De zoveelste reïncarnatie van de proglegende uit de jaren ’60 en ’70 met een line-up van oudgedienden die alleen van de vorige bezetting (onder de naam Soft Works) verschilt omdat John Etheridge de gitaar heeft overgenomen van Allan Holdsworth.
Deze plaat is een ‘limited edition’, hetgeen waarschijnlijk vooral betekent dat er niet heel veel van geperst zijn. Dat is een verstandige beslissing geweest, want “Live In Zaandam” (inderdaad opgenomen in De Kade) is geen gemakkelijke kost.
Dit viertal maakt jazzfusion en hoewel de plaat rustig en toegankelijk opent met het fraaie Ash, gaat het al snel richting de vrije jazz van John Coltrane en wordt de afslag naar Canterbury volkomen genegeerd. De plaat bevat gelukkig ook wat ballads en een aantal titels uit de rijke Soft Machine historie, waardoor “Live In Zaandam” over het algemeen lekker wegluistert.
Dit geluid is natuurlijk niet meer van deze tijd, de plaat ademt een hartverwarmende jaren ’70 sfeer, maar de muziek heeft een lekker rauwe rand. Voor een deel komt dat door de directe mix, waarin het hout van drummer John Marshall’s ketels uit de speakers knalt. Hooguit kun je zeggen dat producer Leonardo Pavkovic meer gecharmeerd was van het basgeluid van Hugh Potter dan van de gitaar van Etheridge, want de solo’s van de laatste worden nog wel eens overstemd door de harde noten van de eerste. Maar goed, het was tenslotte live en dan moet je zulke foutjes voor lief nemen. Het is ook prettig dat Elton Dean op momenten dat er niks te toeteren valt achter de Fender Rhodes gaat zitten, want daarmee geeft hij het geluid een warme aanvulling.
De vier heren hebben sterke composities aangedragen, die ze, zoals dat bij jazz betaamt, meestal snel overboord gooien voor een lekker potje soleren. Daarbij gaat het er soms zo wild aan toe dat niet helemaal duidelijk wordt wie er nu eigenlijk aan de beurt was. Vooral Hugh Hopper wil nog wel eens zijn eigen plan trekken en met zijn flangerbas midden onder een saxsolo iets voor zichzelf beginnen. Daardoor maakt de band geen hechte indruk, de themaatjes komen van bladmuziek en verder is het ieder voor zich en de mixer voor ons allen.
Daarbij toont drummer John Marshall zich de meest bescheiden muzikant; zijn spel staat ten dienste van wat er verder gebeurt. Daar kan Hopper nog een hoop van leren. Elton Dean maakt veel indruk met zijn bij vlagen briljante solo’s, zoals in Baker’s Street. John Etheridge krijgt vooral de ruimte in het korte maar furieuze Two Down, een woest duet met Marshall dat wat mij betreft hét oprotmuziekje van 2005 genoemd mag worden. Het is de opmaat voor het funky slotnummer Big Creese waarin de heren nog éénmaal flink van leer trekken.
“Live In Zaandam” is een levendige plaat. Er wordt knap gesoleerd en het is – misschien met uitzondering van sommige stukken van 1212 – nog redelijk goed te volgen allemaal. Ik vind het geen onmisbare, maar wel een lekkere plaat, één die ik met veel plezier zal blijven draaien. Met prog, maar misschien is dat intussen een open deur, heeft het geen moer te maken. Muziek voor jazzholes.
Erik Groeneweg