De legendarische gitarist Steve Hackett brengt met “At The Edge Of Light” al weer zijn 26e studioalbum uit, op zichzelf al een opmerkelijke statistiek. Het album is veel meer dan alleen een verzameling kwaliteitsnummers, het gaat veel dieper. Hackett zegt hierover: “Ik hou ervan om te experimenteren met geluiden en etnische instrumenten en daarmee mijn ideeën naar andere muzikale gebieden te brengen, om paden te betreden die ik, in artistiek opzicht, niet eerder betrad. Dit is in wezen Britse muziek, maar het wordt als het ware op buitenlandse bodem ontwikkeld.” Na het goed ontvangen “The Night Siren” uit 2017 is “At The Edge Of Light” een min of meer logische opvolger waarbij de toewijding en passie van de meestergitarist er van af spat. Zijn mondiale perspectief op de muziek die hij schrijft en uitvoert wordt op het nieuwe album nog een stapje verder gevoerd. Ook tekstueel en conceptueel wordt het tempo opgevoerd. Altijd al een meer dan sociaal geëngageerd persoon, is hij op dit album nog meer bezig met de gevaren die de huidige maatschappij met zich meebrengt. Zo is er, wederom, een scherpe aanklacht in de richting van het steeds verder oprukkende extreem rechts in Beasts In Our Time. “Er is een angstaanjagend gevoel dat we ons verder terugtrekken in onze eigen landen, het welzijn van anderen vergeten en ons weer verbergen in grotten”. Ook loopt hij te hoop tegen discriminatie op basis van ras en religie.
Is het dan alleen maar kommer en kwel volgens de geboren Londenaar die in februari zijn 69e verjaardag hoopt te vieren? Toch niet helemaal, Hackett handhaaft een voorzichtig optimisme op het album. “Ik vermoed dat de titel zo ongeveer aangeeft waar we staan. We bevinden ons precies op de grens tussen licht en donker. Maar als je naar de laatste drie nummers luistert – Descent, Conflict, Peace – dan vormen ze samen een trilogie. Het feit dat we eindigen met Peace laat zien dat ik nog steeds hoop heb op waar we naar toe gaan, en dat we ons zullen oprichten uit de afgrond.” Er gloort dus nog hoop, gelukkig maar. In totaal hadden Hackett en zijn ensemble zo’n achttien maanden van hard werk en verbeeldingskracht nodig om “At The Edge Of Light” te voltooien. En hij heeft een paar belangrijke talenten laten participeren om het brede arsenaal aan geluiden te vergroten en verder uit te breiden. Er is een sitar, gespeeld door Sheema Mukherjee in India, een didgeridoo gespeeld door Paul Stillwell, tar gespeeld door Malik Mansurov, duduk gespeeld door zijn vaste rietblazer Rob Townsend. Niet minder dan vier drummers waaronder Nick D’Virgilio, Simon Phillips en Gary O’Toole brengen de noodzakelijke ritmebasis aan terwijl Jonas Reingold de bas hanteert en broer John de fluit.
Hackett is bijzonder trots op de zang op het album, volledig terecht. Ze varieert van solo, vooral zijn eigen stem is nadrukkelijk en wonderschoon aanwezig (Beasts In Our Time, Peace), harmonieën tot gospel en er is zelfs een volledig koor te horen. Voor die laatste twee is dank verschuldigd aan Durga en Loreley McBroom, de zusters die in het verleden met o.a. Pink Floyd hebben samengewerkt. Een groot deel van de opnames gebeurde in Hackett’s eigen studio, waarbij zijn trouwe toetsenist en geluidsman Roger King een sleutelrol speelde in de orkestrale arrangementen. De rest van de opnames vond plaats op locaties over de hele wereld. Het album zal in verschillende formaten worden uitgebracht, van (dubbel) elpee tot complete mediabook met DVD. Complimenten voor het cover-artwork van de hand van Maurizio en Angela Vicedomini van Iconphoto, ook al verantwoordelijk voor “The Night Siren”. Tijd voor een luisterbeurt.
