Als aan het begin van het jaar de vraag vanuit het Progwereldhoofdkantoor wordt gesteld wie het nieuwe album van Steve Hogarth en Richard Barbieri wil bespreken en of iemand hen misschien wil interviewen, dan ben ik daar direct voor te porren. Twee leden van mijn twee meest favoriete bands, samen op één album. Dat is de droom van iedere progliefhebber. En dus krijg ik het album toegestuurd en zit ik een paar weken later in een interview met Richard Barbieri. En spijt van mijn spontane enthousiaste reactie heb ik nog steeds niet.
De verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen en de vraag is wiens invloeden het sterkst zijn op dit album. Zoals we uit meerdere berichten op diverse forums facebook en ook in mijn interview kunnen lezen, is het creatieve proces gestart bij Richard Barbieri. Barbieri heeft een aantal instrumentale nummers opgestuurd naar Hogarth, die er teksten bij heeft gevonden. Het resultaat is werkelijk prachtige ‘magische’ muziek, met ongebruikelijke toetsenpartijen en meerlagige zang- en stempartijen. Het album is sterk vernieuwend, verlaat de gebaande paden van de conventionele muziekstructuren, toetsen worden gebruikt als muzikale landschappen en de stemmen kleuren het kunstwerk verder in. Elke vergelijking naar welke band dan ook is ver gezocht en berust louter op toevalligheid.
In het openingsnummer Red Kite kunnen we nog enige invloeden van Hogarth’s andere band horen. Of zoals een vriend van mij zei: “erg mooi! Heerlijk zweverig, anders kan ik het niet omschrijven. Denk een beetje aan Dreamy Street van Marillion met een scheutje Gazpacho, maar dan anders”.
Het nummer wordt geweldig vorm gegeven door het toetsenwerk van Barbieri, de zang is zuiver en eigenlijk gewoon zoals we van Hogarth kunnen verwachten, maar dan soms in verschillende toonsoorten door en over elkaar, links en rechts uit je speakers knallend. De overige instrumenten blijven ver op de achtergrond, waardoor dit een soort onderonsje wordt van de twee hoofdpersonen. Op een gegeven moment verwacht je een solo, die overigens niet komt. Het is alsof de solo van Rothery nog toegevoegd moet worden, maar hij heeft de studio nooit weten te bereiken. De vraag is of het nummer dan een vergelijkbare spanning meegekregen had, soms is het verlangen naar sterker dan de invulling ervan.
Het nummer A Cat With Seven Souls is dan weer heel anders. Het typerend synthesizergeluid van Richard Barbieri wordt geëvenaard door het vocalenwonder dat Steve Hogarth heet. Beluister dit nummer eens met de koptelefoon op en probeer te ontdekken hoe vaak H zichzelf tegelijkertijd heeft opgenomen en probeer het aantal toonsoorten en muzikale klankvarianten te onderkennen. Doe dit daarna ook voor de toetsenvarianten van Barbieri. Ik ben er nog niet uit wie het hoogste scoort. Zoals Barbieri in zijn interview met mij aangeeft zijn er achteraf overeenkomsten met Massive Attack te ontdekken, maar voordat Barbieri dit noemde had ik hieraan niet gedacht.
Een weer geheel andere sfeer heeft het nummer Naked. De dromerige sfeer van Red Kite en het massieve technische geweld van A Cat With Seven Souls wordt opgevolgd door een betoverend landschap waarin de contouren van een griezelverhaal worden geschilderd. Je hoort de geesten daadwerkelijk rondvliegen. Een authentiek harmonium, elektronische loops en een indringende zacht schreeuwende fluisterstem geeft het geheel een spookachtige entourage.
En zo heeft elk nummer op dit album wel een verhaal en geeft elk nummer een compleet andere muzikale ervaring. Het nummer Crack heeft een strak drum- en bassritme, terwijl Your Beautiful Face weer een ambiente sfeer heeft met gesproken teksten in plaats van zang.
De teksten op dit laatstgenoemde nummer zijn zeer sterk en spreken, in elk geval bij mij, sterk tot de verbeelding. Het nummer gaat over uiterlijke schoonheid die de werkelijke aard van iemand kan verbergen en de innerlijke schoonheid die altijd blijft bestaan. Dit wordt gebruikt als metafoor voor de mooie beloften geuit door mensen, die daarna de verkregen macht op een negatieve wijze aanwenden. Luister naar de teksten ‘Your beautiful face is aged, lost its power‘, ‘I guess it is not the weapon that does the damage, but in whose hands it rests‘ en ‘The world is a safer place without your beautiful face‘ en verzink in je eigen gedachten. In het laatste nummer van de cd, het titelnummer Not The Weapon But The Hand, worden deze zinnen nogmaals herhaald.
Met “Not The Weapon But The Hand” heeft het duo Hogarth en Barbieri een album afgeleverd dat nieuwe paden in de progressieve muziek verkent doordat ogenschijnlijk oncontroleerbare harmonieën worden gebruikt, soms grenzend aan de atonaliteit, waarbij geen enkele toonsoort overheerst. De zang is net zo complex gearrangeerd als het toetsenspel, in meerdere lagen opgebouwd, zonder overigens chaotisch over te komen. Maar bovenal is het een mooi album, dat je meevoert over de muzikale landschappen die de heren aan ons voorschotelen.
Mario van Os