Als ik aan een willekeurige progliefhebber vraag om zijn favoriete gitaarsolo’s uit het genre op te noemen, is de kans groot dat Firth of Fifth wordt genoemd. Alleen al om die reden, was voor velen het optreden van Steve Hackett in de Boerderij legendarisch. Hackett speelt al 32 jaar niet meer in Genesis, maar hij houdt er duidelijk rekening mee dat ook dat deel van het publiek naar die nummers snakt. Ook zijn eigen recente werk knipoogt vaak genoeg naar die tijd waarin progmuziek opgroeide. Het openingsnummer Mechanical Bride bijvoorbeeld, komt van het album “To Watch the Storms” uit 2003, maar het doet sterk denken aan King Crimsons 21st Century Schizoid Man, waardoor ik me in een sfeer waande van de jaren zeventig.
Ik moet nu oppassen dat ik niet al te romantisch dingen ga bekijken, want ook meneer Hackett heeft met zijn albums uit de jaren tachtig voor velen veel te poppy nummers uitgebracht, maar op elk van die albums stonden ook nummers die artistiek gezien vrij makkelijk op bijvoorbeeld “Wind and Wuthering” van Genesis hadden kunnen staan. De avond was gevuld met dat soort nummers. Geweldig!
De tour staat in teken van het album “Out Of The Tunnel’s Mouth” dat wegens juridische zaken nog niet is uitgekomen. Hackett meldde dit kort en ging gelijk verder met de orde van de avond. De balans tussen het babbelen met het publiek en het musiceren was prima. Tussen wat grapjes en introducties door, werden we getrakteerd op een hoop moois. Natuurlijk is Hackett daar niet alleen verantwoordelijk voor. Mijn collega Maarten was de avond daarvoor aanwezig en hij wees me al op Nick Beggs, de bassist die een ongelooflijk goede indruk maakte. Bij de slepende trage stevige nummers als The Steppes en Fly On A Windshield, legde hij een zeer sterke basis neer (mede dankzij de baspedalen) en bij nummers als Ace Of Wands en Mechanical Bride kon hij met evenveel gemak prachtige melodieuze partijen neerzetten. Toch had ik wel wat moeite met z’n vlechtjes en z’n leren rok… Misschien ben ik ouderwets, maar aan beenhaar onder een rok kan ik niet makkelijk wennen.
Rob Townsend blies en floot er verdienstelijk op los. Er werd wat gesmokkeld bij Ace Of Wands (toegegeven, die fluitpartij is verschrikkelijk snel), maar over zijn bijdrage van die andere 98% van de muziek die avond, zul je mij niet horen klagen.
Ook Gary O’Toole maakte indruk op me, al was het maar omdat hij avond na avond partijen moet zingen die we kennen van Peter Gabriel en Phil Collins. Als ik daar niet al te kinderachtig over doe en gewoon kijk naar wat hij vocaal die avond presteerde, kan ik alleen maar dik tevreden zijn. Bij de toegift, Clocks, deed Nick Beggs een stapje opzij zodat we allemaal zijn drumsolo konden zien; een hoop baspedaalwerk en een hoop toms. Voor de drumleek kan dat wel indrukwekkend zijn, maar al veel eerder en beter had hij laten zien wat hij in z’n mars heeft. De man kan grooven en geeft ruimte als de muziek daarom vraagt.
Aangezien Roger King op een hoop studio-albums van Hackett heeft meegewerkt is het logisch dat hij hier ook meedeed. Ik word inmiddels erg voorspelbaar, maar ook hij speelde uitstekend. Tel hier een uitstekend samenspel bij op en ik kan niet anders concluderen dan dat het een uitstekende band was.
Hackett speelde een heel korte akoestische set, die wel wat langer had mogen duren. Met het grootste gemak speelde hij prachtige stukken. Dit was overigens de brug naar het deel van de set waar het materiaal van Genesis meer naar voren kwam. Toen Blood On The Rooftops begon, kon ik met mijn kippenvel zeven romans in braille maken – wat een pracht! Op dat moment realiseerde ik me weer dat het niet zozeer het Gabrieltijdperk is, maar het Hackett-tijdperk, waar Genesis zijn artistieke hoogtepunt kende.
Het enige minpuntje vond ik Still Waters, omdat ik zowel Hackett als de rest van de band als bluesmuzikanten niet geweldig vind. Direct daarna hoorden we hun versie van Los Endos (met extra muziekstukjes onder andere vijf seconden Dancing With The Moonlit Knight) zodat we weer vrij makkelijk terug in de Hackett-betovering terugkwamen.
Voor de cynicus die wil dat ik de zangkunsten van Hackett nog aan de kaak stel: het viel allemaal best mee. Er wordt natuurlijk behoorlijk wat verbloemd door effecten, samenzang of een combinatie daarvan, maar we wisten wat we zouden krijgen en het was goed. Ook het geluid in het algemeen was voor de gelegenheid zeer goed. Zoals bijna altijd stond het geluid te hard, maar verder was het prima in orde.
Ome Steve: Hartelijk dank!
Verslag: Manuel Huijboom
Foto’s: Eric de Bruijn (28-10-2009)