Voor wie de King niet Crimson genoeg kan zijn, is er een hele wereld aan bandjes en muzikanten die het gedachtengoed en het geluid van deze legendarische band uitdragen. Stick Men, het trio rond King Crimson-leden Tony Levin en Pat Mastelotto, aangevuld met gitarist Markus Reuter, schurkt heel dicht langs deze – uit duizenden herkenbare – manier van componeren. Hoekige ritmes, het onverstoorbaar bonkende geluid van de Chapman Stick en de dissonante klanken van de Touch gitaar die Reuter zelf hielp ontwikkelen, de heren tonen zich ijverige studenten aan de muzikale universiteit die Crimson mastermind Robert Fripp gesticht heeft.
Op het eerste gehoor verliezen de drie stokmannen zich in het technische gedroedel dat veel van deze muziek kenmerkt, maar bij nadere inspectie openbaren zich, vooral na draaibeurt drie en vier, ook een paar zeer toegankelijke (ik krijg het bijna niet uit mijn pen) liedjes. Wellicht komt dat omdat de band in het verleden muzikale ideeën razendsnel op een album kwakten, maar daar nu wat meer tijd voor hebben genomen. Er was meer muziek om uit te kiezen (zo blijkt ook uit de onvermijdelijke special edition bonus tracks) en ideeën kregen ook wat meer tijd om te rijpen. Daardoor lijken de stukken nu minder op wat te hooi en te gras gestructureerde jams en veel meer op de intelligente composities die het zijn.
Dat resulteerde in een aantal bijzonder fraaie stukken, waaronder het lyrische A Rose In The Sand/Requiem, het hogeschool gitaarwerk op Leonardo, het prachtig gearrangeerde titelnummer en afsluiter Never The Same. Dat laatste nummer is zelfs bijna prog a la Spock’s Beard!
Natuurlijk ontbreken de wat rauwere stukken niet; Schattenhaft had ook op “Thrak” kunnen staan, het album waarmee King Crimson in 1995 na een lange pauze weer wat ramen ingooide. En natuurlijk zijn Levin en Mastelotto deels verantwoordelijk voor het geluid van King Crimson, dus is het ook niet gek dat dit geluid hier terugkeert. Stick Men presenteert over het algemeen wel een beheerster geluid, dat je misschien nog steeds niet aan je oma kunt laten horen, maar wellicht wel bij een breder publiek gehoor vindt.
Grappig is ook Plutonium, waarin de band zich zorgen maakt over dit gevaarlijk goedje. Nu de planeet Pluto is gedegradeerd tot ‘dwerg’, geldt zo’n degradatie dan ook voor plutonium? Is het straks alleen nog goed voor vuurwerk? Om redenen die ik minder goed doorgrond is het nummer doorsneden met knappe citaten uit het werk van de klassieke componisten Orff en Tchaikovsky en… Yes!
In zijn totaliteit is “Prog Noir” een bijzonder goed doordacht album van drie uitzonderlijke muzikanten. Bij een alternatieve speelstijl als die van de Touch Guitar is het lastig te beoordelen of iemand daarop een virtuoos is (voor het zelfde geld kan Reuter er geen moer van, maar zonder referentiekader kun je dat lastig beoordelen, het klinkt in elk geval geweldig), maar de ritmesectie speelt de sterren van de hemel. Met die typische zeg-zang die we ook van King Crimson kennen heb ik wat meer moeite, maar zelfs die is ditmaal best te pruimen en er wordt op sommige stukken ook ‘gewoon’ goed gezongen. “Prog Noir” is met gemak het beste album van Stick Men en misschien wel het best album in dit specifieke sub-genre van de afgelopen jaren. Knappe plaat!
Erik Groeneweg