Het is nu officieel: Spiritual Beggars Ãs Deep Purple. Een andere conclusie valt niet te trekken als je “Sunrise To Sundown” beluistert. Of liever: een soort Deep Purple. Met de zang en de blues van David Coverdale, het gruizige orgel van Jon Lord en de gitaar van Richie Blackmore ten tijde van Rainbow.
Daarmee is de relevantie voor deze website in feite weg. Want, zoals ik al in de recensie van voorganger “Earth Blues” uit 2013 mocht schrijven: met prog heeft dit weinig te maken. Bijna alle stukken zijn gebaseerd op een bluesje, de composities zijn niet veel ingewikkelder dan het gemiddelde nummer van AC/DC en volgens mij kent drummer Witt maar één maatsoort: vierkwarts.
Dat wil niet zeggen dat dit niet een waanzinnig goed album is. Want deze Zweden snappen het helemaal. Geen noot teveel, precies de goeie energie, ballen en dramatiek. De band heeft alle stukken in de studio zo goed als live ingespeeld en dat hoor je terug. Het knalt uit de speakers.
Ook nu schuurt de band akelig dicht langs plagiaat, want sommige gitaarriffs of refreinen komen me akelig bekend voor. De intro van Diamond Under Pressure is gewoon Might Just Take Your Life van Deep Purple’s “Burn”. De gitaarsolo in Dark Light Child is zó overduidelijk gepikt van Blackmore dat het komisch wordt. Het gekke is: omdat dit zo goed gedaan is, stoort het me echter niet en kan ik hier erg van genieten. Maar eerlijk is eerlijk: het is geen prog. Spiritual Beggars maakt hard rock. Ontzettend goeie hard rock, dat wel.
Als je vroeger een fan was van Deep Purple, Whitesnake, Uriah Heep of U.F.O., dan heb ik twee tips voor je:
Uiteraard is dit album ook weer als limited edition dubbel cd en lp verkrijgbaar.