De legendarische Yes-gitarist Steve Howe heeft zojuist de zevende editie van zijn Homebrew-albumreeks uitgebracht. “Homebrew 7” markeert de 25e verjaardag van het eerste album van de gitaarlegende in zijn Homebrew-serie.
Voornoemde serie bevat grotendeels opnames uit Steve Howe’s thuisarchief van demo’s en tracks, oorspronkelijk opgenomen voor een van zijn vele solo- of groepsprojecten met Yes, Asia, ABWH of GTR. “Homebrew 7” verschilt enigszins van de voorgangers omdat geen van de nummers eerder in welke vorm dan ook is uitgebracht en er zijn ook geen plannen om ze in de toekomst opnieuw op te nemen.
“Er zijn veel dingen die ik leuk vond om te bewaren tot het juiste moment”, zegt Howe “en de Homebrew-serie maakt dit mogelijk. Sommige nummers zijn door mij vertroeteld en grootgebracht, maar andere zijn recentelijk pas herontdekt.”
Deze collectie bevat nummers van eind jaren zeventig tot en met 2016, in Howe’s uitgebreide scala aan speelstijlen. Elk van de 21 nummers is gedateerd en vergezeld van Howe’s achtergrondnotities en details over instrumentatie. De totale speeltijd bedraagt 50 minuten. De meeste nummers zijn solo-opnames van Howe met af en toe bijdragen van zonen Dylan Howe en Virgil Howe op drums met Phil Spalding op basgitaar (Half Way). Het boekje bevat de teksten voor de vier vocale tracks en wordt ook geïllustreerd door Howe’s eigen fotografie. Het is sowieso een ultiem soloproject, want niet alleen is alles door Howe geschreven, hij heeft ook alles gearrangeerd, opgenomen en geproduceerd.
Het voert te ver om alle nummers individueel aan te stippen, daarvoor zijn het er te veel en zijn ze ook te kort: de gemiddelde speelduur komt niet boven de tweeëneenhalve minuut uit, tel uit je winst. Ik wil er wel graag een paar uit lichten die om welke reden dan ook eruit springen. Zo is daar het openingsnummer The Glider, een rockend nummer dat absoluut meer potentie heeft, maar ultrakort is met net iets meer dan anderhalve minuut, jammer. Een opmerking die wel vaker van toepassing zal blijken te zijn.
October, met Howe op zijn favoriete Gibson ES 175D, is zwaar georkestreerd en doet een beetje denken aan een mini-versie van Double Rondo van “The Steve Howe Album” uit 1979. Getuige de annotatie (1997, 2009 & 2015) is er al vaker aan het volgende nummer gewerkt. Half Way is één van de vier vocale nummers, een lekker thema met kenmerkende solo van de meester. Deanscape is geïnspireerd door vriend Roger Dean’s tekeningen. Hier is de (gitaar)synthesizer aan het werk in een verre van karakteristiek nummer.
Heerlijk, die slide gitaar in Tender Hooks, één van Howe’s beste wapens naar mijn mening. A Lady She Is is met afstand één van de betere nummers, dromerig elektrisch spel tegen een achtergrond van akoestische gitaar en zelfs mandoline. Niet toevallig ook één van Howe’s eigen favorieten. Een vocale ode aan het graafschap waar hij al sinds jaar en dag woont, in een bescheiden cottage, is het uit 1983 daterende Devon Girl. De volledige instrumentatie, gitaar/synthesizer, drums en basgitaar plus de vocale harmonieën, zijn allemaal van de man zelf.A Matter Of Fact heeft weer dat kenmerkende gitaarspel van Steve, ditmaal op Fender Telecaster, het meest proggy nummer tot nog toe. Op From Another Day treffen we Steve wederom zingend aan, zichzelf begeleidend op akoestische gitaar. Dit dateert uit de periode van “The Steve Howe Album” en heeft blijkbaar niet de ‘cut’ gehaald. Modern en sterk vervormd klinkend gitaarspel op Foregone Conclusion, waaroverheen die iconische steel gitaar, zeker een interessante studio exercitie. Space Void is het oudste (1978) en het aller kortste nummer, met net iets meer dan één minuut. En bovendien met afstand de meest vreemde eend in de bijt; een stukje uit een Sci-Fi film misschien?
Als ik het woordje ‘kort’ niet zou mogen gebruiken zouden er grote gaten in mijn verhaal zitten. Dat is ook niet zo gek; het hele album is gebaseerd op nummers, of beter gezegd muzikale ideeën, die om welke reden dan ook op de plank zijn blijven liggen. Te groot voor servet, te klein voor tafellaken, zoiets. In sommige gevallen zijn het prima thema’s die nodig uitgewerkt zouden moeten worden. In andere gevallen blijven het wat ze nu zijn: ideetjes. Niet (goed) genoeg om verder uitgewerkt te worden voor een van zijn bands of soloalbums, te waardevol om niet aan de openbaarheid te worden vrij gegeven.
“Homebrew 7” geeft een redelijk inzicht in waar de legendarische gitarist door de jaren heen mee is bezig geweest. Het geeft bovendien de echte fan een idee welke nummers een beter lot hadden verdiend. Als basis voor een nummer voor Yes, Asia of The Steve Howe Trio. Maar dat laat onverlet dat het bij tijd en wijle genieten is van de kleine juweeltjes die Howe ons voorschotelt. En ik mag zeker zijn spel op de basgitaar niet onvermeld laten. Een eclectische verzameling van muzikale ideeën over een periode van een kleine dertig jaar. Met als onderscheidend vermogen ten opzichte van de andere albums uit de Homebrew reeks het feit dat ze nooit eerder het levenslicht hebben gezien.
En maak je geen zorgen over een opvolger; op de vraag in een interview of er voldoende materiaal is voor een “Homebrew 8” antwoordt de legendarische gitarist: “Ja, er is altijd meer”.