Na een afwezigheid van bijna vijfentwintig jaar is er dan eindelijk een nieuw soloalbum van Steve ‘The Voice’ Perry. Het nieuwe album heeft de titel “Traces” meegekregen en is de opvolger van “For The Love Of Strange Medicine” (1994). De voormalig vocalist/songschrijver van de legendarische Amerikaanse rock band Journey, inmiddels bijna zeventig, had er naar eigen zeggen volledig tabak van en was zijn plezier in de muziek volledig verloren. Tel daarbij het tragische verlies van zijn grote liefde Kellie in 2012 en de ruime afwezigheid is voor een groot deel verklaard.
De tekst van openingstrack No Erasin zegt het al, hij begroet de luisteraars, zijn fans, met de openingszin “I know it’s been a long time comin’.” Het nummer is een emotionele thuiskomst en een warm onthaal van de iconische stem en schrijver van Journey’s tijdloze, internationale hits, waaronder Don’t Stop Believin’, Faithfully en Open Arms, en zijn successen als soloartiest. En niet te vergeten zijn bijdrage op het door wereldsterren ingezongen en door Michael Jackson en Lionel Ritchie geschreven We Are The World voor Live Aid in 1985.
Perry: “Het was zeker een emotionele ervaring om dertig jaar te vervatten in tien nummers. Ik begon met het schrijven en opnemen van deze nummers met creatieve vrijheid, wetend dat ik de enige was die ze ooit zou horen. Onderweg herontdekte ik mijn liefde voor muziek. Elke track vertegenwoordigt sporen van mijn verleden, maar is ook een hoopvolle blik in de toekomst. Ik nodig je uit om met een open hart te luisteren.”
“Traces” is geproduceerd door Perry en co-producer Thom Flowers, het is een kwetsbare en eerlijk album geworden, waarop uitzonderlijk verlies wordt afgewisseld met hoop en schoonheid. Het album bevat negen, grotendeels door Perry geschreven, originele nummers die het spectrum van menselijke emoties beslaan. Het bevat tevens een prachtige cover van The Beatles’ I Need You. “Traces” is het werk van een artiest die de muziek opnieuw heeft omarmd. En dat is goed te horen.
Openingsnummer No Erasin’ is een heerlijke mid-tempo rocker met kop en staart die totaal niet zou hebben misstaan in het oeuvre van Journey. Direct valt op dat de gouden stem wel wat onderhevig is aan slijtage. Hoewel het bereik nog steeds indrukwekkend is, zitten er wat meer braampjes op de stembanden van de iconische zanger. Daar staat tegenover dat het herkenbare, flexibele geluid met dat mooie vibrato en die bijzondere stem-buiginkjes, nog vrijwel in tact is. Voor We’re Still Here gaat het tempo een paar tandjes lager, het blijft lekker om Perry’s stem te horen, dit soort ballads past prima bij zijn huidige stemgeluid, dat is vast en zeker geen toeval. In de hogere regionen klinkt het iets heser, iets meer omfloerst zou ik willen zeggen, maar dat stoort geenszins, integendeel. Mooie gitaarsolo halverwege, licht refererend aan het kenmerkende werk van oud Journey-maatje Neal Schon.
Met Most Of All wordt in eerste instantie naar een nog lagere versnelling geschakeld, de rijkelijk met violen (het instrument, niet de bloem) besprenkelde orkestratie doet de rest, AOR richting MOR (middle of the road) zou ik willen zeggen. Maar het steekt goed in elkaar en het gitaartje maakt het nèt voldoende geloofwaardig. No More Cryin’ is een bluesy ballad, uitlopend in een recht-toe-recht-aan rocker, die in het begin wel wat weg heeft van Lovin’, Touchin’, Squeezin van zijn vorige bandje. Maar dan wel zonder het scherpe rock randje dat het origineel herbergt. De licht hese stem van Perry en de gitaar aan het einde zorgen desondanks voor genoeg rock inhoud. En wat te denken van het uiterst herkenbare Hammond orgelspel van Booker T. Jones.
Piano, zang met veel vibrato en cello vormt het hart van de gevoelige ballad In The Rain. Van de regen naar de zon, Sun Shines Gray vormt een op meer manieren een mooi contrast met de voorganger, de spanning is voelbaar in dit sterk aan het Journey-repertoire ontleende nummer. Rockend, met prachtige zang harmonieën, donderende drums en, niet te vergeten, lekker scherp gitaarwerk. You Belong To Me is weer zo’n slepende slow beat met een hoofdrol voor het doorleefde stemgeluid van Perry, je voelt de emotie, de man weet waar hij over praat/zingt. De blazerssectie maakt het geheel af.
Easy To Love is een lekkere laid-back meezinger, niets meer, niets minder. Het al gememoreerde, door Lennon en McCartney geschreven I Need You, ondergaat een ware transformatie in de versie van Perry. Het tempo wordt naar beneden geschroefd, de violen komen erbij plus enkele welgeplaatste klappen van Vinnie Colaiuta. Het geheel laat Perry’s stem sprankelen. We Fly is de sferische afsluiter van het album, met de stem van Perry die als het ware boven de orkestratie lijkt uit te zweven.
De meeste nummers zijn kort en komen niet of nauwelijks boven de vier minuten uit, het album is duidelijk op maat gemaakt voor de vele FM radio stations die met name de Verenigde Staten rijk is. Het is absoluut geen prog, dat was Journey op zijn best al niet, maar eerder AOR of zelfs MOR, maar dan wel uitstekend geproduceerd en gecomponeerd. En het is bij tijd en wijle een genot om die geweldige stem van Steve Perry te horen in nummers die hem als gegoten zitten. Met een keur aan studiomuzikanten, waaronder de top-drummers Vinnie Colaiuta (Zappa, Jeff Beck, Sting) en Steve Ferrone (Tom Petty, George Harrison, Peter Frampton) en de bassisten Pino Palladino (Paul Young, The Who, Gary Moore) en Nathan East (Fourplay, Eric Clapton, Toto, Phil Collins), wordt de terugkeer aan het front nadrukkelijk gevierd. Oké, het gekozen materiaal is in de verste verte geen prog, zelfs af en toe geen rock, maar als het zo goed is als op “Traces” dan maakt dat voor mij geen moer uit.
Een eervolle vermelding voor het hoesontwerp, mede van Perry’s hand, waarin verwijzingen zijn opgenomen naar zijn verleden bij Journey, mooi onderwerp voor een kwisje.
Alex Driessen