In mijn vorige recensie over deze Italiaanse instrumentale band schreef ik: “”Ki” van StereoKimono zal niet de geschiedenis ingaan als een meesterwerk. Toch is het niet moeilijk voor te stellen dat toekomstige cd’s van dit trio dit misschien wel zullen doen. StereoKimono is dan ook één van de alleraardigste instrumentale bands van de laatste jaren.“. Mijn voorspelling blijkt uit te komen. “Prismosfera”, hun tweede cd, is niets minder dan een meesterwerk. De geest van Robert Fripp is nog wel duidelijk aanwezig, maar niet meer zo heel erg voor de hand liggend. Op deze -opnieuw in een prachtig hoesje verpakte- cd klinkt StereoKimono agressiever, meer zelfverzekerd en volwassener.
Rosso Di Luna is een ware geluidstraktatie. Over een eenvoudige basismelodie laat gitarist Antonio Severi horen wat hij kan op de gitaar, en dat is niet mis. Hij heeft een eigen stijl, ver verwijderd van enige proggitarist die ik ken, eerder beïnvloed door de grunge, met zelfs wat reggae-invloeden. Na een opbouw volgt een hoogtepunt als er rond de vier minuten een toetsenthema tegenaan wordt gegooid (mogen ze vaker doen!), en het nummer heeft in het staartje ook nog wat alleraardigste didgeridoo-klanken.
Ook het openingsnummer Onda Beta is een nummer waar Severi kan excelleren. Nu laat hij zelfs wat countryinvloeden doorklinken en het is prachtig dat de gitaar van links naar rechts wordt geslingerd. Maar behalve agressief vertoont Severi ook een zachtaardige kant, zoals blijkt aan de subtiele solo aan het einde van het nummer. Allemaal prachtig.
Bahnhofstrasse is het percussiefeestje, en dat allemaal onder twee te gekke melodieën. De basismelodie wordt -zo lijkt- verzorgd door een cello-uit-een-kastje en vertoont een wat oosters aandoende invloed. Voor zover ik weet is Cristina Atzori de enige vrouwelijke drummer binnen de prog, maar buiten dat is ze ook simpelweg één van de beste drummers die ik ooit hoorde. Met name op het wilde Xetrov 5, dat haast een moderne Porcupine Tree-achtige uitstraling vertoont, maakt ze veel indruk op me. Dit zeer agressieve nummer laat horen dat ook bassist Alessandro Vittorio zijn mannetje staat. Het nummer is doorspekt met vocoder-geluiden, heftige gitaarerupties en veel studiofoefjes. Eigenlijk bevat het nummer geen melodie.
De productie van deze cd is in goede handen, ervaren rot Franz Di Cioccio (drummer van PFM) zorgt voor een zeer helder klinkend geheel, met veel aandacht voor details, echter zonder de muziek erin te verdrinken. Ook zorgt hij ervoor dat de leden van Stereokimono niet zichzelf te buiten gaan in egotripperij. De muzikanten zijn alledrie meesters in hun vak, maar het is juist de som der delen dat Stereokimono zo speciaal maakt.
Aan het einde van de cd zit een geluidscollage van effecten die we allemaal herkennen. Leuk, heel leuk zelfs, maar een beetje onnodig. Stereokimono lijkt op geen van de bands waaruit men de collage heeft samengesteld, sterker nog: ze ontstijgt deze bands met een sublieme heldere, eigen stijl. Klasse cd dus. Voor StereoKimono ligt nog een beloftevolle toekomst open.
Markwin Meeuws