Soms wringen platenbazen of muzikanten zich in de raarste bochten om uit te leggen hoe hun nieuwste project klinkt. Wat denk je van deze: “Stel dat Jimi Hendrix en Deep Purple samen op zoek waren gegaan naar het geluid van Gentle Giant, maar daar niet in waren geslaagd omdat ze te veel naar jazz hadden geluisterd.” Nou, dan weet je wel wat voor vlees je in de kuip hebt, hè? Not!
Toch is dat precies hoe de leden van Soft Ffog hun muziek omschrijven. Ze noemen daarbij ook nog King Crimson, Elephant9, Noorse jazz-gitarist Terje Rypdal en Pat Metheny. Het enige dat je met zekerheid kunt voorspellen, is een eclectisch potje muziek. Dat klopt gelukkig precies!
In Noorwegen is een bloeiende jazz-scene en ik hoef lezers van deze pagina’s niet te vertellen hoe het met Noorse prog gesteld is. Dus heeft het nóg lang geduurd, deze fusie van metal, jazz en prog. Het had sneller gekund, want de heren van Soft Ffog, je kunt er wellicht een paar kennen van andere grensgevallen als Krokofant en Red Kite, speelden al in 2016 samen op een Noors jazzfestival. Nou ja, allemaal drukke baasjes, dus het duurde tot 2020 tot bandleider, gitarist en componist Hasslan de tijd rijp achtte voor een eerste opnamesessie. Toen was er nog een pandemietje en werd het mei 2022 voor deze muziek het licht zag. Het eindresultaat laat zich dus wat lastig omschrijven (als de leden van Snarky Puppy meer van hardrock hadden gehouden), maar de plaat is wel heel erg fijn geworden.
Het album hoort thuis in de jaren ’70 van de laatste eeuw, al was het maar door de prachtige faux-Roger Dean hoes en de gruizige productie. Daarnaast hoort de geoefende luisteraar flarden Yes, Mahavishnu Orchestra, King Crimson en in het spel van Hasslan alle gitaargoden uit de eerste helft van die illustere periode. Bereid je dus voor op razendsnelle gitaarsolo’s, maar ook op lekker vintage toetsenspel en een hoop dynamiek, echte stukskes jazz en een heleboel rock. De vier composities, in de basis rock-riffs met wat genre-vreemde maat- en toonsoorten, zijn geschreven door Hasslan, maar er is lekker veel ruimte voor jazzy soleerwerk en dat is deze mannen op het lijf geschreven.
De vier muzikanten zijn geweldig, al ligt het accent wel nadrukkelijk op de gitarist. Toetsenist Bjerkan krijgt ook wel ruimte, maar gloreert vooral in de keuze van zijn geluiden; elektrische piano’s clavinetjes, orgels, het is allemaal heerlijk. Ook zijn spacy solo’s zijn erg fijn. Al met al is de muziek dus eerder nostalgisch dan vooruitstrevend, maar daardoor niet minder geweldig.
De plaat is, met vier lange stukken en een totale lengte van 36 minuten, geknipt voor een lp. Dat lijkt me, met oranje vinyl en die schitterende hoes, een fraai hebbedingetje. Onder normale omstandigheden zou ik ook de loftrompet steken over de perfecte lengte voor een progplaat, maar in dit geval is de muziek zo heerlijk, dat ik er best nog een paar nummers bij had gelust.
Een heel prettige ontdekking dus, dit jazzrock juweeltje dat weliswaar meer rock dan jazz laat horen, maar toch nadrukkelijk met één been in beide genres staat. Laten we hopen dat de mannen van Soft Ffog nu doorpakken, want dit smaakt naar veel meer.