doet het nog ook. De toetsensolo’s in dit nummer zijn heerlijk zwevend en doorklieven als het ware het nummer, soms doen ze sterk aan die van het Argentijnse Nexus denken. Ook gitarist Serge Barbaro overtreft zichzelf telkens weer bij elke solo die hij inzet.
Chrysalides wordt gekenmerkt door sterke zang en dito melodieën. Ook de hoge gitaarsolo’s, waarmee het nummer doorspekt is, zijn klasse. De ene keer doen ze denken aan Gary Chandler en dan weer aan Mike Holmes (IQ). Statues dendert als een stevige goederentrein aan je voorbij. Door de melodie met daarin dragende toetsen, doet erg jaren ’80 aan. De snelle, spacy toetsensolo die in het nummer opduikt is zeker het vermelden waard.
What A Night doet behoorlijk zoet aan. Dit komt hoofdzakelijk door de licht theatrale zang en het hoge laid-back gehalte dat het nummer in zich heeft. Gelukkig wordt het nergens slijmerig. Het refrein heeft een hoog ‘waar-heb-ik-dit-eerder-gehoord-gehalte’, maar zit prima in elkaar. De zang van Barbaro doet hier wel een beetje denken aan Erwin Boerenkamps (Ricocher). De solo op de akoestische gitaar vormt een mooi rustpunt in het strak verlopende nummer.
De laatste nummers zijn niet zo sterk als de eerste vijf, maar zijn absoluut niet slecht. Skeem heeft mij bijzonder verrast. Dit is echt zo’n neo-prog plaat die bij geen enkele liefhebber van het genre in de collectie mag ontbreken. We kunnen gerust spreken van een zeer geslaagde en tevens verslavende cocktail. Zo eentje die je kan blijven drinken zonder hem zat te worden. Laat hem proeven aan al je vrienden.
Geniet en drink vooral niet met mate!
Maarten Goossensen