Het leek zo’n briljant plan, om Progpowertrio Stick Men, uitgebreid met het Britse toetsenwonder Gary Husband (bekend van onder anderen Alan Holdsworth, John McLaughlin en Jack Bruce), begin 2020 op tournee te sturen door Azië. Zoals alle verhalen op dit moment nou eenmaal gaan, eindigde het goede plan in een grote teleurstelling: van de hele tour bleef één optreden in Japan over. De rest moest allemaal geannuleerd worden.
Gelukkig is dat ene optreden (twee sets van 75 minuten) wel opgenomen en uitgebracht onder de naam “Owari”. Dat is Japans voor ‘het einde’, wat onder de omstandigheden al toepasselijk was, maar kennelijk door de band ook nog anders bedoeld wordt. De bijsluiter hint op de afsluiting van een hoofdstuk, met een nieuw, nog avontuurlijker chapiter in het verschiet. Hoe dat er in de praktijk gaat uitzien, blijft onvermeld.
Ondertussen is “Owari” een prachtige, heftige jazzprog plaat geworden, waarop de heren allemaal excelleren. Je hoort in de felheid de bijzondere omstandigheden terug. Dit was immers het enige concert dat van de hele tournee overbleef, met alle financiële gevolgen van dien, maar het was ook nog eens een slecht bezocht optreden, omdat de Japanse fans op 28 februari 2020 al wel wisten hoe gevaarlijk COVID 19 was en dus lekker thuisbleven.
Op de setlist prijkte een uitgelezen selectie hoogtepunten uit het oeuvre van de band, waaronder het eerste nummer dat het trio ooit samen schreef, Crack In The Sky. Daarnaast zijn er zoals altijd ter plekke geïmproviseerde stukken als Owari en opener Hajime (Peace), stukken die vaak beginnen als een soundscape van Markus Reuter en live worden ingefiedeld door de muzikanten. Die stukken hebben een los, vrijblijvend karakter, terwijl de gecomponeerde stukken meestal nogal stevig stampen.
De muziek wordt extra bijzonder door de inbreng van toetsenist Gary Husband. Die speelt de sterren van de spreekwoordelijke hemel, vooral als je bedenkt dat de band maar weinig tijd had gehad om de stukken te repeteren. Zijn inbreng vind ik wonderschoon, het soms toch wat Spartaanse geluid van de Stick Men, door de bank genomen toch King Crimson in een kwaaie bui, krijgt er een paar zachtere kantjes door. Hij vult de lege plekken heel fraai op, wat hij doet met een oude dijenkletser als Larks’ Tongues In Aspic, Part II is erg knap. Dat wil niet zeggen dat de muziek niet prettig schuurt en wringt, met name door de Fripper dan Frippe bijdragen van Markus Reuter op zijn Touch gitaar. Dat ook Mastelotto en Levin in topvorm zijn, maakt deze geweldige plaat helemaal af.
Als er dan toch iets te zeuren moet zijn: bonustrack en slotakkoord The End Of The Tour is een dik kwartier gepunnik waarin je alleen Husband hoort spelen en de soundscapes van Reuter op zijn Macbookje draaien. De rest van de band speelt standaardafsluiter Open, maar Reuter vond dat dat stuk al zo vaak was opgenomen dat de invulling van Husband op zichzelf interessanter was. Ik ben het niet met hem eens. Ook wel bijzonder, maar minder erg, de plaat is geproduceerd alsof-ie in de studio is opgenomen, dus je hoort geen publiek. Nou was dat er ook niet in grote aantallen, dat zal er ook wel iets mee te maken hebben gehad, maar het album doet dus niet erg ‘live’ aan.
Ik weet niet wat de toekomst voor Stick Men in petto heeft, voorlopig wordt er wel gekeken naar een Europese tour in het najaar, maar als sluitstuk van de afgelopen periode en als tijdsdocument van een bijzonder jaar is “Owari” bijzonder geslaagd.