Begin jaren tachtig verwierf deze Amerikaanse gitarist enige faam als sessiemuzikant in San Francisco en Los Angeles, wat in sporadische jamsessies met onder anderen. Mick Fleetwood en Lindsay Buckingham resulteerde. Een ontmoeting met Pete Bardens leidde een periode van nauwe samenwerking met laatstgenoemde in en toen Andy Ward en enkele leden van Caravan zich halverwege de jaren negentig bij het duo voegden, werd de groep Mirage (later omgevormd in Pete Bardens’ Mirage) een feit. In 1997 achtte Adams de tijd rijp voor een eerste solo-escapade en die kreeg de toepasselijke titel “Maiden Voyage” mee.
Inspiratie voor zijn eerste trip vond kapitein Adams op het Europese continent dat hij samen met Pete Bardens & co de voorgaande jaren verkend had. Nu moet je over behoorlijk wat verbeeldingskracht beschikken om uit te vlooien waar hij nu precies aan wal gegaan is want de songtitels leveren weinig relevante informatie op (op Highlands na). Ook in muzikaal opzicht heeft de man het ruime sop gekozen zonder veelvuldig gebruik te maken van zijn kompas en tot overmaat van ramp heeft hij geoordeeld deze odyssee aan te kunnen vatten zonder scheepsmaatjes. Een kwestie van zelfverzekerdheid of een klassiek geval van zelfoverschatting ?
Als je de tien composities analyseert, blijkt dat ze eerder een zacht briesje dan wel een ferme windstoot produceren, variërend van lichtjes naar symfo neigende composities tot mainstream klinkende deuntjes. Een aantal keren slaagt Adams er wel in om de juiste koers aan te houden en dan is het tevens genieten geblazen van zijn uitmuntende gitaarspel, dat nauw aanleunt bij dat van illustere boegbeelden als Steve Hackett, Andy Latimer en Steve Lukather. Maiden Voyage, het titelnummer, is zo’n nummer dat ogenschijnlijk weinig deining veroorzaakt maar door Adams’ veelzijdige en expressieve gitaarstijl een erg aangename en behoorlijk lange luistersessie oplevert.
Ook het puntige Eleventh Hour, dat om een aanstekelijk piano loopje heen dobbert, staat als een rots in de branding en als het even windstil wordt, is het best gezellig toeven bij First Rains, Highlands en Opa’s Garden, subtiel ingekleurde songs die rustig op en neer golven bij een kalme zee. Donkere wolken lijken zich samen te pakken in het van opzet redelijk gebalde Cry of love, maar meer dan een storm in een glas water levert dit nummer niet op. Als zanger voelt Steve Adams zich niet bepaald als een vis in het water en zijn wat steriel klinkende stemgeluid lijkt het jammer genoeg goed te kunnen vinden met het nogal futloze drum- en basgeluid. Ook een mooie synthesizersolo van de bevallige Desha Dunnahoe kan het tij niet doen keren.
Even lijkt hij zijn kompas teruggevonden te hebben op het prima in het gehoor liggende Mystified, waar zijn onmiskenbaar gevoel voor melodie zich als een maagdelijk witte wolk tegen de azuurblauwe lucht aftekent. Dit kortstondig moment blijkt evenwel geen lang leven beschoren, want Tribes, Animated en Sheltering Sky behoren tot de categorie ‘niet zeewaardig bevonden’ en waren misschien beter op de scheepswerf gebleven. Niet dat de achteloze medepassagier over de reling gejaagd wordt, maar veel scheelt het toch niet. Neen, geen feestelijk getoeter op de scheepshoorn voor deze saaie, weinig geïnspireerde nummers die bij vlagen de irritatiedrempel overschrijden.
Het is misschien niet echt gepast om zoveel kritische kanttekeningen te plaatsen bij een debuut cd maar je moet wel weten waar je aan toe bent als je de solotoer opgaat. Steve Adams heeft een duidelijke keuze gemaakt door zijn gitaarexploten breed uit te smeren over de tien nummers en in dat opzicht voldoet “Maiden Voyage” ruimschoots. Maar door zich a priori als veelzijdig gitarist en in mindere mate als multi-instrumentalist te willen profileren, vallen zijn composities kwalitatief gezien wat magertjes uit om echt te kunnen begeesteren. De afwezigheid van enkele bekwame scheepslui is een andere wat ongelukkige keuze, maar dat foutje heeft hij op zijn tweede cd rechtgezet.
Al bij al geen spraakmakend debuut maar wel een mooi visitekaartje van een begenadigd gitarist. Interessant materiaal dus voor de fans van in hoofdzaak instrumentale muziek met progressieve kantjes.
Piet Michem