De band Sleepmakeswaves bestaat al redelijk lang, maar wij als Progwereld hebben nog nooit aandacht besteed aan deze Australische band. Speelt afstand dan nog steeds een rol in de huidige kenniswereld?
Slechts één keer heeft Progwereld jullie geïnformeerd over deze band, dat was in het verslag van Marcel Debets over het Prognosis Festival in 2019. Feit is dat deze band origineel afkomstig is uit Sydney en sinds 2006 bestaat. De bandleden leerden elkaar kennen via MySpace (wie kent het nog?) en onderging in die achttien jaren enkele personeelswisselingen.
Vanaf 2008 produceert de band vier langspelers en een stuk of vijf ep’s, die allemaal zijn uitgebracht via het label Bird’s Robe Records. Dat is een platenlabel, management- en promotie-agentschap dat voor bekende progmetalbands als Arcana, 65DaysOfStatic, Haken, Suldusk, Russian Circles en Emma Ruth Rundle de promotie in Australië doet. De band heeft door die connecties van het label regelmatig opgetreden in Europa, maar ook veel in de Verenigde Staten en Azië. Zodanig veel, dat de band ook een solide fanschare heeft opgebouwd binnen deze werelddelen. Nederland blijft tot op heden dus nog achterwege, want er is op internet nog maar weinig te vinden over deze band.
Het middelpunt van het geluid op het nieuwe album “It’s Here, But I Have No Names For It” vormt drummer Tim Adderly, hij is een dwingende en kenmerkende factor. Dat komt vooral door de hem toebedeelde plek in de productie en mix. Met zijn strakke en dynamische slag bepaalt hij voor een groot gedeelte het karakter van de muziek. Vooral albumopener All Hail Skull is wat mij betreft indrukwekkend. Je hoort een weergaloos drumgeluid en de muziek wordt aangevuld met solerende en soms schurende gitaren. Vleugjes Haken en Vola schemeren door in de track Super Realm Park, maar laat je daardoor niet op het verkeerde been zetten. Sleepmakeswaves produceert vooral een brede diversiteit aan stijlen, ritmes en maatsoorten op deze cd. Daar moet bij worden verteld dat drummer Adderley vaak, maar niet altijd, bepalend is binnen de nummers. Neem bijvoorbeeld het futuristische Verdigris, dat klinkt atmosferisch en ruimtelijk en wordt gedomineerd door synthesizers. De song breekt daarmee het resolute en dynamische karakter van de cd. Nagenoeg vanzelfsprekend is ook deze band volledig instrumentaal, ‘zanger’ Otto Wicks-Green is slechts op beperkte schaal actief. Zoals we dat van de meeste postrockformaties gewend zijn.
Door die wisselende keuzes toont deze band dan ook zijn volwassenheid. Ze gaan gedurfd te werk. Er is veel variatie binnen het materiaal, maar tegelijkertijd veel dynamiek en zelfverzekerdheid. Terror Future op zijn beurt heeft bijvoorbeeld weer een aanstekelijk toetsenintro, waarna basgitarist en grondlegger van de band Alex Wilson bepalend is voor een heerlijk groovy geluid. Ook zijn hier weer dwingende drums te vinden. Aan het einde van de song fijne zang van Wicks-Green, de gitarist binnen de band. Als je zelfverzekerde muziek zou moeten omschrijven, zou Terror Future daar zo maar eens een blauwdruk voor kunnen zijn.
Ondanks dat Sleepmakeswaves een postrockformatie in hart en nieren is, brengt de band op deze cd geen lange, uitgesponnen songs. De meeste tracks klokken rond de vier minuten met de titeltrack als uitschieter. Voordeel daarvan is dat er nergens verveling optreedt, vooral omdat de band het talent heeft boeiend te blijven. En aan de postrockfans; wees gerust, ook deze postrockformatie brengt mijmerend gitaarwerk met zo hier en daar een (begrensde) wall of sound. Black Paradise daarentegen begint relaxed op een akoestische gitaar, waarna een elektrische gitaar aanhaakt en pas veel later worden de drums toegevoegd. Tussendoor fijne vioolklanken, in ieder geval is er veel diversiteit op deze schijf te vinden.
Als we dit album puur moeten beoordelen op muzikaliteit en kwaliteit, mogen we als Progwereld niet meer voorbijgaan aan de band Sleepmakeswaves. Die ruim 10.000 vliegmijlen afstand mag geen reden meer zijn om deze band links te laten liggen. De enige kanttekening die ik heb is dat “It’s Here, But I Have No Names For It” met veertig minuten wat mij betreft net iets te kort is. Ben je liefhebber van postrock met flink veel variatie en dynamiek, dan is dit een band om te ontdekken!