Direct al inheemse tar klanken tijdens het bombastische instrumentale openingsnummer Fallen Walls And Pedestals waarna de herkenbare gitaarsound van Hackett klinkt. Het relatief korte nummer gaat naadloos over in één van de beste nummers op het album, Beasts In Our Time, met zijn orkestrale intro en prachtige zang van de hoofdrolspeler, één van zijn betere vocale prestaties. Een scheurende sax solo van Rob Townsend en dito gitaarwerk van Hackett zelf doorbreken het vocale/orkestrale thema op smaakvolle wijze. Prima song die tekstueel de strijd aanbindt met de rechts-radicale ontwikkeling binnen onze samenleving. Met ruim zeven minuten is Under The Eye Of The Sun één van de langere songs op het nieuwe album. Het intro gitaartje, met dank aan Yes en Trevor Rabin’s Make It Easy, een hoog tempo met prima harmoniezang, sterke referenties aan The Moody Blues (Ride My See Saw). Stuwend basspel van Reingold, klaaglijke Oostelijke geluiden, didgeridoo, duduk en flarden fluit maar toch weer die typische rockende Hackett sound.
Dat laatste is veel minder het geval bij Underground Railroad dat gekenmerkt wordt door gospel geluiden en de gevoelvolle soul stemmen van de zusjes McBroom. Bluegrass achtig gitaarspel van de maestro op zijn dobro geven het jaren twintig gevoel een extra dimensie. Het langste individuele nummer, Those Golden Wings, klokt op bijna elf en een halve minuut. De orkestratie en harmonieën doen me sterk denken aan Jeff Lynne’s Electric Light Orchestra en dan met name Can’t Get It Out Of My Head. Zelfs een klassiek koor doet zijn intrede. Maar Hackett zou Hackett niet zijn als ook dit nummer zijn eigen onvervalste stempel mee zou krijgen door middel van akoestische spel maar ook een smerig overstuurde gitaarsolo, heerlijk. Lyrische gitaarspel met synthesizer omlijsting brengt het nummer in veilige wateren. Progrock van de bovenste plank.
Indiase sitarklanken en tabla domineren het intro van Shadow And Flame. De combinatie van rock drums en een wervelende sitarsolo gevolgd door Steve’s elektrische instrument geven het label ‘world music’ een diepere betekenis. Hoe anders is dan Hungry Years, harmoniezang met een mooie wisselwerking tussen de stemmen van Amanda Lehman en Hackett zelf, is vooral lichtvoetiger. De gitaarsolo aan het einde onttrekt het nummer enigszins aan de middelmatigheid. De trilogie Descent/Conflict/Peace sluit “At The Edge of Light” af. Het is het meest visueel ingestelde epische deel van het album, er is niet veel fantasie voor nodig om de marcherende legers voor je te zien, gereed om de slag aan te gaan. Naast de dreigende drums zijn het vooral de toetsen van Roger King die de sfeer bepalen tijdens Descent. Het is niet zo moeilijk te raden waar Conflict over gaat, het oorlogsgeweld wordt met name door de gitaar en onheilspellende synthesizer geluiden beeldend gemaakt. Peace, de titel geeft het al aan, is het rustgevende en hoopgevende afsluitende deel met opnieuw sterk vocaal werk van de meester zelf, begeleid door pianoklanken en een groot koor.
Zoals al gezegd, “At The Edge Of Light” is een uitstekend album dat zowel muzikaal als conceptueel aansluit op het eerder uitgebrachte “The Night Siren”. Het is een fantasierijk en vooral avontuurlijk album geworden met de meest eclectische verzameling van geluiden die ik in lange tijd van hem gehoord heb. Met een sterke consistentie ook, niet altijd het geval bij de muziek van de heer Hackett, vooral de vocalen bekoren mij zeer. Het lijkt wel of hij met het ouder worden steeds beter wordt, als een goede wijn die tijd nodig heeft om te rijpen. Het beste lijkt nog te komen voor deze veteraan die al ruim vijftig jaar in de muziekwereld rondloopt. Een geruststellende gedachte voor de vele liefhebbers van zijn muziek.
Eind mei is hij met zijn band in Nederland voor drie optredens, allemaal volledig uitverkocht, in zijn favoriete locatie de Boerderij in Zoetermeer. Tijdens deze concertenreeks zal hij een volledige versie van het klassieke Genesis album “Selling England By The Pound” ten beste geven, naast een groot deel van zijn iconische soloalbum “Spectral Mornings” uit 1979, aangevuld met verschillende nummers van het nieuwe album. Absoluut iets om naar uit te kijken.
Alex Driessen