Zal hij wel eens een snaar breken tijdens een concert, denk je? Van de Amerikaan Steve Unruh, die al een tijdje in eigen beheer cd’s uitbrengt, hoef je bepaald geen rustig getokkel op de akoestische gitaar te verwachten. Eerder harde, agressieve aanslagen, die mij nog het meeste aan de muziek van de Amerikaanse zangeres Ani Difranco doen denken.
Unruh gebruikt het instrument welhaast als een percussie-instrument wat niet zal verbazen, want bij bestudering blijkt hij van huis uit een drummer te zijn. En een violist, zodat Frank van Essen (Iona) niet meer de enige is die deze disciplines verenigt.
Als een heuse hobbyist speelt Unruh op deze cd alles, maar blijkt dus bovenmatig sterk te zijn op de akoestische gitaar, de viool en achter de drum kit. Ook zijn (akoestische) basspel en zijn fluitspel zijn allesbehalve slecht en tenslotte heeft Unruh een op Dinand Woesthoff (Kane) of Marco Glühmann (Sylvan) gelijkende stem.
“Out Of The Ashes” is bijzonder helder geproduceerd, heeft een licht ‘Americana’-sfeertje en kent elementen uit de country, folk, klassiek, jazz, reggae, hardrock en symfo. Behoorlijk progressief dus allemaal. Toch klinkt het nergens gekunsteld of geplakt, zijn de melodielijnen helder en toegankelijk en krijgen de thema’s voldoende tijd om uit te werken tot een groter geheel. Gelukkig maar, want het grootste gedeelte van de cd wordt in beslag genomen door het ruim veertig minuten durende titelstuk, een suite bestaande uit vier delen.
Daarin beeld het instrumentale Battle precies uit wat de titel aangeeft. Het kent een aangename opbouw en een duel tussen (elektrische) gitaar en viool en bevat verder wat vredig klinkend fluitspel. Blijkbaar ‘wint’ de gitaar, want het aansluitende Aftermath, waarin Unruh zijn niet misselijke kritiek op de Amerikaanse samenleving spuit, zingt hij met slechts de gitaar als ondersteuning.
In Breaking Free laat Unruh eerst horen zijn flageoletten goed te kunnen vinden, doch het lijkt nergens op And You And I van Yes. Daarna lijkt het nummer wat op het openingsnummer Miracle Mile. In beide nummers etaleert hij zijn folky-symfonische trekjes in zijn volle glorie. Waar Miracle Mile ons lekker maakt en opwarmt voor het voortreffelijke tussenstuk Battle/Aftermath, brengt Unruh in Breaking Free het lange werkje tot een zeer bevredigende conclusie, waar het lijkt of alle thema’s even terugkeren.
De twee andere nummers zijn van een totaal andere orde en voelen haast als twee aangename toetjes na de verzadigende hoofdmaaltijd, waaruit alleen maar de veelzijdigheid van Unruh blijkt. Zo wanen we ons in een jazzy nachtclub tijdens Slowly As The Lights Go Down, terwijl de niet aangekondigde Violin/Drumkit Solo een bijzonder aangenaam klassiek aandoend werkje is, live opgenomen. Hoe hij dit nummer live deed is mij niet helemaal duidelijk – om het bescheiden uit te drukken – maar ik vermoed dat hij telkens tijdens het concert partijen opneemt en laat herhalen, waarna hij er een nieuwe solo overheen gooit. De drumsolo aan het einde, als een marching-band in zijn eentje, laat horen dat je voor een cursus roffelen bij hem moet zijn. Zal hij wel eens een drumstok breken tijdens een concert, denk je?
Markwin Meeuws