Natuurlijk zijn wij Steve Howe dank en waardering verschuldigd voor zijn pionierswerk in de jaren ’70, zowel binnen Yes als op zijn soloplaten. Iedereen die heeft bijgedragen aan de muziek op “Fragile” en “Close To The Edge” is bij voorbaat een held en een vriend.
En natuurlijk heeft Steve het ondertussen verdiend dat hij een beetje rustiger aan doet, de boog kan niet altijd gespannen zijn immers en ook een genie mag lui zijn. Alleen, daar zit ‘m de kneep, moeten wij dan naar dat muzikale gesnurk luisteren?
Evenals voorganger “Elements” is “Spectrum” een uitermate luie plaat. Steve was te lui om sterke composities te bedenken, te relaxed om ze mooi op te nemen en zelfs te belazerd om ze strak in te spelen.
Zoals de titel al doet vermoeden, geeft Steve ons een staaltje van zijn kunsten, daarbij gebruik makend van álle stijlen uit het muzikale spectrum. En dus krijgen we luie calypso, vrolijke country, vage ragga, swingende shuffletjes en wat bluesjes. Prog, of desnoods iets dat er op lijkt, zit er niet tussen, noch ook maar één nummer waar een zekere urgentie of noodzaak uit spreekt. Waarom Steve Howe dit wil laten horen is mij dan ook een raadsel.
Vijftien stukjes muziek waarbij je prima kunt afwassen of barbecuen, zomerse muziekjes die stuk voor stuk geen enkele indruk maken. De meeste stukken hebben kinderachtige melodietjes en bijna overal kiest Howe de makkelijke weg: themaatje, solootje, stukje hier, stukje daar, knutsel de knutsel. Zo kan een stuk als Labyrinth, dat begint met stevige bluesy jazzrock, eindigen met een aan Francis Goya herinnerende toef liftmuziek en heeft Ragga Of Our Times, met zijn Indiase invloeden, ineens een raar country-achtig intermezzo.
Een paar stukken steken tussen dit gefrummel positief af: opener Tigers Den is een lekker nummer met een fraai tussenstuk, Realm Thirteen is knap door de tegendraadse gitaarlijn en ook Where Words Fail is een knappe compositie. Daar staan echter zóveel flauwe deuntjes tegenover, dat de plaat als geheel een bijzonder meutige indruk maakt, ondanks de toch niet misselijke band.
Het allerraarste is wel dat gitaargod Steve de ene steek na de andere laat vallen, slordige solo’s gewoon heeft laten staan, gitaareffecten die uit het ritme lopen niet heeft gecorrigeerd en hier en daar een erg lelijk geluid accepteert. Het is in 2005 toch denkbaar dat je voor je gitaarsolo een ander geluid kiest dan dat van Mike Oldfield ten tijde van “Tubular Bells”?
“Spectrum” is een erg overbodige plaat die afbreuk doet aan de levende legende Steve Howe. Niet apeslecht, maar totaal niet geïnspireerd of bevlogen. Van de beste stukken van “Elements” en “Spectrum” was een aardige cd te maken geweest, nu zitten we met twee uur gebakken lucht. Jammer.
Erik Groeneweg