Sonic Pulsar is een Portugees trio dat toe is aan haar tweede langspeler. De band, die bassist Nuno Ferreira in de gelederen opgenomen heeft, klinkt een stuk gerijpter, maar het is te vroeg om te spreken van een meesterwerk. Als je in bent voor complexe Progmetal (met een spacey randje) zit je helemaal op de juiste plek met “Out Of Place”.
Krachtig hoor het eerste nummer! Je krijgt een pak voor je broek dat dan wel totaal Out Of Place is, maar ook erg lekker. Ik krijg beetje een AOR-gevoel bij de stem van Hugo Flores in deze song. Vergelijk die maar eens met Cairo’s Brett Douglas. Dan mag ook de gitaarsolo er zijn en verdient de atletisch afgewerkte toetsensolo een eervolle vermelding. Let, als je het boekje in je handen hebt, op de huisvlijt van hoezenkunstenaar Mattias Norén.
Burning Inside Me is iets voor de metalheads die de vermaledijde keyboards liever zien gaan dan komen. Persoonlijk laat de song het water veel minder opspatten of het moeten de geweldige gitaarsolo’s zijn, maar om het bondig samen te vatten blijft de compositie ‘shaken but not stirred’.I Always Knew is het rustpunt, geleid door (semi)akoestische gitaarspel, dat bij mij geen enkele emotie in beweging zet. Doe mij dan maar het lange A Chain Of Action dat avontuurlijk is als Indiana Jones, maar die hangbrug waar hij over heen moet is wel wat wankel. Sonic Pulsar bungelt dan ook regelmatig boven de afgrond. Ik doel op een nog niet helemaal op niveau zijnde productie, zodat je de dichte (gitaar)muur op je af ziet komen als een niets ontziend blok beton. Ik trek me dan wel weer op aan composities als het traditionele Ghost Of The Lost Planes, met mysterieus klinkende toetsen. Het is voor de één een oubollig niemendalletje en de ander de krenten in de pap. Zo is het altijd geweest in Progland en zo zal het (gelukkig) ook altijd blijven!
Bassist Ferreira mag helemaal los gaan in Instrumetal en is een aanwinst voor de band. Depeche Mode komt om de hoek kijken bij Moving Engines en zodoende bewijst de band niet vies te zijn van een andere muzieksoort. Ook duikt er af en toe een wat onorthodox instrument op, de panfluit, bespeeld door Hugo Flores. Hij is een multi-talent, maar is nog niet bij machte de productie helder te krijgen, al valt er een verbetering te noteren ten opzichte van het debuut. Zijn toetsenspel daarentegen is afwisselend en hij speelt de sterren van de hemel met de piano en klassieke orkestraties. Zo ontstaat er steeds een symfonisch basisgeluid, luister bijvoorbeeld maar eens naar het begin van Solitary Star. Wat de prestatie enigszins afbreekt zijn de digitale drums. Als er gebruik was gemaakt van akoestische slagwerk had het geheel veel explosiever geklonken.
Sonic Pulsar was van plan het perfecte feestje te bouwen op haar tweede album. De ingrediënten zijn ook allemaal aanwezig, maar worden naar mijn smaak niet ten volle benut. Mooi zijn de landschappen die de toetsen genereren en het gitaarwerk is bij vlagen flitsend, maar na het gebruikelijke knip- en plakwerk blijf je stuiten op een rommelig geluid. Het voert echter te ver om dit werkje af te doen als benedenmaats. Als de band wat netter wordt en de schilderijtjes (productioneel) recht hangt, hebben we er weer een ster aan het firmament bij.
Ton Veldhuis