Ha ha ha, dat is op z’n minst een goeie grap, Steven Wilson, die we toch als de motor, zo niet verlichte despoot, achter Porcupine Tree kennen, de man die alle composities voor die band bedenkt en voor een belangrijk deel inspeelt, maakt een solo-album! Muzikanten die een solo-plaat maken doen dat om eindelijk hun artistieke ei eens kwijt te kunnen, om die stukken die de rest van de band niet zag zitten op een eigen album te zetten. Daar zal toch bij Wilson geen sprake van zijn?
Nog een verklaring die niet opgaat: Steven had veel materiaal liggen dat niet binnen het geluid van PT paste. De stukken op “Insurgentes” hadden voor hetzelfde geld op “Deadwing” of “Fear Of A Blank Planet” kunnen staan. Dit zijn immers weer 10 stukken die melancholie, angst of chagrijn uitstralen, sobere en sombere orkestraties met onmiskenbare beïnvloeding door Pink Floyd en Radiohead. Verder hoor je veel industriële geluiden, vervormingen en wat trip-hop elementen (denk Portishead). Sommige passages komen me zelfs bekend voor uit het oeuvre van PT, alsof Wilson wil zeggen: kijk, dit had ook gekund. Wat mij betreft dus geen afwijkende muziek, en ook nauwelijks een ander geluid.
En dat is maar goed ook, want “Insurgentes” is een bloedmooi album geworden. Wilson neemt wat meer de tijd om zijn composities op te bouwen, geeft elk thema de ruimte om te ontwikkelen, waardoor een zekere traagheid of loomheid ontstaat, maar dat is wel zo lekker. Het resultaat is een warm bad, met Veneno Para Las Hadas als vroeg hoogtepunt.
Maar de plaat staat bol van de juweeltjes. No Twilight Within The Courts Of The Sun lijkt wel een jam met gierende gitaren, totdat Steven halverwege toch nog met een liedje op de proppen komt. Hier excelleren enkele gasten, waaronder bassist Tony Levin en pianist Jordan Rudess. Prachtig hoe de piano ineens het nummer ingeschoven wordt. Dat neemt niet weg dat het zware gebeuk toch het laatste woord heeft.
Ook Significant Other is een dromerig nummer en zowaar een lief liedje, al maken de mineure akkoordovergangen er geen vrolijke boel van. Wel verfrissend: de stem van zangeres Clodagh Simmonds die ineens het bedremmelde geluid van Wilson overstijgt.
Twilight Coda is een instrumentaaltje dat langzaam overwoekerd raakt door galm en andere herrie. Daarmee staat het model voor alle stukken op deze plaat: je maakt een liedje en vervolgens ga je proberen hoe ver je het door de mangel kan halen voordat het liedje in het lawaai verdwijnt. Ook Get All You Deserve gaat ten onder in een kolkende partij vervorming en digitale ruis. PT-fans weten al dat het resultaat vaak veel mooier is dan het hier in woorden wordt uitgedrukt en dat geldt ook voor “Insurgentes”. Bovendien wisselt Wilson die abstracte lawaaicollages op tijd af met schitterende stukken, zoals het laatste Insurgentes.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik de noodzaak van dit album niet helemaal snap, want zoals gezegd, als dit de nieuwe PT was geweest had ik het ook geloofd. Desalniettemin is dit een album dat tot de beste van Wilson’s vele prestaties gerekend mag worden. Een bedachtzaam, triestig en wonderschoon album.
Natuurlijk is er weer een editie met extra toeters en bellen, zoals dik 20 minuten extra muziek en een dvd met een ‘making of’ documentaire.
Erik Groeneweg