Stencil Forest

The Abyss

Info
Uitgekomen in: 2005
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: eigen beheer
Website: http://www.stencilforest.com/
Tracklist
Lifeline Suite (11:01)
You Pull Me In (5:26)
The Captive Heart (4:57)
Morning Glory (4:30)
Our Little Secret (3:33)
Here Today (4:10)
Broken (4:35)
Room With A View (4:38)
Is Love Enough To Save You (5:24)
The Abyss (24:16)
Doug Andresen: zang
Frank Cassella: zang, gitaar, piano, toetsen
Jim Cassella: drums, percussie
Rick Cassella: toetsen
Ron Perron: bas, gitaar
Met medewerking van:
Paul Lechner: gitaar op The Abyss
The Abyss (2005)
Opening Act (1983)

Pop en symfonische rock zijn niet altijd de tegenpolen waar ze door sommige puristen voor gehouden worden. Meer dan eens hangt een hele band of op zijn minst een heel album er wat tussenin. En het hoeft niet eens per se vlees noch vis te zijn: een band als Supertramp oogstte er zowel bij publiek als critici grote populariteit mee.

Dat er binnen één album zowel echte popnummers als echte symfonische stukken voorkomen is wat zeldzamer, maar eveneens eerder vertoond. Enkele bekende en uiteenlopende voorbeelden zijn “We Can’t Dance” (Genesis), “Close To The Fire” (Kayak) en “Arena” (Asia). De successen zijn nogal wisselend, wat begrijpelijk is omdat een band voor een topalbum ineens binnen twee disciplines goed moet presteren. Tegen het etiket ‘onevenwichtig’ valt vaak niet zo veel in te brengen, al zullen fans het eerder over ‘lekker gevarieerd’ hebben.

Onderwerp van bespreking is een recent plaatje dat zich kwalitatief in de bovenste regionen van de zojuist beschreven categorie plaatst. De naam Stencil Forest is verbonden aan een drietal incarnaties van een band rond de Amerikaanse zanger/gitarist/pianist Frank Cassella: één uit het begin van de jaren ’80 (die een debuutalbum afleverde en lokaal veel tourde), één uit het begin van de jaren ’90 (die alleen veel tourde) en één anno nu die hopelijk scheepsrecht is. Dat van de eerste incarnatie het grootste deel van de line-up nog intact is, stemt alvast hoopvol.

Vanaf de eerste noten van Lifeline Suite hoor je de gouden periode van Genesis terug. De broeierige opening doet denken aan The Lamb Lies Down On Broadway, terwijl het instrumentale tweede deel van dit drieluik als een ontspannen versie van The Musical Box aandoet. Al snel valt de kopstem van zanger Doug Andresen op: nee, hij is niet bepaald een Peter Gabriel-soundalike. Eerlijk gezegd doet hij me het meest aan Morten Harket (a-ha) denken; niet de eerste referentie die je in een progrecensie verwacht, maar de manier waarop hij zowel de lage als de hoge registers vrijwel altijd met flair weet te bedienen doet me gewoon vooral aan deze onderschatte jaren ’80 icoon denken.

Hoewel de twee epics voor mij zonder enige twijfel de hoogtepunten van de plaat vormen, luisteren de overige nummers over het algemeen lekker weg. You Pull Me In is wat flauw qua refrein, maar voor het overige een prettig uptempo nummer dat wat Survivor-achtig aandoet. Verder zijn het merendeels midtempo popsongs en balladen die, zoals zo vaak bij Amerikaanse bands, toch met enige regelmaat memorabeler zijn vanwege spel en productie dan vanwege de liedjes zelf. Het enige andere nummer dat een welkom rockende afwisseling biedt is Room With A View. Eénmaal gaat de band echt de mist in en dat is op het al te zoete Here Today (dit is ook het enige moment waarop Andresens hoge stemgeluid belachelijk klinkt in plaats van stijlvol). Enigszins onverwacht met zo’n toch wat bevallige titel gaat de prijs ‘mooiste ballade’ naar Is Love Enough To Save You.

En dan is daar nog het titelnummer. Waar de Lifeline Suite vooral aan Genesis deed denken, roept dit nummer bij mij net iets eerder associaties met Yes op. Verder is het een onvervalst retroprog-epic dat qua stijl en opbouw ook doet denken aan songs als The Great Nothing (Spock’s beard) en Stardust We Are (The Flower Kings), al ben ik wel van mening dat The Abyss deze beide betrekkelijke klassiekers achter zich laat. Wellicht ben ik gewoon gevallen voor Amerikaans perfectionisme, maar dit 24-minuten-stuk is niet alleen instrumentaal wat organischer, maar ook compositorisch klópt het gewoon. Op deze plek heb ik al eens eerder woorden gewijd aan de stortvloed aan lange nummers die ofwel samenhang ontberen ofwel gewoon met minstens de helft ingekort hadden moeten worden. The Abyss echter is zo’n tamelijk zeldzaam geval waar precies het juiste midden gevonden is tussen afwisseling, spanningsboog en universeel muzikaal thema. Deze vertelling is goed voor drie-en-een-halve pagina in het boekje. Het is een soort levensvertelling waarin de bezongen kloof verschillende rollen lijkt te vervullen, waarin uiteraard het niet of nauwelijks overbrugbaar zijn een terugkerend thema is. Uiteindelijk is het de scheiding van leven en dood… “Until we meet on the other side”. Tekstueel is dit uiteraard niet vrij van clichés, maar muzikaal is het een prachtstuk.

Een aantal van de kortere nummers weerhoudt “The Abyss” ervan echt een meesterwerk te zijn, maar nog altijd smaakt deze plaat absoluut naar meer. Vergetelheid ligt immer op de loer en dat zou hier zonde zijn, want noch aan de klassieke symfoliefhebber, noch aan de AOR-liefhebber mag deze plaat ongemerkt voorbijgaan! Hopelijk laat Stencil Forest’s derde plaat niet weer 22 jaar op zich wachten…

Casper Middelkamp

Send this to a friend