Steve Hackett reist dit jaar de hele wereld af om zijn cd Genesis Revisited II zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen. Hierin past precies één optreden in ons land. Op 17 april kon het publiek hiervan in het Amsterdamse Paradiso getuige zijn.
“Can you tell me where my country lies, said the unifaun to his true love’s eyes. “It lays with me!” cried the Queen of Maybe – for her merchandise, he traded in his prize”. Dat zing ik nog al eens onder de douche. Ik verwacht niet dat dit bij heel veel mensen op het repertoire staat. De herkenning was voor mij groot en ik baadde binnen de kortste keren in het zweet toen Hackett Dancing With The Moonlit Night (fraai akoestisch) inzette, waarvan dit de beginregels zijn. Het concert was trouwens toch een groot feest der herkenning, omdat niet minder dan twintig Genesis-klassiekers uit de jaren ’70 door Hackett en zijn band aan het dolenthousiaste publiek werden voorgeschoteld. De band veroorloofde zich nauwelijks uitstapjes, de heren musiceerden steeds dichtbij het origineel.
Vanaf de aftrap (de toetsenintro van Watcher Of The Skys) tot het eind van de verlenging (het instrumentale Los Endos) zat de stemming er perfect in en werd een ijzersterk optreden neergezet. De toetsen klonken vanaf noot één meteen prima (vaak een graadmeter) en dat gold eigenlijk voor het gehele instrumentarium. Het is dus in tegenstelling tot wat we eigenlijk te vaak meemaken wel degelijk mogelijk om het geluid prima af te stellen!
Het moet meer dan twintig jaar geleden zijn sinds mijn laatste bezoek aan Paradiso. Wat een prachtige, sfeervolle muziektempel is dit toch!? Zeker als deze tot de nok toe gevuld is zoals tijdens dit optreden. Wel miste ik iets. Tijdens mij bezoeken in het verleden was het bij binnenkomst onmogelijk aan de penetrante hashlucht te ontkomen. Dat is geweest. Zonder deze geestverruimende middelen raakte het publiek niettemin behoorlijk in hoger sferen van het gebodene.
Verwacht van dit gezelschap geen bijzondere show. Toen na het eerste nummer iets aan het geluid mankeerde, schakelde Hackett moeiteloos over op een stukje onvervalste blues. Een enkel grapje van Steve en wat gebaartjes van zanger Nad Sylvan en dan hebben we het qua show wel gehad. Niet dat iemand dit miste hoor, de muziek sprak ruimschoots voor zichzelf. De videoprojectie boven het podium sloot mooi aan op de muziek, dan dat weer wel.
Zanger Nad Sylvan maakte indruk. Eerder bracht hij al een ode aan Genesis met zijn project Unifaun. Zijn stem heeft veel van het hoge en rauwe van die van Peter Gabriel, maar heeft ook elementen van Phil Collins’ keeltje in zich. Dat maakt hem de bijna perfecte vertolker van het Genesis-werk. Rob Townsend kweet zich overigens ook prima van zijn taak door de muziek te voorzien van zijn bijdrage op diverse blaasinstrumenten. Gaary O’Toole is zeker geen Collins op drums, maar hij verzorgde enkele behoorlijke vocale bijdragen, zoals op Fly Of A Windshield.
En Steve Hackett zelf dan? Tsja, hij was er duidelijk niet op uit om de show te stelen. Zijn spel kan bijna ingetogen worden genoemd. Alsof hij hiermee zijn respect wilde tonen aan het tijdloze materiaal van Genesis. Natuurlijk deed hij menigmaal van zich spreken met zijn geweldige solo’s. Dé klassieke gitaarsolo in Firth Of Fifth kon natuurlijk niet uitblijven, al begaf de meester zich hiermee wel op het smokkelpad: dit nummer staat namelijk op de eerste editie van “Genesis Revisited”. Ik heb geen protesten om me heen gehoord. Gelukkig konden we ook genieten van Steve’s geweldige akoestische spel, onder andere fraai in de intro van Blood On The Rooftops verwerkt.
In mijn recensie van de cd “Genesis Revisited II” gaf ik al aan dat dit zeker geen noodzakelijke uitgave is en dat geldt dan bijna automatisch ook voor deze concertenserie. Maar het is zo waanzinnig mooi om achter elkaar zoveel lekkernijen uit oma’s snoeptrommel te mogen pakken. Nog altijd maakt deze muziek veel bij mij los. Van het uit volle borst meezingen met pakkende refreinen tot het tot tranen toe geroerd raken door adembenemende passages in Chamber Of 32 Doors en Entangled. En dat heeft een mens dan toch soms gewoon weer wél nodig.
Verslag: Fred Nieuwesteeg
Fotografie: Eric de Bruijn