Onderzoek vooraf leerde dat het Britse Spires vooralsnog meer bekendheid geniet in metalland dan onder proggers. Zelf heb ik ze ook bij toeval leren kennen op een slecht bezocht festivalletje in mijn woonplaats. Bij beluistering bleek het debuut “Spiral Of Ascension” wel heel erg beïnvloed door Opeth, waardoor het daaropvolgende akoestische tussendoortje “Lucid Abstractions” zich al snel (terecht) laat vergelijken met “Damnation”. Met het hier ter bespreking liggende “The Whisperer” zet Spires gelukkig een belangrijke stap richting een eigen smoel en hopelijk wordt dat ook hier ten lande beloond met wat meer bekendheid.
Opener Ethereal Organisms laat horen dat de band de toevoeging van een cello op “Lucid Abstractions” als een geslaagd experiment beschouwt en ter verhoging van de feestvreugde is er ditmaal ook de medewerking gezocht van een violist. Het nummer kent een aardige gitaarmelodie en een mooie, dreigende sfeer maar duurt met veertien minuten wel wat te lang. At His Behest begint een stuk agressiever en is pure (death) metal met veel grunts. Niet slecht maar niet echt mijn ding, wat evenzeer gezegd kan worden van Primal Revelation. Daartussenin bevindt zich dan nog het korte Surrogate met enkel akoestische gitaar en strijkers. Het is zeker geen onaardige compositie en het zal wel bedoeld zijn als rustpunt, maar het komt maar matig tot zijn recht. The Fevered Spirit ligt wat meer in de lijn van de opener, maar maakt toch minder indruk al is het eindstuk wel fijn.
Het hoogtepunt van “The Whisperer”, het ruim twintig minuten klokkende titelnummer, wordt vooraf gegaan door een tweede ingetogen nummer, Elsewhere, waarbij een drietal zangeressen bovendien voor harmoniezang zorgt. Mede door de mooie overgang naar The Whisperer komt Elsewhere wél erg goed tot zijn recht. In het titelnummer zelf bewijst bandleider Paul Sadler andermaal dat hij zowel een goede cleane zang als prima grunts in huis heeft, maar de show wordt toch gestolen door de gitaren, die moeiteloos schakelen tussen snelle riffs en mooie repetitieve melodieën. De strijkers leggen hier en daar wat accenten en zijn in zoverre ook functioneel dat ze een overgang naar harde passages aankondigen. Naar mijn mening had hun inbreng echter nog wel wat groter mogen zijn. Twintig minuten is lang en ik kan nauwelijks (progmetal-)epics van die lengte noemen die me over de gehele lengte hebben weten te boeien. Het is dus best een prestatie dat dit hier wel gelukt is.
Spires heeft met “The Whisperer” duidelijk progressie geboekt. Niet alleen is de band bezig een eigen geluid te ontwikkelen (al blijft Opeth nooit ver weg), ook is dat geluid behoorlijk veelzijdig. Te veelzijdig overigens, wat mij betreft, want het album klinkt daardoor nogal onsamenhangend. Kiezen de Britten er echter voor om Ethereal Organisms en Elsewhere / The Whisperer als uitgangspunt te nemen voor volgende albums (dus met strijkers!), dan heeft de progressieve metal er een aanwinst bij!
Wouter Brunner